Aardrijkskunde - Wonen in Nederland - Nina Groothuizen A5B
Hoofdstuk 1 De Lage Landen bij de zee
1.1 Koffers pakken…
Blijft het veilig?
De kust met onderwateroever, strand, duinen en dijken zijn belangrijk voor de
bescherming van Nederland tegen de zee.
Een veilig gevoel
Volgens onderzoek van Rijkswaterstaat voelen burgers zich veilig en vertrouwen zij
de bescherming van de overheid tegen overstromingsgevaar. De meeste mensen
zijn zich nauwelijks bewust van dit soort natuurgevaren. Nederlandse inwoners
weten weinig over het verband tussen kustveiligheid, zeespiegelstijging en
bodemdaling. Het overstromingsrisico bewustzijn is laag. De kans dat delen van
Nederland overstromen in klein. De kustverdediging wordt aangepast aan de
overstromingskans die van een gebied wordt vastgesteld. Deze hangt af van de
gevolgen in een dijkring, bijvoorbeeld het aantal doden en de economische schade.
De volle, laaggelegen Randstad loopt veel risico. Een dijkring is een gebied dat
beschermd wordt tegen het buitenwater door een primaire waterkering of door hoge
gronden. Een waterkering is bedoeld om oppervlaktewater tegen te houden in de
vorm van bijvoorbeeld een dijk, sluis dam of duin. Twee derde van Nederland wordt
beschermd door primaire waterkeringen, deze worden beheerd door waterschappen,
een regionale overheidsinstantie die tot taak heeft om de waterhuishouding te
regelen. Nederland kent 22 waterschappen, zij zijn verantwoordelijk voor het beheer,
de bescherming en het onderhoud van dijken en duinen. Ook zorgen ze voor de
beheersing van het grondwaterpeil en voor de waterkwaliteit.
Overstromingsrisico
De overstromingskans kan worden verkleind door investeringen in hogere duinen of
dijken, het verbreden van stranden of het aanvullen van zand. Dit maakt de
waterkering sterker. De kans op overstromingsschade is toegenomen omdat de
bevolking en de economische waarde ook is toegenomen. Om de vijf jaar wordt er
gecontroleerd of de waterkeringen nog sterk genoeg zijn. De schade die een
overstroming kan aanrichten hangt af van de oppervlakte van de dijkring, de ligging
beneden zeeniveau, het aantal inwoners, de waarde van de bebouwde omgeving en
de economische productiewaarde. Het risico van een overstroming hangt af van de
kans dat een overstroming plaatsvindt en de gevolgen. Het grootste
overstromingsgevaar in Nederland komt van zee met een noordwesterstorm en extra
hoog water. Extreme weersomstandigheden hebben een korte waarschuwingstijd,
omdat ze moeilijk zijn te voorspellen.
,van koelkast tot broeikas
Het versterkt broeikaseffect (CO2 en methaan) zorgt voor klimaatveranderingen. De
temperatuurstijging heeft grote gevolgen. De ijskappen in de poolgebieden smelten
verder af en het zeewater gaat zich uitzetten. Het gevolg hiervan is een zeespiegel
stijging. Mogelijke scenario’s van het KNMI houden rekening met de windrichting en
de temperatuurstijging. Het eerste scenario is dat men verwacht dat in dit deel van
Europa, het weer extremer wordt met meer neerslag en een neerslagregime
(verdeling van de hoeveelheid neerslag verandert) met drogere zomers en nattere
winters. De intensiteit zal toenemen.
Rijzende zeespiegel en verdwijnend zand
De gevolgen van de klimaatveranderingen in Nederland zijn van groot belang voor
het waterbeheer. De Nederlandse kust kan alleen in stand blijven wanneer:
- De zeebodem flauw afloopt.
- Zeestromingen zand aanvoeren.
- Eb en vloed niet te veel verschillen.
- Niet te veel zware stormen voorkomen.
- De zeespiegel niet te snel stijgt.
Effecten van klimaatverandering zijn in ieder geval zeespiegelstijging en vaker
extreem hoog water. Dat betekent dat de kust landinwaarts verschuift door afslag.
