Leerdoelen Les 1: Bedrijfseconomische aspecten
*De vijf typen organisaties volgens het typologiemodel van
Starreveld benoemen
1: Handelsorganisaties, waarin vooral sprake is van een goederenbeweging en waarin een
omzettingsproces ontbreekt.
2: Productorganisaties, waarin vooral een technisch omzettingsproces plaatsvindt
3: Land- en mijnbouworganisaties, die een specifeke goederenbeweging en omzetting hebben.
4: Dienstverleningsorganisaties, met de volgende driedeling:
- met een zekere mate van goederenbeweging, zoals restaurant, veilingen en transportbedrijven
- met beschikbaarstelling van ruimte of het verkopen van capaciteit, zoals hotels, zwembaden en
personenvervoer
- met het verkopen van uren, zoals advocatenkantoren, adviesbureaus en schoonmaakorganisaties.
5: Financiële instellingen, zoals banken en verzekeringsmaatschappijen.
* Het verschil tussen informatie bestemd voor interne en externe
stakeholders herkennen
Externe stakeholder (Financial accounting) Interne stakeholder
(managementaccounting)
Horizon Horizon
De informatie moet betrouwbaar zijn, waarbij de De informatie is vooral bedoeld om vooruit te
nadruk ligt op juistheid en volledigheid, en kijken, als ondersteuning bij het nemen van
minder op tijdigheid. beslissingen en het bepalen van beleid, en veel
minder om verantwoording af te leggen over
gedane zaken.
Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid
De informatie moet betrouwbaar zijn, waarbij de De informatie moet betrouwbaar zijn, waarbij de
nadruk ligt op de juistheid en volledigheid, en nadruk ligt op tijdigheid en minder op juistheid
minder op tijdigheid en volledigheid.
Frequentie Frequentie
De informatie wordt periodiek, per kwartaal en De informatie wordt meer continu en ad hoc, in
jaarlijks, verstrekt en is dus min of meer plaats van periodiek verstrekt, bijvoorbeeld
onafhankelijk van beslismomenten wanneer een beslissing genomen moet worden.
Vorm Vorm
De informatie is meestal globaal en heeft De informatie is meestal gedetailleerd, exact op
betrekking op het hogere, samengestelde maat gemaakt voor de betrefende
niveau van een organisatie(onderdeel). De bedrijfsbeslissingen, in plaats van op globaal
informatie is dus min of meer onafhankelijk van organisatieniveau.
bedrijfsbeslissingen.
Houvast Houvast
De informatie wordt veelal conform wet- en De informatie wordt vastgesteld op basis van
regelgeving vastgesteld, maar omdat deze wet- relevant gegevens voor de betrefende
en regelgeving nog niet gestandaardiseerd is, is bedrijfsbeslissing en nauwelijks conform wet- en
voorzichtigheid bij het gebruik ervan geboden. regelgeving.
, Het deelgebied van de bedrijfseconomie dat zich bezighoudt met de informatieverschafng aan
vooral externe stakeholders heet externe verslaggeving of fnancial accounting. De rapportages
voor externe stakeholders zijn bruikbaar om een beeld te krijgen van de fnanciile gezondheid van
een organisatie.
Het deelgebied van de bedrijfseconomie dat zich bezighoudt met de informatieverschafng aan
vooral interne stakeholders heet interne verslaggeving of managementaccounting.
* De vijf stappen van het besluitvormingsproces binnen
organisaties benoemen
1: Probleem identifceren
2: Informatie verzamelen
3: Toekomstscenario’s maken
4: beslissen
5: implementeren
* De rol van de Deming cirkel en riskmanagement bij het
besluitvormingsproces beschrijven
Deming cirkel:
Rol: Deze cyclus wordt continu doorlopen om tot optimalisatie van het proces te komen en zo het
resultaat van het proces te maximaliseren.
Risk management:
Rol: Om de gevolgen van beslissingen te beheersen, en het beperken van risico’s.
* De vier deelgebieden binnen de bedrijfseconomie uiteenzetten
- Bedrijfsadministratie, die zich vooral bezighoudt met (fnanciile) gegevens registreren
- Financial accounting of externe verslaggeving, die zich vooral bezighoudt met externe
betrokkenen informeren
- Management accounting of interne verslaggeving, die zich vooral bezighoudt het management
adviseren
- Finance of fnanciering, die zich vooral bezighoudt met het aantrekken en beheren van vermogen
van een organisatie om de gewenste activiteiten fnancieel te kunnen uitvoeren.
* De rollen van fnanciële functionarissen herkennen