Chapter 1 - The workings of the fashion industry
DIFFERENTS ROLES
Developer/Production coordinator
- Anticiperen en problemen voorkomen voor ze er zijn
- Analytisch en georganiseerd
- Comfortabel met cijfers
- Onderhandelen met o.a. designers
- Oog voor detail: bij stoffen foutjes herkennen
Designer
- Designs stoffen, prints, borduursels
- Samen met de developer stoffen en kleur bepalen
- Als de collectie klaar is helpt de designer bij ‘selling tools’
- Design director, design manager, junior designer, graphic designer, print designer
- Concept designer: kijkt naar welke richting ze qua design op gaan op basis van
research, trend forecasting, muziektrends, shows etc.
Development
- De link tussen de designer en fabrieken
- Helpt bij het selecteren van stoffen en kleuren en kijkt daarbij financieel
- Geeft feedback op samples
- Organiseert een lancering voor het presenteren van samples aan het sales team
- Development director, product development, product developers, development
assistant, product manager, category manager
Production
- Werkt samen met de developer van productie tot lancering
- Regelt het plannen van productie
- Tijdens het maken van de collectie dit in de fabrieken controleren
- Checkt de kwaliteit
- Production director, production/sourcing manager, production coordinator, quality
control assistant
Merchandising
- Verantwoordelijk voor het financiële gedeelte
- Werkt samen met de developer en production
- Brengt een prijsstructuur aan
- Zorgt dat het bedrijf winst maakt en voor eventuele aanpassingen
- Na de samples het regelen van productiekosten en leveringsdata
- Merchandise manager, merchandise and buy manager, merchandise and buy
planner, merchandise assistant
,Pattern maker
- Maakt papier patronen van schetsen
- Zet de schets van een designer om naar een patroon dat daadwerkelijk
geproduceerd kan worden (met berekeningen etc)
- Worden ook wel fit technicians genoemd
- Werkt het gehele proces mee, zo ook met de fabriek
Sales team
- Verkoopt de uiteindelijke collectie aan klanten (internationale bedrijven, kleine
winkels of warenhuizen)
- Ze houden de merchandisers op de hoogte hoe de verkoop gaat, voor eventuele
aanpassingen als dat nodig is
- Sales manager, sales agent
Branding manager
- Ontwerpt labels, knopen, badges voor de kledingstukken
- Als je met branders werkt, werk je vaak ook met accountmanagers
SEASONS AND BUSINESS MODELS
Eerst: fall/winter - spring summer
Nu: Pre fall - Holiday - pre spring - summer
Kleinere collecties om de klanten continu te laten kopen
Wholesale lines
- Warenhuizen of kleine winkels
- Twee tot zes verschillende collecties per jaar
- Merken plannen deze collecties en verkopen het aan de winkels
Retail lines
- Alleen winkels (bijv. een merk met eigen winkels, Zara, H&M, Levi’s)
- Ook twee tot zes verschillende collecties per jaar, maar vult dit veel vaker aan
- Ontwikkelproces is korter en daardoor makkelijker in te spelen op trends
- Als iets goed loopt, meer ervan toevoegen
,FROM CONCEPT TO PRODUCTION
1. Concept - zoeken naar stoffen, kiezen van kleuren, afbeeldingen, weerspiegelen van
ideeën naar de vorm van kleding (ruggengraat van een designer)
2. Range plan - een document met daarop alle kledingstukken die de collectie bevat in
kleur etc., alles wat nodig is om winst te maken (ruggengraat van een merchandiser)
3. Start design - schetsen maken voor de developer, kiezen van de uiteindelijke
kleuren en stoffen
4. Development matrix - voor het beheren van het ontwikkelproces van begin tot eind.
Bevat alle informatie die nodig is: referentiecodes, kleuren, stoffen, namen. Na 10
weken kan de developer technical packs samenstellen.
5. Branding - wanneer de stoffen in productie zijn kan branding beginnen. Omvat alles
wat de naam draagt aan, op of in het kledingstuk
6. Fabrieken kiezen - hier zijn veel verschillen in, waar wil je als bedrijf mee werken?
Welke fabriek maakt het zoals jij wilt?
7. Feedback op prototype - Feedback geven aan de fabrieken wanneer deze de
prototypes klaar hebben. Hierna kan de fabriek een tweede prototype maken. Dit
moet keer op keer gereviewed worden.
8. Collectie lancering - het uiteindelijke doel, vanaf dit punt gaat het salesteam aan de
slag. Hierbij kan in kaart worden gebracht of de collectie een succes is.
, Chapter 2 - The concept
WHAT IS A CONCEPT?
Een design direction voor kleur, stof, vorm, gevoel bedacht aan het begin van een seizoen.
Het is het gevoel van de collectie waarbij het idee wordt vertaald naar iets waar naar
gekeken kan worden.
ELEMENTS OF A CONCEPT
Stoffen
- Zijn heel belangrijk voor het gevoel van het concept
- Tastbare uitdrukking
- Je kunt het aanpassen op je thema, om dit te versterken
Kleur
- Kleurenpallet met verschillende tinten, wassingen, vlekken etc
- Niet alleen het kledingstuk maar ook de opdrukken, ritsen, knopen etc
- Kleur moet passen bij de stof om een gevoel te bevestigen
Vorm
- Elk seizoen veranderen de vormen (bijv. flared broeken, lage broeken)
- Maar ook maten, iedere 5cm kan verschil geven
Gevoel
- Het emotionele element
- Hier kunnen foto’s, modellen, make-up en locatie een grote rol bij spelen
WHO CREATES THE CONCEPT?
Sommige bedrijven hebben concept designers, wiens werk het is om de weg van het
concept te bepalen. Ze moeten hierbij de klant snappen en daarmee inspelen op de
nieuwe collecties. Hierbij volgen ze allerlei trends.