Tentamenstof optimalisatie van
communicatie
Inhoud
Tekstanalyse: Methoden en toepassingen.............................................................................................3
Hoofdstuk 1 Functonele analyse........................................................................................................3
Inleiding..........................................................................................................................................3
Achtergronden van de functonele analyse....................................................................................3
Methode, stap 1: analyse van onderwerp, zender, doelgroep en organisatedoelen.....................3
Methode, stap 2: bepalen van de communicateve en consecuteve doelen.................................4
Methode, stap 3: teksthandelingen inventariseren en koppelen aan de communicateve doelen 5
Methode, stap 4: evaluate van en verbetersuggestes voor de tekst............................................5
Hoofdstuk 2 Coherenteanalyse..........................................................................................................6
Relatonele coherente...................................................................................................................6
Toepassing van coherenteanalyse.................................................................................................7
Overtuigende teksten: onderzoek en ontwerp.......................................................................................7
Hoofdstuk 2 Determinanten van gedrag............................................................................................7
2.1 Automatsch gedrag en zijn determinanten..............................................................................8
2.2 Beredeneerd gedrag en zijn determinanten.............................................................................8
2.3 De attude: soorten, functes en fundamenten.......................................................................9
2.4 Communicate en gedragsverandering: bescheiden ambites................................................11
Hoofdstuk 5 Documentontwerp en systematsche verwerking: de kracht van argumenten............11
5.1 Pragmatsche argumentate in persuasieve communicate....................................................11
5.2 Dimensies van argumentkwaliteit...........................................................................................11
5.3 De wenselijkheid van gevolgen...............................................................................................12
5.4 De waarschijnlijkheid van gevolgen........................................................................................13
5.5. Alleen voor- of ook tegenargumenten?.................................................................................14
5.6 Volgorde-efecten...................................................................................................................14
5.7 De illustrate als argument......................................................................................................15
Hoofdstuk 9 Het ontwerpen en pretesten van persuasieve teksten................................................15
9.1 Determinanten van de gedragsintente..................................................................................15
9.2 Kenmerken van de doelgroep met betrekking tot het onderwerp en de bron.......................16
9.3 Boodschapstrategie en -tacktek.............................................................................................16
9.4 Het pretesten van de conceptboodschap...............................................................................17
Thuisarts.nl, hoe bevalt dat?................................................................................................................18
1
,De rol van taal in een digitale context..................................................................................................18
Paragraaf 1 Inleiding.........................................................................................................................18
Paragraaf 5 De burger als patint.....................................................................................................19
Methoden van evaluateonderzoek......................................................................................................19
Artkel: Vividness can undermine or enhance message processing: The moderatng role of vividness
congruency...........................................................................................................................................23
Artkel: Users’ abilites to review web site pages..................................................................................25
Introducte........................................................................................................................................25
Gerelateerd werk..............................................................................................................................25
Onderzoeksvragen............................................................................................................................25
Methode...........................................................................................................................................25
Resultaten........................................................................................................................................26
Discussie...........................................................................................................................................26
Een leesbare bijsluiter..........................................................................................................................26
Introducte en achtergronden: regels over bijsluiters en het transformeren van genres.................26
Twee empirische studies..................................................................................................................27
Op weg naar een betere bijsluiter....................................................................................................28
Informate over het maken van een enquête.......................................................................................28
Van pretestcommentaar naar een betere tekst...................................................................................29
Niet samengevat...................................................................................................................................31
Jansen (2012). Checklist schaalvragen..............................................................................................31
Pander Maat. Indelingscriteria teksthandelingen.............................................................................31
2
,Tekstanalyse: Methoden en toepassingen
Hoofdstuk 1 Functionele analyse
Inleiding
Een functionele analsee:
- Geef inzicht in de doelen die de schrijver met de tekst probeert te bereiken
- Geef de mogelijkheid een voorspelling te doen over de vraag of deze doelen al dan niet
bereikt zullen worden
- Begint met de context en richt zich dan op de tekst zelf
- Kun je toepassen op veel verschillende soorten zakelijke teksten (van reclame tot recensies)
Een functonele analyse voer je uit in vier stappen:
1. Bepaal het onderwerp, de zender, de doelgroep en het organisatedoel
2. Bepaal de communicateve doelen en kijk of deze leiden tot consecuteve doelen
(gedragsverandering bij de lezer)
3. Identifceer de functes v.d. verschillende onderdelen v.d. tekst en de teksthandelingen
4. Beoordeel de tekst en geef eventueel verbeterpunten
Achtergronden van de functionele analyse
Een belangrijk fundament v.d. functonele analyse is de Taalhandelingetheorie (van Austn en Searle).
