Samenvatting de sociale
ontwikkeling van het schoolkind
HET SOCIALE ONTWIKKELINGSTRAJECT
Sociale competentee als kinderen goed met andere kinderen omgaan & in staat zijn alledaagse bij de leefijd
passende problemen op te lossen.
Kern sociale ontwikkelinge
Participeren in & initiatiee nemen tot sociaee interacties
Interesse hebben in andere kinderen
Houden aan aespraken & regees
Overzicht van sociale vaardigheden, 7 basisvaardighedene
1. Oog hebben voor de ander (rekening houden met de ander + verbale/non-verbale signalen goed
interpreteren)
2. Overeeggen met de ander (samenwerken, luisteren, helpen, eigen mening niet opdringen)
3. Ander aanvoeeen (bedoelingen van anderen onderkennen, gevoelens van anderen begrijpen) = perspecteef
nemen
4. Beheersen eigen emoties (kunnen omgaan met tegenslagen)
5. Controeeren van eigen gedragingen (nadenken voordat je iets doet)
6. Opeossen van probeemen (ruzies oplossen & bijleggen, boel niet laten escaleren)
7. Respecteren van regees (houden aan aefspraken, belofes nakomen)
Aspecten sociale competentee
Gebruik van sociale vaardigheden vergt een zekere feeibiliteit en vermogen om te bepalen wanneer welke
vaardigheid gewenst is. De volgende aspecten zijn daarbij van belang:
Situatie
nieuwe, onverwachte oe gespannen situaties
is een integraae begrip 1 ondeelbaar geheel waarin ook emotonele & cogniteve kanten aanwezig zijn
Perspectiee van de betrokken personen in de ene situate is iets sociaal competent in de andere niet
(bijv. een vriend laten spieken. Is voor vriend wel competent, voor leerkracht niet)
Sociale competente is geen persoonlijkheidskenmerk maar een kwaliteit.
Het kind veranderd tjdens dit ontwikkelingstraject van een egocentrisch in een sociaae kind (Rose-Krasnor ’97).
Het komt erop aan een goed evenwicht te vinden & te bewaren tussen eigen & andermans belangen, tussen
zeleforiëntate & oriëntate op de ander.
Perspectee nemen = leren oog te krijgen voor meerdere aspecten die in een situate kunnen spelen & die laten
wegen in de bepaling van het eigen gedrag. Wanneer dit ontbreekt kan het kind in een vicieuze cirkel terecht
komen door het ontbreken ontwikkeld het kind geen relates leert het geen perspecteef te nemen. Kind
kan blijven steken op niveau van egocentrisme.
Belangrijke stappen in de sociale ontwikkelinge
2 – 3 jaar: rudimentaire relates met andere kinderen (spelen in elkaars aanwezigheid)
3 – 5 jaar: relates buiten het gezin, meer interacteef samen spelen
6 – 11 jaar: relates buiten gezin nemen in belangrijkheid toe, ontwikkeling vriendschappen, partcipate in
groepsverband, begrip voor regels.
,Enkele sociale handelingene vragen stellen, luisteren, problemen oplossen, ineformate delen & verkrijgen,
initateven nemen enz.
Het tempo waarin de sociale ontwikkeling zich voltrekt verloopt niet gelijkmatg. Tijdens de eerste jaren van de
basisschool gaat dit in een sterk stjgende lijn omhoog, daarna verloopt dit in een veel trager tempo & neemt
zelefs even aef (komt door sterke nadruk op cogniteve ontwikkeling). In de laatste 2 jaar gaat deze weer licht
omhoog.
Ook zijn er individuele verschillen.
Sociale ontwikkeling & probleemgedrage
Sociaal incompetent gedrag = 1 van de sterkste voorspellers van toekomstg probleemgedrag. Sociaal vaardige
kinderen coöperateef, communicateef, hebben vrienden & ondervinden veel waardering van hun
leefijdsgenoten.
Sociaal incompetente kinderen risicokinderen met een grote kans geen vrienden te vinden, problematsch
gedrag te vertonen (uiteenlopend van agressie tot angst & van alcoholverslaving tot delinquente) & door
leefijdsgenoten te worden aefgewezen. Zee leren ook niet hoe je op een sociaal acceptabele wijze met elkaar
omgaat.
