Samenvatting leerdoelen psychiatrie een inleiding
Hoofdstuk 1: Introductie
Een psychische stoornis kan worden omschreven als het geheel van afwijkende emoties,
gedachten of gedragspatronen dat wordt gekenmerkt door onder andere een storing in
het functioneren en (persoonlijk) lijden. Psychiatrie is het medisch specialisme dat zich
richt op de diagnostiek en behandeling van psychische stoornissen. Een psychiater is
iemand die na de studie geneeskunde een vervolgopleiding heeft gedaan waarin hij of zij
zich heeft gespecialiseerd in het diagnosticeren en behandelen van patiënten met
psychische stoornissen. Een psychiater mag, in tegenstelling tot een psycholoog,
medicatie voorschrijven.
Criteria voor afwijkend gedrag:
Uitzonderlijk (afwijkend of abnormaal, op zichzelf is uitzonderlijk gedrag niet
afwijkend of abnormaal, wel wordt het als maatstaf gebruikt bij de beoordeling
van abnormaliteit);
Sociaal afwijkend (bijvoorbeeld afwijken van bepaalde
normen/gewoonten/opvattingen, wat verschilt per cultuur);
Foute perceptie of interpretatie van de realiteit (bijvoorbeeld dingen zien of horen
die er niet zijn, hallucineren, wanen);
Aanzienlijk emotioneel lijden (bijvoorbeeld grote angst of depressie, hoeft niet
altijd afwijkend te zijn, bijvoorbeeld angst na een auto-ongeluk is niet afwijkend);
Ongepast of contraproductief gedrag (gedrag dat onprettige gevoelens oproept);
Gevaar (gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen).
Verleden
Ca. 460-366 v.Chr. beweerde Hippocrates dat de gezondheid van het lichaam en de geest
wordt bepaald door een evenwicht in de humores, lichaamssappen. Een verstoring van
het evenwicht tussen de humores zou verantwoordelijk zijn voor afwijkend gedrag. In de
middeleeuwen werd er door de katholieke kerk afwijkend gedrag gezien als een teken
van bezetenheid door geesten of de duivel. Rond 1600 kwamen er ‘gekkenhuizen’, waar
de ‘gekken’ slecht behandeld werden en gekkenhuizen/gestichten uit groeiden tot ware
publiekstrekkers zoals een dierentuin. Vanaf 1800 werden mensen met afwijkend gedrag
gezien als ziek en hadden zij daarom recht op een menselijke bejegening. Er ontstond
‘morele therapie’ voor de zieken. In de 2e helft van de 19e eeuw raakte het idee dat
afwijkend gedrag kon worden behandeld en genezen niet geloofd, werden de afwijkende
mensen geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis, waar zij erg slecht behandeld werden,
ver weg van de bewoonde wereld. Zo hadden de burgers er geen last van. Midden jaren
’50 kwamen er nieuwe maatschappelijke opvattingen en kwamen er mogelijkheden voor
het behandelen van patiënten, door medicinale ontdekkingen. Zo konden de
‘ongeneselijke’ patiënten weer deelnemen in de samenleving. Tegenwoordig zijn burgers
en patiënten in eerste instantie zelfverantwoordelijk om hun problemen aan te pakken,
en worden patiënten niet opgenomen, tenzij er geen alternatief is.
Twee belangrijke ethische principes die gelden voor psychologisch onderzoek zijn
informed consent en vertrouwelijkheid. Informed consent vereist dat proefpersonen de
vrijheid moeten hebben ervoor te kiezen of zij wel of niet mee willen doen aan onderzoek.
Bij vertrouwelijkheid gaat het erom dat degenen die meewerken aan een onderzoek
anoniem zullen blijven.
,Hoofdstuk 2: Visies op afwijkend gedrag en behandelmethoden
Biologisch perspectief
De invloed van het biologisch perspectief is toegenomen door enkele succesvolle
medicijnen voor psychische aandoeningen en technieken om hersenfuncties en
lichamelijke processen te meten in wetenschappelijk onderzoek. Kennis van biologische
fundamenten van afwijkend gedrag is afgelopen jaren gegroeid. Het functioneren van het
zenuwstelsel speelt een rol in de ontwikkeling van afwijkend gedrag. Psychofarmaca
lijken de beschikbaarheid van neurotransmitters in de hersenen te beïnvloeden. Dit zorgt
voor het vermoeden van veel wetenschappers dat onregelmatigheden in de werking van
neurotransmitters in de hersenen een belangrijke factor vormen in het ontstaan van deze
abnormale gedragspatronen. Een neurotransmitter is een chemische stof die neurale
boodschappen van de ene neuron naar de andere vervoert. Er wordt medicatie bij
bepaalde psychische ziektes, zoals depressie, die de betrefende neurotransmitter
beïnvloed. Bij depressie is er bijvoorbeeld een verstoring van het chemische evenwicht in
de hersenen, met name bij de neurotransmitter serotonine. Medicijnen tegen depressie,
zoals Prozac en Zoloft, die ervoor zorgen dat serotonine in de hersenen verhogen.