In deze theorie wordt gepoogd een verbinding te leggen tussen de betekenis van taaluitngen en hun
functe in de communicate. Volgens de Taalhandelingstheorie wordt met elke taaluitng een
handeling verricht. Taalhandelingen zijn opgebouwd uit drie niveaus:
- Locutie: de handeling v.h. produceren v.d. taaluitng
- Illocutie: wat de spreker doet met zijn uitng
- Perlocutie: het beoogde efect
Taalhandelingen kunnen zowel direct (‘Doe je het raam even dicht?’) als indirect (‘Wat is het hier
koud.’) geuit worden.
De Taalhandelingstheorie richt zich in tegenstelling tot de functonele analyse doorgaans niet op
volledige teksten. De functonele analyse gaat in dat opzicht dus verder dan de
Taalhandelingstheorie.
Een tweede inspirate voor de functonele analyse is het onderzoek naar tekstkwaliteit. Hierbij kijkt
men wat een tekst tot een goede tekst maakt. Volgens Wright is hierbij vooral de functe van een
tekst belangrijk. Soms gaat het om begrijpelijkheid, soms om overtuigingskracht en soms om de
bruikbaarheid bij het uitvoeren van een taak. Daarom moet men voordat ze iets willen zeggen over
de kwaliteit van een tekst, eerst de functe van een tekst bepalen. De uitgangspunten:
- Functonele analyse leidt tot voldoende informate om de tekst te kunnen verbeteren.
- De context waarin de tekst een rol speelt, is het uitgangspunt v.d. analyse (speelt minder
belangrijke rol in dit boek).
Methode, stap 1: analyse van onderwerp, zender, doelgroep en
organisatiedoelen
Voordat je de bedoelde efecten van een schrijver op een tekst kunt bepalen, moet je eerst bepalen
wie de schrijver (zender) v.d. tekst is, waar de tekst over gaat (onderwerp), voor welke lezers de
tekst bedoeld is (doelgroep), en wat het organieatiedoel v.d. schrijver is. Bij het uitvoeren van deze
eerste stap voer je dus voornamelijk een klein contextonderzoek uit. Onder context verstaan we alles
wat je niet direct uit de tekst haalt (denk aan achtergrondinformate over de schrijver/organisate).
Analyse van onderwerp, zender, doelgroep en organisatedoelen:
- Onderwerp: waar de tekst over gaat (vaak te bepalen met hulp v.d. ttel of uiterlijk tekst)
3
, - Schrijver (zender): niet bekend? Dan de opdracht gevende organisate.
- Doelgroep: gaat zowel over leefijd, geslacht, etniciteit, etc. Er is hierbij verschil tussen:
o Alle lezers v.d. tekst (bv. de bezoekers v.d. website)
o De doelgroep v.d. tekst (bv. liefebbers van kofe)
o De aangesproken lezer (bv. kofeliefebbers die geregeld iflterkofe van Douwe
Egberts drinken)
- Organieatiedoelen: wat de zender uiteindelijk voor zichzelf wil bereiken met de tekst.
Voorbeelden: naamsbekendheid, winst, vertrouwen versterken, etc.
Methode, stap 2: bepalen van de communicatieve en consecutieve doelen
In deze stap bepaal je welke doelen de tekst bij de doelgroep probeert te bereiken. Teksten hebben
namelijk communicatieve doelen: efecten die de tekst teweeg moet brengen in ‘het hoofd v.d.
lezer’, ofewel cognitiee. Communicatieve doelen van een tekst zijn beoogde veranderingen in de
cognites v.d. doelgroep ten aanzien van een bepaald onderwerp. De omschrijving van een
communicatef doel bestaat uit drie elementen:
- De doelgroep
- Het soort cognite
- Het onderwerp v.d. cognite
Zes communicateve doelen onderscheiden die veranderingen in de cognites v.d. lezers betrefen:
Communicatief doel v.d. echrijver Verandering in cognitie v.d. doelgroep
Informeren De doelgroep weet dat …
Overtuigen
(van feiten) De doelgroep geloof dat …
(van meningen) De doelgroep vindt dat …
Opiniiren De doelgroep heef een mening over …
Instrueren De doelgroep is in staat …
Actveren (of motveren) De doelgroep is van plan …
Emotoneren De doelgroep voelt …
De functonele analysemethode is ontwikkeld voor de analyse van zakelijke teksten waarin
emotoneren vaak geen of een ondergeschikte rol speelt.
Vaak zijn teksten multifunctioneel: ze hebben meerdere communicateve doelen. Deze
communicateve doelen staan dan meestal niet los van elkaar, want bepaalde doelen ondersteunen
andere doelen (hiirarchie). De verschillende communicateve doelen v.d. tekst kunnen worden
weergegeven in een communicatief doelenechema: hiirarchisch schema, waarin de relate tussen de
doelen met pijlen aangegeven zijn. Echter zijn soms de communicateve doelen niet aan elkaar
gerelateerd (uitend in twee doelenschema’s) of is een tekst bijvoorbeeld bestemd voor verschillende
doelgroepen (ook uitend in twee doelenschema’s).