Kustafslag
Tegenwoordig is kustafslag een normale zaak geworden. Nederland is elk jaar zo’n 6
miljoen m3 zand kwijt aan de zee. Op sommige plekken werden stukken strand
zorgwekkend smal. De Rijkswaterstaat verwacht dat de Wadden ongeveer een
zeespiegelstijging van 5 mm/jaar kunnen bijhouden, daarboven komen ze
waarschijnlijk permanent onder water te staan. Op sommige plekken groeit de kust.
De zandbalans geeft aan hoeveel zand erbij komt of verdwijnt langs het strand. Het
zanddelend systeem vult plekken aan of neemt weg.
De Deltawerken
Na de watersnoodramp van 1953, stelde het rijk een Deltacommissie in en na de
invoering van de Deltawet kon het Delta Project van start gaan. De dijken werden op
Deltahoogte gebracht en er werden dammen, wegen en bruggen gebouwd. Het
meest indrukwekkend was de afsluiting van zeegaten en de bouw van
stormvloedkeringen. Naast extra veiligheid, brachten de Deltawerken ook
zoetwaterbekkens (afgesloten zeegaten) die het drinkwaterbehoefte kon voorzien en
terugdringen van verzilting. De nieuwe verbindingen legden de eilanden open en de
scheepvaart profiteerde van het verdwijnen van eb en vloed.
Een zoute delta
Afsluiting van de Oosterschelde zou grote schade aan het milieu en de regionale
economie opleveren (oesterteelt, visstand). Het gevolg was dat in een nieuw plan
werd omschreven dat de Oosterscheldedam een groot aantal doorlaatsluizen kreeg.
, De doorlaatsluizen zouden alleen dicht gaan bij extreme waterstanden. De afsluiting
van de andere zeegaten gaven veel milieuproblemen, de natuurlijke overgang
tussen zee en rivier verdween en daarmee ook de planten en dieren. De nieuwe
zoetwaterbekkens bestonden uit stilstaand, zuurstofarm en vervuild rivierwater. Een
dreiging voor het milieu, de visserij en de recreatie. Om de waterkwaliteit te
verbeteren, werd de Brouwersdam (gedeeltelijk) geopend. Hierdoor kreeg het
binnenwater zuurstof. Bij storm kan de doorgang gesloten worden. De Haringvliet
Huizen gingen op een kier, hierdoor ontstond een natuurlijk overgangsgebied tussen
zoet en zout water. Het geld voor deze ingrepen kwam uit het Deltafonds, dat nog
steeds een financieringsbron is.
1.2 Kust in beweging
De Nederlandse kust
Al duizenden jaren is er sprake van zeespiegelstijging. Op de grens tussen land en
water bleef veel zand achter dat er onder water zandbanken ontstonden, als die bij
eb droogvallen, spreek je van strandwallen. Op deze manier ontstonden de duinen,
hierachter konden uitgestrekte veenmoerassen ontstaan. De Nederlandse kust kent
jonge en oude duinen. Oude duinen liggen een aantal kilometer landinwaarts en zijn
duizenden jaren geleden ontstaan. Jonge duinen zijn zo’n duizend jaar geleden
ontstaan en vormen als zeewering de grens met de Noordzee, deze zijn ook een
stuk hoger.
Kusttypen
In Nederland kun je drietal kusttypen onderscheiden: een waddenkust, een gesloten
duinenkust en een estuarium kust.
- De waddenkust kun je herkennen aan zeegaten en eilanden. Wadden zijn
buitendijkse gronden die alleen bij hoogwater overstromen. De aanslibbing
(kust vorm waarbij ophoping van door zeestromen of rivieren aangevoerd
materiaal leidt tot aangroei van het land) overtreft de afslag. De duinen en
wadden vormen een belangrijk onderdeel van het Nederlands Natuur
Netwerk.
- De gesloten kust is opgebouwd uit oude duinen (strandwallen), jonge duinen
en stranden.
- De estuarium kust bestaat uit zeearmen en (voormalige) eilanden in het
mondingsgebied. Een estuarium is een trechtervormige riviermonding waar
zoet rivierwater en zout zeewater vermengt. Bij een estuarium is er sprake
van grootste getijdenverschillen:
1. Hoe nauwer, hoe groter het verschil tussen eb- en vloed stand.
2. Sterke meandering vanwege uitschuring bij hoge stroomsnelheden.