Week 1 Personenrecht en huwelijk
Vanaf je geboorte ben je een rechtssubject
= drager van rechten en plichten
Recht op naam
Iedereen heeft recht op een voornaam (art. 1:4 BW) en op een geslachtsnaam/achternaam (art. 1:5
BW).
Voornaam
o Ouders mogen voornaam/voornamen kiezen van het kind.
Beperking: art. 1:4 lid 2: de voornaam mag niet ongepast zijn of overeenstemmen met
bestaande geslachtsnamen, tenzij het een gebruikelijke voornaam is.
o Als er geen naam is gekozen kiest de ambtenaar een naam, art. 1:4 lid 3.
o Een verzoek tot wijziging van de voornaam kan worden ingediend bij de rechtbank, art. 1:4 lid
4.
Geslachtsnaam
o Ouders mogen geslachtsnaam van een van hen kiezen als het kind in familierechtelijke
betrekking tot beide ouders staat art. 1:5 lid 4
Deze geslachtsnaam geldt dan automatisch ook voor eventueel later geboren kinderen,
art. 1:5 lid 8.
o Als de ouders geen geslachtsnaam kiezen, dan krijgt het kind de geslachtsnaam van de vader
als het kind in familierechtelijke betrekking tot beide ouders staat, art. 1:5 lid 5 aanhef en sub
a
o Het kind krijgt de geslachtsnaam van de moeder als het kind alleen in familierechtelijke
betrekking tot de moeder staat, art. 1:5 lid 1
o Een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam kan worden ingediend bij de Koning, art. 1:7
lid 1
Woonplaats
De woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich daar waar de woning zich bevindt. Bij gebreke
hiervan is de woonplaats de plaats van zijn werkelijk verblijf. art. 1:10 lid 1
Een rechtspersoon heeft zijn woonplaats waar hij zijn zetel heeft art. 1:10 lid 2
De woonplaats van een minderjarige is hetzelfde als de woonplaats van degene die gezag over hem
heeft, art. 1:12.
! De woonplaats is belangrijk voor bijvoorbeeld het uitbrengen van een dagvaarding. !
Huwelijk
Er zijn twee soorten huwelijken:
o Kerkelijk huwelijk vooral voor het geloof
o Burgerlijk huwelijk huwelijk volgens de wet, art. 1:30 lid 2
,Om het huwelijk te kunnen sluiten, moet er worden voldaan aan de materiële en formele vereisten.
Materiële eisen: (hebben betrekking op de personen die het huwelijk willen aangaan)
o Twee personen van verschillend of gelijk geslacht, art. 1:30 lid 1
o Minimale leeftijd van 18 jaar, art. 1:31
o Geen polygamie, art. 1:33: een persoon kan maar met één iemand tegelijk getrouwd zijn
o Geen bloedverwantschap in opgaande of neergaande lijn met broer of zus, art. 1:41. Trouwen
met neef of nicht mag niet, tenzij er bij de ambtenaar van de burgerlijke stand een verklaring
is afgelegd door beide echtgenoten dat er vrijwillig wordt getrouwd, art. 1:41a
Als niet is voldaan aan bovenstaande vereisten is er sprake van een huwelijksbeletsel. Andere
beletselen zijn:
o Gestoorde geestvermogens, art. 1:32
o Curatele zonder toestemming van de curator/kantonrechter, art. 1:37 en 1:38
o Ter nauwe verwantschap, art. 1:41 en 1:41a
o Polygamie, art. 1:33 en 1:42
Als de ambtenaar van de burgerlijke stand op de hoogte is van een huwelijksbeletsel mag hij niet
meewerken aan de voltrekking van het huwelijk of daaraan voorafgaande formaliteiten.
De wet biedt aan bepaalde personen de mogelijkheid het huwelijk te stuiten = het zich in rechte
verzetten tegen een aanstaand huwelijk (art. 1:50 e.v.)
Stuiting is iets anders dan het nietig verklaren van een huwelijk. Bij een nietigverklaring wordt een
reeds voltrokken huwelijk geacht nooit te hebben bestaan.
Formele eisen: (procedurele vereisten)
o Bekendmaken van het voornemen om in het huwelijk te treden bij de ambtenaar van de
burgerlijke stand. Dit noem je ook wel in ondertrouw gaan. In art. 1:44 lid 1 sub a t/m j staat
wat je allemaal moet doorgeven aan de gemeente als je in ondertrouw wil gaan.
o Er geldt 2 weken wachttijd, art. 1:62: het huwelijk mag niet worden voltrokken voor de
viertiende dag na de bekendmaking van art. 1:44 (dit geeft de ambtenaar bijvoorbeeld de tijd
om te onderzoeken of er beletselen zijn)
Let op: binnen één jaar na het kenbaar maken moet men daadwerkelijk zijn getrouwd, art.
1:46.
o Er moeten ten minste twee, en ten hoogste vier, getuigen zijn bij de huwelijksvoltrekking, art.
1:63.
De huwelijksvoltrekking zelf gaat als volgt:
o Echtgenoten moeten elkaar het ‘ja-woord’ geven, art. 1:67 lid 1
o De ambtenaar verklaart dat de partijen door de echt aan elkaar zijn verbonden en maakt
daarvan in het daartoe bestemde register een akte op, art. 1:67 lid 2
De echtgenoten moeten tijdens het huwelijk voldoen aan de verplichtingen van art. 1:81 e.v.
Vanaf 1 januari 2018 trouw je automatisch in beperkte gemeenschap van goederen, tenzij je anders
regelt en huwelijkse voorwaarden opstelt.
Geregistreerd partnerschap (art. 1:80a e.v.) is in Nederland gelijk aan het huwelijk. Er gelden dezelfde
eisen, formaliteiten en rechtsgevolgen als het huwelijk.
Het verschil met het huwelijk is dat er bij geregistreerd partnerschap geen ‘ja-woord’ gegeven hoeft
te worden, maar alleen een akte + handtekening is vereist. Ook is er voor het eindigen van het
geregistreerd partnerschap geen rechter nodig.
,