Soms willen zenders naast communicateve doelen, ook een coneecutief doel (= gedragsverandering
v.d. lezer) bereiken. Vaak volgen deze consecuteve doelen logischerwijs uit het bovenaan staande
communicateve doel. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen een gedragsintente of
handelingskennis (communicateve doel) en het feitelijke gedrag (het consecuteve doel).
Consecuteve doelen worden omschreven in termen van gedrag v.d. doelgroep (en deze doelen
worden doorgaans ook wel gekwantifceerd).
Methode, stap 3: teksthandelingen inventariseren en koppelen aan de
communicatieve doelen
Twee vragen beantwoorden:
1. Welke teksthandelingen worden er verricht in elk onderdeel v.d. tekst?
4
, Criteria voor het vaststellen van een tekstonderdeel:
- Visuele criteria: elk visueel geheel (hoofdstukken, paragrafen, regelindeling, leestekens)
- Inhoudelijke criteria: wanneer het over een bepaald onderwerp gaat.
- Talige criteria: bijvoorbeeld ttels, kopjes, aankondigende zinnen, signaalwoorden
Teksten zijn hiirarchisch opgebouwd, waardoor je eindeloos kunt doorgaan tot op het kleinste
detail: tekst hoofstukken paragrafen sub-paragrafen sectes alinea’s zinnen. In de
praktjk werkt men meestal met grotere analyse-eenheden.
Onder tekethandelingen verstaan we tekstonderdelen met een bepaalde illocutonaire strekking die
een bijdrage leveren aan een of meer communicateve doelen van een tekst. Net als communicateve
doelen kunnen we teksthandelingen indelen naar de cognites die ze (proberen te) beïnvloeden:
- Informatieve tekethandelingen zijn gericht op het beïnvloeden van kennis. Veelgebruikte
informateve teksthandelingen: beschrijven, rapporteren, melden, analyseren, voorspellen.
- Inetructieve tekethandelingen zijn gericht op het beïnvloeden van vaardigheden.
Veelgebruikte teksthandelingen: instrueren, uitleggen hoe, tonen hoe, aanwijzingen geven.
- Pereuaeieve en opiniërende tekethandelingen zijn gericht op het beïnvloeden van
overtuigingen en meningen. Veelgebruikte teksthandelingen: betogen, beweren, klagen.
- Activerende tekethandelingen zijn gericht op het beïnvloeden van gedragsintentes.
Veelgebruikte teksthandelingen: opdragen, vragen, adviseren, voorstellen, oproepen.
- Emotionerende tekethandelingen zijn gericht op het beïnvloeden van gevoelens.
Veelgebruikte teksthandelingen: feliciteren, verontschuldigen, bedanken, condoleren.
Twee andere soorten teksthandelingen zijn: commieeieve en bepalende tekethandelingen. Deze
handelingen dienen een sociaal doel. Het gaat hierbij om een soort ofciile handeling. Bij
commieeieven ga je een bepaalde verplichtng aan (bv. ‘beloven’). Bij bepalende tekethandeling
vindt er een verandering in de wereld plaats (bv. ‘ontslaan’). Hierbij zijn de communicateve doelen
minder belangrijk dan het sociale doel.
2. In hoeverre dragen de teksthandelingen bij aan het realiseren v.d. communicateve doelen?
Hierbij kijk je naar:
- In hoeverre de teksthandelingen de communicateve doelen steunen.
- Als de teksthandelingen niet het doel ondersteunen, is de tekst niet optmaal.
- Een doel zonder teksthandelingen zorgt echter ook voor een niet optmale tekst.
- Hoe makkelijker alles te koppelen is, hoe beter de kwaliteit.
Methode, stap 4: evaluatie van en verbetersuggesties voor de tekst
- Afvragen of de doelgroep en aangesproken lezer goed gekozen zijn
- Kijken of de verschillende doelen gemakkelijk schematsch weer te geven zijn in een
doelenschema (als dat niet zo is, heb je waarschijnlijk te maken met een gecompliceerde
tekst)
- Gevonden teksthandelingen koppelen aan de communicateve doelen
- Aanbevelingen geven ter verbetering v.d. tekst
Hoofdstuk 2 Coherentieanalyse
Relationele coherentie
Een manier om de samenhang in een tekst te onderzoeken is een analyse v.d. relationele coherentie.
Daarbij wordt nagegaan welke betekenisrelates er bestaan tussen de eenheden. Er wordt
geanalyseerd hoe de betekenissen van tekstdelen met elkaar samenhangen. Hierbij wordt zowel
gekeken naar verbanden tussen zinnen als naar verbanden binnen zinnen. Daarnaast houdt de
5