proeftentamen Healthy Ageing ‘gezond leven, gezondheidsvoorlichting en
gedragsverandering’.
1. Wat is het verschil tussen biomedisch en bio psychologisch? Biomedisch=Biologisch en fysisch,
bio psychologisch= biologisch en psychologisch.
2. Wat bedoelen we met iatrogeen? Ziek zijn door ziektebehandeling.
3. Leeftijdgenoten die zich verbinden d.m.v. leeftijd, cultuur noemen we: Generatie.
4. Wat wordt gebruikt om aandoeningen met elkaar te vergelijken? Daly.
5. Wat is het doel van QALY? Het effect van een gezondheidsbehandeling meten en kwalificeren.
6. Wat is een theorie? Op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd stuk.
7. Wat is een techniek? Praktische uitwerking methode.
8. Wat is een model? Hoe determinanten gedrag bepalen.
9. Noem de proximale en distale determinanten: GASE en GRKP. Distale zijn veel moeilijker
veranderbaar.
10. Wat zou een methodiek zijn om een attitude te veranderen? Overtuigende argumenten, kennis
11. Beschrijving hoe een methodiek werking uitoefent op een determinant noemt men: Theorie.
12. Als je voorlichting wilt maken kun je 2 modellen gebruiken, welke zijn dit? Voorlichting model.
13. Wat is het verschil tussen ASE en health belief? Richt zich op drie factoren, richt zich op
percepties van gezondheid en ziekte.
14. Hoeveel fases kent het trans theoretische model? Pre contemplatie, contemplatie, voorbereiden
op gedrag, actie, volhouden, opnieuw.
15. Beschrijf de 8 fasen Eriksson: 0-1, 1.5-3, 3-6, 6-12, 12-20, 20-32, 32-50 jaar
16. Waar staat IM voor en beschrijf de fasen? Probleem, doelgroep analyse, determinanten
identificeren, ontwikkelen matrix veranderdoelen, selectie van theorieën en methoden,
ontwikkelen interventie, implementatie, evaluatie.
17. Wat is het doel van Intervention Mapping? Effectieve interventie ontwikkelen om gezondheid en
gedrag binnen doelgroep te verbeteren.
18. Het maken van een interventie gebaseerd op wetenschappelijk bewijs noemt men evidence
based
19. Wat is het doel van de Z.D.T.? Om te begrijpen hoe individuen gemotiveerd zijn en welke
factoren bijdragen aan het ontstaan van intrinsieke motivatie gebruikt om aandoeningen met
elkaar te vergelijken. Autonomie, competentie, verbondenheid= groei en interactie.
20. Wat is het doel van Daly? Ziekten met mekaar vergelijken en Maatstaf bieden voor
gezondheidsimpact van ziekten, verwondingen en risicofactoren.
21. Wat bedoelt men met sociaal cognitief van Bandura? Sociaal leren, imitatie.
22. Hoe kun je eigen effectiviteit verbeteren? Sociaal leren, feedback, her attributie.
23. Wat betekent attributie? Eigen gedrag verklaren.
24. Wat zijn de big 5 voor healthy life en voor persoonlijkheidskenmerken? Voeding, bewegen,
slapen, stress, sociale interactie. OCEAN.
25. Hoe draagt HPA bij aan homeostase? Door regulatie stress. Hypothalamus-Pituitary-Adrenal
(HPA) as wordt vaak gebruikt in de context van stress en de fysiologische reacties van het
lichaam daarop. De term "lange route of normale route" kan verwijzen naar het feit dat het
proces van de HPA-as meer tijd in beslag neemt dan sommige andere aspecten van de
stressrespons, zoals de directe activering van het sympathische zenuwstelsel (korte route). Het
vrijkomen van cortisol door de HPA-as is belangrijk voor het reguleren van de stressrespons op
de lange termijn.
, 26. Het HPA-as-systeem speelt een cruciale rol bij het helpen van het lichaam om te gaan met
stressoren, maar aanhoudende activering ervan, vooral in reactie op chronische stress, kan
leiden tot negatieve gezondheidseffecten.
27. Totaal aantal gevallen van ziekte op bepaald moment noemt men: prevalentie (onderdeel van
epidemiologie).
28. Buitensluiten zorgt voor ander pijngebied dan fysieke pijn. Is dit waar? Nee.
29. Door genoeg sociaal contact krijg je sterker immuunsysteem en betere cognitieve prestaties.
Is dit waar? Ja.
30. De neosensitieve cortex en hypocampus spelen een rol bij de korte stress route. Is dit waar?
Nee
31. Stress zorgt voor een verhoging van…. En een verlaging van: ademhaling, bloeddruk, glucose:
eten, slaap, pijn, seks.
32. Stress fase1? Als amygdala en hypocampus de stress als echt betitelen dan sympathische
stelsel.
33. Stress fase 2? Parasympatische stelsel d.m.v. cortisol homeostase, minder adrenaline.
34. Wat is de amygdala? Soort commandopost van de hersenen: Razendsnel reageren op dreiging.
35. Wat bedoelen we met BMR, basel metabolic rate? Is de hoeveelheid energie die het lichaam
nodig heeft in rust om basale levens ondersteunende functies te behouden, zoals ademhaling,
circulatie, cel productie en herstel.
36. Waar is BMR afhankelijk van? Sekse, lichaam, lengte en gewicht.
37. Wat is nadeel van schijf van 5? Houdt geen rekening andere culturen. e-nmrs worden niet
genoemd en beperkt zich op leefstijl factoren.
38. Een sportclub is voorbeeld Micro, Meso, macro (drie niveaus omgeving determinanten)? Deel
bredere gemeenschap, dan MESO.
39. Wat is supra? Wereldwijd.
40. Wat is het behavior change wheel en wat is het doel? Om een systematische aanpak te bieden
voor gedragsverandering. Integreert verschillende modellen en theorieën over
gedragsverandering in één coherente structuur. Het doel van het Behavior Change Wheel is om
beoefenaars en onderzoekers te helpen begrijpen waarom gedrag plaatsvindt en hoe het kan
worden veranderd.
41. Wat voor soort model is het behavior change wheel/trans theoretisch model? Ecologisch.
42. Noem de 6 dimensies positieve psychologie: lichaam, mentaal, zingeving, kwaliteit leven,
meedoen, dagelijks functioneren.
43. Welke normen hanteren we in Nederland m.b.t. bewegen? NNGB en fitnorm.
44. Wat is het verschil tussen NNGB en de fit norm? De Fitnorm is specifieker en richt zich op de
frequentie en intensiteit van beweging om de fitheid te behouden.
45. Wat verstaan we onder gezondheidsgedrag: gedrag dat gezondheid beïnvloed.
46. Waar zijn de werkomgeving, buurthuis en de school een voorbeeld van? MESO.
47. Het EXO-systeem omvat omgevingen waar je geen invloed op hebt maar die wel invloed hebben,
zoals werkplek ouders, gemeenschapsdiensten.
48. Wat is een ecologische leefstijl? Op een duurzame manier actief zijn en in harmonie met hun
natuurlijke en sociale omgeving leven.
49. Kleine duwtjes de juiste richting in op gezondheidsgebied noemen we: Nudging, gedrag
stimuleren d.m.v. beloning. Calorieën op traptreden zetten.
