Oefentoets marketing 2
Week 1: productontwikkeling
1 – Bij welk type productinnovatie is er sprake van radicale verandering van het gedrag van
de consument, waarbij een product volledig wordt vervangen door een nieuwe oplossing?
a- Continue innovatie
b- Dynamische continue innovatie
c- Discontinue innovatie
2 – Welk type productinnovatie vereist enigszins aanpassing in het gedrag van de
consument? Bij dit type productinnovatie brengt een organisatie adaptief verbetering aan
hun product.
a- Continue innovatie
b- Dynamische continue innovatie
c- Discontinue innovatie
3 – Wat is continue productinnovatie?
a- Wanneer een product volledig vernieuwd wordt door een bedrijf, en de consument
zijn gedrag radicaal moet aanpassen.
b- Wanneer een product geleidelijk wordt vernieuwd, en de consument geen
aanpassingen hoeft te maken in zijn gedrag.
c- Wanneer een product adaptief wordt vernieuwd, en de consument enigszins
aanpassing moet maken in zijn gedrag.
4 – Welke categorie nieuwe producten houdt in dat het bedrijf een bestaand product
verbeterd, om zo de kwaliteit of kenmerken van het product te verbeteren, zonder het
volledig te vervangen?
a- Product innovatie
b- Me-Too product
c- Lijnextensie
d- Productmodificatie
e- Herpositionering van een product
5 – Welke categorie nieuwe producten houdt in dat het bedrijf een bestaand succesvol
product van een ander bedrijf aanbied voor een lagere prijs?
a- Product innovatie
b- Me-Too product
c- Lijnextensie
d- Productmodificatie
e- Herpositionering van een product
, 6 – Wat houdt de categorie van nieuwe producten: ‘lijnextensie’ in?
a- Een variant op een bestaand product wordt toegevoegd aan het assortiment.
b- Een bestaand product wordt aan een nieuwe doelgroep aangeboden
c- Er wordt een geheel nieuw product ontwikkeld die nog niet eerder bestond
7 - Wat is NIET een reden om een nieuw product te lanceren?
a- Overcapaciteit benutten
b- Assortiment aanvullen
c- Kosten verlagen
d- Inspelen op veranderende behoeften van de consument
8 – Welke uitspraak is juist over interne ontwikkeling (zelf een nieuw product lanceren) VS
overname of fusie (samenwerken met ander bedrijf/merk)?
a- Interne ontwikkeling geeft minder risico, overname of fusie geeft meer risico
b- Interne ontwikkeling geeft meer risico, overname of fusie geeft meer winst
c- Interne ontwikkeling geeft meer risico, overname of fusie geeft sneller winst
d- Interne ontwikkeling geeft minder risico, overname of fusie geeft meer winst
9 – Welke stap in de productontwikkeling komt vlak vòòr de stap ‘testmarketing’
(marketingstrategie testen in testgebied)?
a- Prototype maken
b- Bedrijfseconomische analyse
c- Ideeontwikkeling
d- Concept testing
10 – wat zijn de 5 stappen van het adoptieproces van een nieuw product, in de juiste
volgorde?
a- Analyse, interesse, uitvoering, probeeraankoop, adoptie.
b- Analyse, planning, uitvoering, evaluatie, verbetering.
c- Adoptie, interesse, probeeraankoop, evaluatie, bekendheid.
d- Bekendheid, interesse, evaluatie, probeer aankoop, adoptie.
11 – Wat zijn de 5 groepen mensen, ingedeeld op snelheid waarmee ze nieuwe producten
accepteren, in de juiste volgorde? (Rogers)
a- Innovators, early adopters, early majority, late majority, laggards.
b- Laggards, early adopters, early majority, late majority, innovators.
c- Innovators, early majority, late majority, late adopters, laggards.
d- Laggards, early adopters, early majority, late adopters, innovators.