Dieetbehandelingsrichtlijn 43:
Het doel van enteraal en/of parenteraal voeden is het streven naar een veilige andere toedieningsweg
voor nutriënten, omdat de orale weg onvoldoende toevoer kan bieden. Er zijn veel behandeldoelen te
definiëren voor het toedienen van deze vormen van voeding. Een aantal voorbeelden van
behandeldoelen is het handhaven of doen toenemen van de spiermassa (vetvrije massa), het handhaven
of verbeteren van de voedingstoestand en het handhaven van het gewicht of streven naar
gewichtstoename. Bij het starten van enterale en/of parenterale voeding is het zeer belangrijk van
tevoren in overleg met de patënt en behandelaar einddoelen van de kunstmatge voeding af te spreken.
Enterale voeding = dun vloeibare voeding die alle voedingsstofen (kh, eiwit, vet, vitamine, mineralen en
vocht) bevat om een patënt een optmale voeding aan te bieden. Enterale voeding wordt via een
kunstmatge weg direct aangeboden in het maagbdarmkanaal.
Indicaties enteraal voeden: wanneer een patënt ondervoed is en wanneer verwacht wordt dat bij een
patënt in goede voedingstoestand e orale voedselinname gedurende ten minste dagen onvoldoende is.
Indicates voor onvoldoende voeding: obstructes maagbdarmkanaal, dysfagie, kaakfractuur, chirurgische
ingrepen rondom hoofdb en halsgebied, bewustzijnstoornis, kunstmatge beademing, anorexie ten
gevolge van ziekte, operates, acute fase van ziekte (pancreatts, Crhn), psychische problemen.
Doelstelling 100% van de behoefe toe te dienen
Parenterale voeding = voeding die zonder gebruik te maken van het spijsverteringskanaal in het lichaam
wordt gebracht. De voeding wordt direct in de bloedbaan toegediend. Bevat voor de mens alle
noodzakelijk voedingstofen en de samenstelling kan variëren afankelijk van de behoefe.
Indicaties parenteraal voeden: als een patënt langer dan dagen niet gevoed kan worden via het maagb
darmkanaal.
Door : fistels met veel uitscheiding zonder sonde, acute pancreatts, verminderd absorberend vermogen
van de dunne darm (sbs), ernstge diarree, intestnale bloedingen, motlliteitsstoornissen, ondervoeding
Combinate enterale & parenterale voeding als een patënt parenterale voeding gebruikt en de darm
dit toelaat, is het aan te bevelen een klein e hoeveelheid enterale voeding te geven. (positeve invloed op
darmintegriteit en voorkomen van bacteriële translocate).
Complicaties van enterale en/of parenterale voeding
1. (dreigende) refeeding: als gestart wordt met voeden, zowel oraal enteraal of parentaal, moet men alert
zijn op het refeedingssyndroom. Bij alle
vormen van toedienen van voedingsstofen
moet er rekening mee worden gehouden,
juist als de toegediende voeding en/of
vocht een grote hoeveelheid glucose bevat
en weinig elektrolyten en vitamines zoals
bij patënten die vocht en een glucoseb
infuus krijgen toegediend.
Risico factoren BMI <18,5, anorexia,
chronisch alcoholgebruik, oncologische
aandoeningen, oudere patënten, DM1,
chronisch of acuut ondervoede patënten,
maagzuurremmers/diuretca gebruikers
(chronisch)
, Hyperalimentate is het overvoeden van een patënt. Het kan zorgen voor significante metabole complicates
en moet vermeden worden. Door overvoeden wordt de metabole stress in het lichaam verhoogd. Tevens kan
een patënt in een metabole acidose komen, wat kan leiden tot hyperventlate. Hyperalimentate verhoogt het
energiemetabolisme, verhoogt de enzymatsche actviteit van de lever, verhoogt het zuurstofverbruik en de
producte van CO2. Vooral bij patënten met een verminderde cardiale, ventlatoire en/of respiratoire functe
kan dit complicates geven. Hyperalimentate kan steatose van de lever en hypertriglyceridemie veroorzaken,
wat onder andere de immuniteit verlaagt.
2. Gastrobinestnale complicates bij toediening van enterale voeding
b aspirate: komt vooral voor bij patënten die niet goed kunnen ophoesten, patënten met verminderde
maagontlediging, neurologische en gesedeerde patënten en patënten met een stoma.
Oorzaken : verminderde maagmotlliteit, patënt ligt plat, dislocate sonde
b diarree: definite bij volwassenen = >200 gram feces per 24u en/of frequente van meer dan 3x per dag of
vaker dan normaal. In veel gevallen is de oorzaak van diarree een infecte of bacteriële overgroei.
Oorzaen: vezelarme sondevoeding, te hoge snelheid van toedienen, te hoge osmolaritet, malabsorpte,
onvoldoende hygiëne en medicate
b Obstpate : door onvoldoende vochtnname, voedingsvezelarme sondevoeding, inactviteit en medicate
b Misselijkheid, braken en opgezete buik: door te hoge snelheid toedienen, gekoelde sondevoeding,
hoeveelheid voedingsvezel en vet uit de sondevoeding
Complicaties van parenterale voeding
toedienen van intraveneuze voeding direct in de bloedbaan is, indien het op een juiste wijze gebeurt met
goede monitoring, een veilige manier van voeden.
Complicate Mogelijke oorzaken Behandeling
Leverenzymstoornissen Onderliggend ziektebeeld, Goede monitoring leverwaarden,
onderliggende infecte, te hoog vetsamenstelling evalueren
vet/energiegehalte
Elektrolytenafwijking Onderliggend ziektebeeld, Goed monitoren van
verliezen elektrolyten, te laag elektrolyten, antciperen op
elektrolytenaanbod, refeeding toename/afname verliezen
Hypob of hyperglycemie Onderliggend ziektebeeld, Voorkom hyperalimente,
hyperalimentate, insulineb gebruik bij nietbcontnu toevoer
intolerante parenterale voeding opb en
afbouwschema
Hypertryglyceridemie Hyperalimentate, ernstg zieke Voorkom hyperalimentate
patënt
Osteoporose Onderliggend ziektebeeld, Adequate calciumb en vitamine D
medicate, te weinig Vit D toevoer waarborgen, monitoring
botstatus
Mechanisch
pneumothorax, dislocate
katheter, verstopte katheter,
infecte of trombose
Enterale en/of parenterale voeding wordt geforceerd toegediend en daarom is het belangrijk de reacte
van het lichaam op deze wijze van voeden te monitoren. Nierb en leverfuncte, elektrolytenstatus,
micronutriëntenstatus (vooral ijzer en vitamines) en bloedbeeld moeten minimaal bij aanvang en daarop
wekelijks, tot stabiliteit is behaald, worden bekeken.