Samenvatting H15 Het voortplantingsstelsel
Anatomie van de mannelijke geslachtsorganen
Uitwendige geslachtsorganen
- Balzak (scrotum)
o Bevat zaadballen, bijballen en eerste stuk van de zaadleiders
o De ideale zaadproductie temperatuur wordt gehandhaafd door spiertjes in de huid
van de balzak die samentrekken bij kou, zo komen de ballen dichter bij de warmte
van de huid.
o Perineum = deel tussen balzak en anus
- Penis
o Schacht die eindigt in eikel (glans).
o Eikel bevat veel zenuwweefsel, is gevoelig. Eikel wordt bedekt door huidplooi de
voorhuid (preputium). Bescherming voor de eikel.
o Besnijdenis/circumcisie = verwijderen voorhuid.
o Inwendig: urinebuis + 2 zwellichamen, vullen zich tijdens opwinding met bloed -->
erectie. Bij voldoende prikkeling komt er een orgasme, hoogtepunt van seksuele
opwinding. Orgasme gaat meestal samen met zaadlozing.
Inwendige geslachtsdelen
- Zaadballen
o Ballen worden omgeven door wit bindweefsellaag (tunica albuginea)
o Verdeeld in lobben met daarin zaadkanaaltjes.
o Via een netwerk van buisjes aan de achterkant van de zaadbal (rete testis) worden
zaadcellen vervoerd naar de bijbal.
o In het bindweefsel tussen de zaadkanaaltjes liggen Leydig-cellen welke testosteron
produceren.
- Bijbal
o Epididymis (bijbal) ligt achter de zaadbal, bij zaadlozing trekken de wanden van de
bijbal samen om de zaadcellen de zaadleider in te sturen.
- Zaadleider
o Ductus deferens leidt rijpe zaadcellen uit bijballen naar de urinebuis tijdens een
zaadlozing.
o Bij sterilisatie wordt de zaadleiders doorgesneden en afgebonden (vasectomie). Na
de ingreep maken ze nog steeds zaadcellen aan maar kunnen ze het lichaam niet
meer verlaten.
- Urinebuis
o Urethra welke zowel sperma als urine kan afvoeren, dus onderdeel van
urinewegstelsel als voortplantingsstelsel. Kan niet tegelijk, zodra zaadcellen in
urethra komen, trekt interne kringspier van de blaas samen.
Vorming van sperma
- Zaadblaasjes
o Lange, holle klieren maken 60% van zaadvocht aan.
o Dikke, gelige uitscheiding met fructose, vitamine C, prostaglandines.
- Prostaat
, o Ligt om urinebuis heen, tijdens zaadlozing trekt prostaat zich samen en voegt
melkachtig prostaatvocht toe aan zaadcellen en activeert deze.
- Klieren van Cowper
o Bulbo-urethrale klieren onder de prostaat.
o Scheiden voorvocht af: neutraliseert de zurige urine zodat zaadcellen niet afsterven
+ glijmiddel.
- Sperma
o 1-3% zaadcellen, de rest is zaadvocht
o Fructose uit zaadblaasjes = brandstof voor zaadcellen
o Zaadvocht is iets basisch (pH 7.2-7.6) om zure vagina (pH3.5-4) te neutraliseren.
o Sperma bevat chemicaliën die bepaalde bacteriën vernietigen, het hormoon
relaxine, stoffen die afweerreactie van vagina vertragen etc.
o Sperma is 2-4 ml per keer. Per ml 50-150 miljoen zaadcellen.
Onvruchtbaarheid bij man door blokkades zaadleiders, hormonale verstoringen,
bestrijdingsmiddelen, roken en overmatig alcoholgebruik.
Test door sperma-analyse waarbij sperma (ejaculaat) wordt onderzocht. <20 miljoen per ml is
bevruchting op natuurlijke wijze onmogelijk.
Castratie/verwijderen zaadballen = daling in libido, minder goed functionerende geslachtsorganen.
Mannelijke geslachtsfuncties
2 mannelijke geslachtsfuncties: vorming zaadcellen en testosteronproductie.
Vorming zaadcellen (spermatogenese)
- Man maakt 100 miljoen zaadcellen aan per dag. Vorming verloopt als volgt:
Stap 1: in zaadkanaaltjes in zaadcellen worden sperma voorlopercellen gemaakt (spermatogonia)
Stap 2: via meiose (reductiedeling) ontstaan spermatiden met 23 chromosomen
Stap 3: spermatiden rijpen uit tot zaadcellen, ontwikkelen een zweepstaart
- Volledige proces duurt 64-72 dagen, in de bijballen rijpen ze nog verder.
o Kop = celkern met DNA, heeft een helm (acrosoom). De helm heeft enzymen die
helpen met het afbreken van het kapsel rondom eicel.
o Middenstuk = energie voor bewegen
o Zweepstaart = zwemfunctie
Testosteronproductie
- De Leydig-cellen in bindweefsel tussen zaadkanaaltjes, maken geslachtshormonen aan. De
belangrijkste is testosteron.
o Tijdens de puberteit stimuleert FSH (follikelstimulerend hormoon) de
zaadkanaaltjes om zaadcellen te produceren.
o LH (luteïniserend hormoon) stimuleert de leydig-cellen tot testosteronaanmaak.
- Testosteron in puberteit leidt tot secundaire geslachtskenmerken:
o Lagere stem door groter worden strottenhoofd
o Toename haargroei over hele lichaam
o Toename spiermassa
o Toename botmassa door lengtegroei en verdikking van botten