REFLECTIEVERSLAGEN PERIODE 2
Hoofdstuk 10: Aspecten van communicatie
Non-verbale communicatie;
In de eerste drie weken, kregen mijn werkbegeleider en collega’s de indruk dat Ik niet geïnteresseerd was en
ongemotiveerd. Deze feedback kreeg ik van mijn werkbegeleider tijdens mijn Introductiegesprek. Zij baseerde
dit op mijn lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en het gebrek aan (volgens haar) enthousiasme mijnerzijds.
Ik schrok hier heel erg van omdat ik me nergens van bewust was en dat ook nooit eerder naar mij
gecommuniceerd was in het verleden, bij vorige werkgevers, integendeel zelfs.
Ik heb dit in de groep gegooid (collega’s) en gevraagd om op mijn non-verbale communicatie te letten. Dit
werd erg gewaardeerd. Sindsdien heb ik de nodige complimentjes gekregen.
Leerdoel: op mijn non-verbale communicatie blijven letten.
Hoe dichtbij mag je komen? Intieme/persoonlijke zone;
In de eerste paar weken vond ik het best lastig om cliënten te helpen bij hun dagelijkse wasbeurt, aankleden,
tandenpoetsen etc. Niet zozeer voor mij, maar vooral voor hen. Hun hele leven zijn ze zelfstandig geweest en
nu moeten ze bij zoveel dingen geholpen worden… Daardoor kwam ik best aarzelend over, totdat mij opviel
dat ik er meer een “probleem” van maakte dan de meeste cliënten. Omdat ik daarnaast óók nog eens aannam
dat zij het niet zo prettig vonden door een leerling geholpen te worden, heb ik het mezelf onnodig moeilijk
gemaakt. Cliënten hebben aangegeven dat zij het prettig vinden dat ik alles in overleg doe en hun de keuze
laat. Ook collega’s is dit opgevallen.
Leerdoel: minder snel aannames maken (ook al heeft mijn aanpak, uit onzekerheid geboren, wel een positieve
nasleep)
Hoofdstuk 11: Communicatieproblemen
Communicatieproblemen door ruis;
Onlangs, bij een avonddienst, was er een zeer hectische situatie ontstaan door een mevrouw die vrij plotseling
in een delier schoot. We waren maar met zijn drieën. Verschillende mensen wilden naar bed, maar mevrouw
was erg onrustig en luidruchtig. Ik bracht een mevrouw naar bed die, naar later bleek, erg gehecht was aan
een vast avondritueel. Normaal gesproken doe ik alles in overleg met cliënten, maar deze avond schoot dat er
bij in. Toen ik later op de avond nog even bij haar langs ging om haar naar de w.c. te brengen, was ze daar
erg verdrietig over. Ik ben alsnog even bij haar gaan zitten en heb haar haar grieven uit laten spreken en mijn
excuses aangeboden. Toen was het goed.
Leerdoel: Schuldgevoelens leren loslaten, want ik voelde me best wel schuldig.
Verbaal helder communiceren;
Dat is bij mij best wel een dingetje…vaag blijven. Niet zozeer omdat ik dingen niet duidelijk kán aangeven,
maar omdat ik nogal makkelijk uitgevallen ben en anderen graag de 1e keus laat. Bijvoorbeeld bij het kiezen
van cliënten die ’s ochtends verzorgt moeten worden.
Het was mijzelf opgevallen dat ik “troebel” communiceerde en heb dit ook aangegeven naar mijn collega’s.
Natuurlijk was het hen ook opgevallen.
Ik heb dit in mijn feedbackschrift aangegeven (wat ik vrij weinig gebruik) en mijn collega’s vragen mij nu iedere
dag : “Wie wil jij verzorgen vandaag?”
Leerdoel: duidelijk communiceren, niet laten versloffen
Hoofdstuk 12: Gesprekken voeren
Contact leggen;
Bij ons op de afdeling hebben wij 2 cliënten die niet of nauwelijks kunnen praten doordat zij een CVA gehad
hebben. Soms is dat best moeilijk omdat zij niet goed duidelijk kunnen maken wat er aan de hand is. Meestal
lukt het nog wel met handen -en voetenwerk, maar soms ook niet. Erg vervelend voor deze mensen. Als ik
niet snap wat zij bedoelen, dan haal ik er een collega bij. Soms weet die het ook niet en haalt er ook weer een
collega bij. De ene keer krijgen we het voor elkaar om uit te vissen wat er aan de hand is en dan krijg je een
brede glimlach of een duim omhoog. De andere keer zie je de frustratie als het niet lukt.
Leerdoel: Blijven proberen contact te leggen, de ander te begrijpen, het geeft zo’n voldoening als het lukt.
Zoek de verbinding;
Een mevrouw was net bij ons op de afdeling. Ze kwam nogal apathisch over, had geen trek in eten, nergens
zin in, vroeg zich af waarom ze nog leefde. Ik ben haar op rustige momenten af en toe op gaan zoeken om
een praatje te maken. Langzaamaan begon ze wat te vertellen over haar banketbakkerszaak, waar ze
gewoond had en…ze heeft 4 zonen, net als ik. Haar ogen begonnen te glimmen, ze raakte niet uitgepraat over
haar jongens. Ondertussen doet ze af en toe mee aan activiteiten, eten is nog steeds een dingetje, maar het