Psychologische stromingen Lilian Köhlinger, VL2K
Blok 3, 21 maart 2013
Week 4, hoofdstuk 5
Cognitieve psychologie
De binnenkant (hersenprocessen) van een organisme wordt onderzocht om gedrag adequaat te
begrijpen centralisme. Duidelijke breuk met behaviorisme.
De cognitief psycholoog wil begrijpen hoe gedrag tot stand komt. Hij stelt de vraag waarom iemand
iets doet.
Bij het begrijpen van gedrag wordt informatieverwerking centraal gesteld. Mens wordt vergeleken
met een computer die info verwerkt en daar al dan niet op reageert.
Mens is actief en creatief wezen dat zijn gedrag aanstuurt.
Niet vergeleken met dieren. Mensen hebben beschikking over taal en daarom andere cognitieve
processen.
Kinderen verschillen van volwassenen, typische cognitieve vermogens zijn bij kinderen afwezig of nog
in ontwikkeling.
Behaviorisme:
- Periferalisme
- Gedrag voorspellen
- Mens als reagerend op stimuli en consequenties uitlokken
- Continuïteit tussen gedrag van mens en dier
Geschiedenis:
Start rond 1960 in de VS. Er bestonden al wel ideeën.
Reactie op behaviorisme.
Omslag niet door ontwikkelingen in psychologie zelf, maar door maatschappelijke ontwikkelingen
(tweede wereldoorlog /communicatie/, uitvinding vd computer, linguïstiek /taalkunde/).
Ontwikkelingen in de techniek kan de psychologie ook beïnvloeden.
Ulric Neisser (vond de computer uit), Noam Chomsky (hij ontdekte dat eskimo’s meer dan 30
woorden hebben voor sneeuw, aangeboren taalvaardigheid) en Jean Piaget.
Invloed 2de wereldoorlog: zender codering boodschap medium ontvanger decodering
boodschap effect l
L ruis
De oorlogssituatie maakte de behoefte aan informatie over communicatieprocessen duidelijk.
Mensbeeld:
Mens is informatieverwerker en –bewerker.
Innerlijke cognitieve processen staan centraal.
Verschillen tussen mensen en dieren (mensen beschikken over taal, model-leren, regel-leren en
probleem oplossen komt voor bij mensen en cognitieve vaardigheden komen in de loop van het
leven tot volwassenheid.). Behalve wanneer je dementeert breken de cognitieve vaardigheden al af
voordat je dood gaat.
Mensbeeld, alle drie de vormen zijn van toepassing:
1. Mechanistisch (vroege vorm van cognitieve psychologie)
2. Organistische visie (latere ontwikkelingen, de interactie tussen omgeving en organisme
wordt benadrukt. Waarnemen en informatie verwerken zijn processen van betekenis
verlenen en construeren)
3. Personalistische visie (de mens is een actief en scheppend wezen)
, Biopsychosociale model:
- Nadruk op psychisch niveau
- Belang van biologische factoren wordt onderkend (mensen hebben aangeboren
mogelijkheden om bepaalde gedragsvormen te ontwikkelen, voorwaarde is dat deze
gestimuleerd worden in de sociale omgeving)
Cognitief functioneren
2 resultaten van onderzoek:
1. Er bestaan 2 verschillende cognitieve processen (a. doelbewust gestuurd en gecontroleerd,
b. automatisch)
2. We zijn ons vaak niet bewust van de cognitieve processen, van de resultaten wel
Theorieën over cognitie:
- Waarneming en cognitieve schema’s (cognitieve psychologie)
- Geheugen (cognitieve psychologie)
- Cognitieve ontwikkeling (opvoeding en hulpverlening)
- Persoonlijkheid (opvoeding en hulpverlening)
Waarneming en cognitieve schema’s
Waarneming is een actief proces:
- Een schema bevat verwachting over de werkelijkheid
- Een schema verdeelt de aandacht
Cognitief schema: innerlijke weergave van object of situatie:
- Algemeen of specifiek
- Kennis en emotionele kleuring
- Individuele verschillen
- Culturele verschillen
Schema’s als leidraad voor selecteren, coderen terughalen en verwerken van informatie.
4 mechanismen in schema’s:
1. Selectie
2. Interpretatie en transformatie
3. Herinnering
4. Actie
Waarneming is de wisselwerking tussen cognitieve schema’s en informatie uit de omgeving.
NIET VOOR TOETS! Waarneming is een actief en cyclisch proces waarin 3 fasen kunnen worden
onderscheiden
1. Hypothesefase
2. Informatiefase
3. Confirmatiefase
Geheugen:
Bewuste verwerking en opslag van informatie staat centraal
Niet los te zien van waarneming: waarneming wordt gestuurd door wat wij al weten en voedt het
geheugen
Het geheugenmodel van kortetermijngeheugen (KTG) en langetermijngeheugen (LTG) gaat uit van
een lineaire ordening en bewuste verwerking van informatie. Dit geheugenmodel blijkt niet correct:
niet alle geheugenprocessen verlopen lineair en bewust.
Schematisch model:
TOETS! Prikkels (informatie) SG (sensorisch geheugen) KTG
(kortetermijngeheugen) LTG (langetermijngeheugen) gedrag
Cognitieve psychologen hebben geen dingen over het onbewuste onderzocht. Ze waren zich er wel
bewust van, maar er zijn geen feiten over te vinden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Liliannnanette. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.