Neurotransmitter Functies Verband met afwijkend gedrag
Acetylcholine Controleert spiercontracties en Alzheimerpatiënten hebben vaak
de vorming van herinneringen een lager acetylcholinegehalte
Dopamine Reguleert spiercontracties en Wellicht speelt een overvloed aan
mentale processen die te dopamine in de hersenen een rol
maken hebben met leren, bij het ontstaan van schizofrenie
herinneren en emoties
Norepinefrine Reguleert mentale processen Verband tussen onbalans in
die te maken hebben met leren norepinefrinegehalte en
en herinneren stemmingsstoornissen als
depressie
Serotonine Reguleert stemmingen, Wellicht verband tussen
verzadiging en slaap onregelmatigheden in
serotoninegehalte en depressie en
eetstoornissen
Bij veel psychische stoornissen is er sprake van afwijkingen in het systeem van
neurotransmitters, maar er is nog weinig bekend over de exacte oorzakelijke
mechanismen. Ook is er een verband tussen afwijkingen in specifeke hersengebieden en
verschillende vormen van afwijkend gedrag.
Het zenuwstelsel bestaat uit twee belangrijke onderdelen, het centrale zenuwstelsel en
het perifere zenuwstelsel, die uit twee onderdelen bestaan. Het centrale zenuwstelsel
wordt gevormd door de hersenen en het ruggenmerg. Het perifere zenuwstelsel bestaat
uit de zenuwen (neuronen) die (a) sensorische boodschappen ontvangen en naar de
hersenen en het ruggenmerg verzenden, en (b) de zenuwen die boodschappen vanuit de
hersenen of het ruggenmerg verzenden naar de spieren en naar de klieren.
Bij de meeste stoornissen is er sprake van interactie tussen biologische factoren en
omgevingsfactoren.
Psychologisch perspectief
Psychodynamische modellen
Psychoanalytische theorie (psychoanalyse) (Freud) is het idee dat psychologische
problemen aangestuurd worden door onbewust motieven en conficten, die zijn terug te
voeren op de kindertijd. Deze onderlinge conficten hangen samen met onze primitieve
seksuele en agressieve instincten en de behoeften om deze impulsen uit ons bewustzijn
te weren. Volgens Freud zijn abnormale gedragspatronen niets anders dan symptomen
van de dynamische worstelingen die plaatsvinden in onze geest. Het bewuste deel van de
geest komt overeen met ons huidige bewustzijn. Het voorbewuste deel bestaat uit
, herinneringen waarvan we ons niet bewust zijn, maar die opgeroepen kunnen worden
door onze aandacht erop te richten. Het onderbewuste deel van de geest blijft altijd
verborgen. De inhoud ervan kan alleen met grote moeite aan de oppervlakte worden
gebracht, als dat überhaupt lukt. Verder onderscheidt Freud onze persoonlijkheid in drie
psychische structuren:
Id (de onbewuste psychische structuur die onze primitieve instincten bevat en die
wordt aangestuurd door het lustprincipe (eist directe bevrediging van instinctieve
verlangens zonder rekening te houden met sociale normen en waarden of met de
behoeften van anderen). Is al vanaf de geboorte aanwezig);
Ego (de psychische structuur die overeenkomt met het concept van het zelf, werkt
volgens het realiteitsprincipe (houdt rekening met sociale acceptatie en praktische
overwegingen) en is in staat om frustratie te tolereren. Dit ontwikkelt zich tijdens
het eerste levensjaar);
Superego (de psychische structuur die de normen van ouders en belangrijke
anderen internaliseert en die functioneert als moreel geweten. Rond de leeftijd
van vier ontwikkelt dit onderdeel zicht).
Volgens Freud zijn afweermechanismen strategieën om de realiteit te vervormen, door
het ego gebruikt om het zelf te beschermen tegen het bewustzijn van angstaanjagende
zaken.
Afweermechanism Definitie Voorbeelden
e
Verdringing Verdrijving van angstaanjagende Een student vergeet de
ideeën uit het bewustzijn naar uiterste inleverdatum van
het onbewuste een belangrijk werkstuk
Regressie Terugkeer, tijdens stress, naar Een adolescent huilt als hij
een vorm van gedrag dat de auto van zijn ouders
kenmerkend is voor een eerder, niet mag lenen
ontwikkelingsstadium
Rationalisatie Gebruik van misleidende Een student verklaart haar
rechtvaardiging voor spiekgedrag door te
onacceptabel gedrag zeggen dat de docent het
lokaal verliet tijdens een
tentamen
Verplaatsing Verplaatsing van ideeën en Een werknemer zoekt ruzie
impulsen over bedreigende of met haar man nadat ze van
ongeschikte objecten naar haar leidinggevende een
minder bedreigende objecten standje heeft gehad
Projectie Toeschrijven van de eigen Een vijandige persoon
onacceptabele impulsen aan beschouwt de wereld als
anderen, zodat het lijkt of het een gevaarlijke plek
andermans impulsen zijn
Reactieformatie Gedrag dat tegengesteld is aan Iemand die boos is op een
de werkelijke impulsen, om de familielid gedraagt zich
werkelijke impulsen te ‘misselijkmakend aardig’
onderdrukken tegenover de persoon in
kwestie
Ontkenning Weigeren om de werkelijke aard Een zware roker kan zich
van een bedreiging onder ogen niet voorstellen dat hij
te zien kanker of een hartziekte
zal krijgen
Sublimatie Ombuigen van primitieve Iemand schildert naakten
impulsen in positieve, vanwege hun ‘schoonheid’
constructieve acties en vanwege ‘kunst’
Stadia van psychoseksuele ontwikkeling (Freud):
Het orale stadium (1e levensjaar, baby’s bereiken seksueel genot door aan hun
moeders borst te zuigen);