The workings of the fashion industry:
De rollen van de developer en de productie coördinator zijn fundamenteel voor het creëren van
een collectie. : Ze werken nauw samen met ieder team in het merk. Ze zorgen ervoor dat de
collectie wordt gecreëerd, geprijst, geconstrueerd en geleverd wordt op de juiste tijd en op de juiste
plek.
Developer/ production coördinator: anticiperen op problemen, oplossing klaar hebben voor ze
opspelen. —> analytisch en georganiseerd zijn.
Rollen die nodig zijn om een collectie te creëren:
in het algemeen vier area’s van expertise:
- designer —> ontwerpt de collectie, definieert het concept, selecteert stoffen en kleur samen met
developer, is betrokken bij de sample reviews.
- development —> de link tussen de ontwerper en het bedrijf, zorgt voor de massa productie van
de kledingstukken. De developer communiceert de wensen van de designer naar het bedrijf
zodat er een sample gemaakt kan worden.
- production and —> zorgt dat de collectie gemaakt en geleverd wordt werkt nauw samen met
developer
- merchandiser —> zorgt voor het financiële deel van het bedrijf, zorgt ervoor dat het merk winst
maakt, werkt samen met developer en productie coördinator.
wholesale line:
Wholesale lines worden gekocht door department stores of kleine independent shops door het jaar
heen die het aan het publiek verkopen. Deze line heeft 2 tot 6 collecties per jaar.
Retail lines:
Een retail line is alleen voor retail outlets. Dit kan bijvoorbeeld een high street chain zijn of een
merk die zijn eigen winkels heeft. Ook 2 tot 6 collecties per jaar.
Van concept naar productie (1):
Concept: begin van iedere collectie. Het is het fundament waarop de collectie wordt gecreëerd en
het is een belangrijk referentie punt voor de stages van development en productie.
Op dezelfde tijd als dat het concept wordt gecreëerd wordt het
range plan opgesteld door de mechandiser en developer.
range plan: een document waarin al de de kledingstukken
staan die de collectie nodig heeft. Met daarbij wat er nodig is
om winst te maken voor het merk. ——>
Nadat het range plan is opgesteld beginnen de designers met
het maken van de collectie aan de hand van het concept.
Aan het begin van het design proces maakt de developer de
development matrix: dit is een document dat gebruikt wordt
om het development proces te managen van begin tot eind. Het
categoriseert al de relevante informatie voor de kledingstukken
zoals de referentie code, kleur, stof en stijl naam.
, Tech packs: ( rond 10 weken in het proces) gedetaileerde documenten die het bedrijf precies
vertellen hoe het kledingstuk eruit moet zien. Ze bevatten een schets, informatie over de stof en
kleur, maattabel, en details van de knopen labels en draden van ieder ontworpen product.
De tech packs worden overhandigd aan de fabrieken zodat er prototypes gemaakt kunnen worden
van de kledingstukken.
Wanneer de kledingstukken gemaakt worden kunnen de designer en developer een kijk nemen
naar de branding van een collectie. Branding: verzamelnaam voor knopen, labels, embroidery
designs en alles dat de naam van het merk zal dragen binnen of buiten het kledingstuk.
The concept (2):
Concept: een concept is een design richting voor de vorm, kleur, mood en stoffen voor iedere
modecollectie en wordt gecreëerd aan het begin van het seizoen.
Vier delen van het concept:
- Fabric: deze zijn heel belangrijk voor het gevoel van een concept. Ze voegen een extra
dimensie toe aan het concept, maar ze hoeven niet de enige stoffen te zijn die gebruikt moeten
worden voor de collectie. Het is een signature element.
- Kleur: Naast de selectie van stoffen wordt een kleur palette toegevoegd. Het palette is een
collectie van kleuren, tinten etc die gebruikt zullen worden tijdens de range collectie.
- Shape: De vormen in een concept refereren naar de maat elementen van de kledingstukken in
de collectie, en ieder seizoen veranderen de vormen van de kledingstukken voor mannen en
voor vrouwen.
- Mood: De mood van een concept voegt een emotioneel aspect toe dat ‘sets the scene’ voor de
andere elementen.
Range plan (3):
Wat wordt er weer gegeven in een range plan?
Product groepen: Bijv denim, leather jackets, light weight jersey etc.
Garment types: de kledingstuk types bijv: pants, skirts, dresses.
Styles: kunnen informatie geven over materiaal (wool coat )of een bepaalde fit (skinny, wide leg
etc)
Selling prices: prijs voor verkoop van de productgroepen.
Range plan wordt opgesteld aan het begin van het productieproces net na het concept.
Basic, mid en top styles:
Basic: alle veilige stijlen die maand op maand en jaar op jaar verkocht worden. Ze zorgen voor het
normale inkomen voor een bedrijf. bijv zwarte sokken (goedkoopst)
Mid: deze stijl is iets duurder en zijn stijlen die kleurrijker zijn. Misschien door extra strepen of een
patroon. Deze laag voegt interesse toe maar is niet heel gek of te duur. Deze laag kan regelmatig
geüpdatet worden om de ‘range’ van de winkels interessant te houden.
Top: Dit is het product waar de klanten naar verlangen, maar het geld misschien niet voor hebben.
Dit is bijv de cashmere sok of de sok met een gekke kleur of patroon. Het is cruciaal voor de range