1. Wat is de juiste defnite van een politee probleem?
a. Een ongewenst en veranderbaar besihouwde situatee waarbij de overheid betroeeen is of zou
moeten zijn.
b. Een ongewenst en onveranderbaar besihouwde situatee waarbij de overheid betroeeen is of zou
moeten zijn.
i. Een gewenst en onveranderbaar besihouwde situatee waarbij de politee betroeeen is of zou
moeten zijn.
d. Een gewenst en veranderbaar besihouwde situatee waarbij de politee betroeeen is of zou moeten
zijn.
2. Er is onenigheid tussen mensen over wat een politee probleem ise dit eomt onder andere doordat:
a. Mensen versihillende normen hanteren om de wereelijeheid te beoordelen.
b. Mensen de objeiteve wereelijeheid versihillend ervaren.
i. Mensen het niet over eens zijn welee problemen tot de politee horen.
d. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.
3. Publieee goederen in het iolleiteve-aiteprobleem worden geeenmeret door het feit dat de
hoeveelheid niet vermindert als iemand het ionsumeert en niemand ean worden uitgesloten van
ionsumpte van het goede de defnites van deze begrippen zijn:
a. Ondeelbaarheid en niet-uitsluitbaarheid
b. Deelbaarheid en uitsluitbaarheid
i. Ondeelbaarheid en niet-uitsluitbaarheid
d. Deelbaarheid en niet-uitsluitbaarheid
4. Een manier om het iolleiteve-aiteprobleem op te lossen is door ionduiteurs in te zeten om
zwartrijden te vooreomene hoe wordt dit genoemd?
a. gebruie ven bestaande middelen
b. moraal
i. overheidsingrijpen
d. de verleiding om ‘free-riden’ vereleinen
5. Er zijn 4 versihillende benaderingen in de politiologie. Een van die benaderingen analyseert
politeee versihijnselen door vergelijeing naar tjd en/of plaats. Welee benadering is dit?
a. theoretsihe politiologie
b. empirisihe politiologie
i. normateve politiologie
d. vergelijeende politiologie
6. De reihtvaardigheidstheorie van Rawls hoort bij een bepaalde benadering in de politiologie. ij
welee bandering hoort de reihtvaardigheidstheorie van Rawls?
a. theoretsihe politiologie
b. empirisihe politiologie
i. normateve politiologie
d. vergelijeende politiologie
7. Juist of onjuist?
1: Een benadering is een speiifeee invalshoee voor het bestuderen van versihijnselen.
2: Een theorie is een geheel van samenhangende begrippen.
3: Een model een vereenvoudigde weergave van een benadering.
a. Alleen 1 en 2 zijn juist
, b. Alleen 1 en 3 zijn juist
i. Alle antwoorden zijn juist
d. Alle antwoorden zijn onjuist
8. De ientrale begrippen van het politeee proiesmodel (van Easton) zijn in de goede volgorde:
a. Omgevinge uitvoere ionversie en terugeoppeling.
b. Invoere ionversiee uitvoer en terugeoppeling.
i. Agendavorminge beleidsvoorbereidinge beleidsbepalinge uitvoering en evaluate.
d. Agendavorminge beleidsbepalinge uitvoering en evaluate.
9. Een stabiel politee systeem is belangrije. Wat zorgt ervoor dat een politee systeem stabiel blijf?
a. poortwaihterse difuse steun en terugeoppeling.
b. politeee aitorene difuse steun en uitvoer.
i. poortwaihterse ionversie en terugeoppeling.
d. politeee aitorene ionversie en uitvoer.
10. Juist of onjuist?
1: Poortwaihters behoeden het systeem voor iontent overload en demand overload.
2: Content overload ontstaat als er een overmaat aan eisen aan de overheid wordt gesteld.
a. 1 is juiste 2 is onjuist
b. 1 is onjuiste 2 is juist
i. beiden zijn juist
d. beiden zijn onjuist
11. Het beleidsproiesmodel bestaat uit een aantal fasen. Wat houdt de beleidsvoorbereiding in?
a. De fase waarbij het beleid wordt beoordeeld.
b. De fase waarbij informate wordt verzameld en geanalyseerd en er adviezen worden geformuleerd
over het te voeren beleid.
i. Het proies waarbij problemen de aandaiht van het publiee of de beleidsbepalers erijgen.
d. De fase waarbij besluiten worden uitgevoerd.
12. In het beleidsproies hebben de media een informatevee eepressieve en eritsihe funite. Wat
houdt de eepressieve funite in?
a. Het informeren van burgers over het beleidsproies en de inhoud van het beleid.
b. Het informeren van de overheid over de wensene eisen en problemen van burgers.
i. Het beeritseren van beleid van organisatese zoals overhedene bedrijven en belangengroepen.
d. Het beeritseren van de manier waarop burgers ziih opstellen tegenover de overheid.
13. Juist of onjuist?
1: Synoptsihe besluitvorming beteeent dat ratonele bestuurders eiezene nadat ze volledige
informate hebbene het beste middel voor een vastgesteld doel.
2: Inirementele besluitvorming beteeent dat overlaste bestuurders een probleem ewijt proberen te
raeen doore in een situate van onvolledige informatee een besihiebaar middel te eiezen dat niet veel
van het huidige beleid afwijet.
a. 1 is juiste 2 is onjuist
b. 1 is onjuiste 2 is juist
i. beiden zijn juist
d. beiden zijn onjuist
14. Wat is de juiste defnite van een staat?
a. Een bepaald grondgebied met een aantal mensen.
b. Meer dan een land.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimdehaan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.