Socialisatee
Sociale ontwikkeling voltrekt zich op 3 gebieden:
1. Gezin (eerste opvoedingsmilieu)
2. School (tweede) wisselwerking
3. Vrije tjd (derde)
4. Biologisch veld (niet ieder kind begint met dezelefde aanleg in kwaliteiten)
= socialisateproces (sociale & cogniteve ontwikkeling en emotonele groei wordt gestmuleerd)
Invloed van bovenstaande gebieden wordt mede bepaald door de sociaaeeconomische situatie (woonbuurt,
inkomsten, behuizing, opleiding ouders etc.).
De kern van de sociale vaardigheden vormt het vermogen om sociale relates aan te gaan & zich sociaal te
gedragen.
Positeve relates: vriendschappen & waardering van leefijdsgenoten
Negateve relates: aefwijzingen, degraderen tot zondebok
Prosociaal gedrag: hulp & steun bieden aan anderen. Samenwerken & spelen.
Antsociaal gedrag: agressieef/opstandig gedrag (eeternaliserend) oef teruggetrokken & angstg gedrag
(internaliserend).
Schema sociale ontwikkeling toevoegen
INVLOED VAN HET GEZIN
invloed van gezin is erg groot. Kinderen beschikken in potente over veel vermogens, wanneer omgeving die
niet prikkelt + stmuleert, blijven veel van deze sluimerende vermogens onbenut. De efecten van opvoeding
blijken tot ver in de volwassenheid terug te vinden. Ook de invloed van siblings is van belang. En de wijze
waarop men in het gezin met elkaar omgaat.
Opvoedingsstjlene
Ondersteunen: Warmte bieden, responsieef zijn, betrokkenheid tonen & afecte geven
Draagt op een positeve wijze bij aan de ontwikkeling. Maar ondersteunen is goed, maar te veel
(overbescherming) oef te weinig (lieefdeloos) is ongewenst.
Controleren: reguleren (grenzen & regelen stellen), monitoren (op de hoogte zijn), belonen van goed
gedrag, strafen (met mate).
, Ouders maken op gedoseerde wijze gebruik van hun ‘machtge’ posite. Autoritair opvoeden te veel
eisen stellen & hard strafen, permissiee opvoeden weinig grenzen, niet ingrijpen, toegeefijk.
Autoritateef: luisteren & overleggen, uitleg geven, consistent & feeibel optreden, autonomie verlenen.
Autoriteit wordt gebruikt om kinderen meer democratsch op te voeden.
Onverschieeige stiie geen enkele belangstelling, angstig opvoeden te veel met kinderen overleggen en
hen te veel ontzien. Ouders gedragen zich onzeker & inconsistent.
Te weinig nadruk tussenpositie te veee nadruk
Lieefdeloos -------------------------------- ondersteunend -------------------------- overbeschermend
Permissieef -------------------------------- controlerend -------------------------- autoritair
Onverschillig ----------------------------- autoritateef -------------------------- angstg
Het gunstgst is een combi waarbij ondersteunen, controleren en autoritateef opvoeden zich in de buurt van het
midden bevinden & niet te veel uitslaan naar 1 van de uiterste posites. Voor de ontwikkeling zijn alle 3
basisstjlen belangrijk, maar de accenten in de ontwikkelingsefasen verschillen.
Positeve kenmerkene
Warmte (geborgenheid, afecte, acceptate veilige hechtng)
Responsiviteit (sensitviteit kinderen houden hierdoor later beter rekening met anderen)
Regulering (grenzen, regels kinderen nemen normen & waarden over)
Negateve kenmerkene
Agressieef opvoeden (vijandig, streng strafen kinderen worden later ook agressieef)
Permissieef opvoeden (toegevendheid & onmacht ouders, geen grenzen, ongewenst gedrag wordt niet
geremd kinderen missen het vermogen om zich te beheersen & raken geefrustreerd)
Lieefdeloos opvoeden (raken niet gehecht, missen een veilige basis leidt tot uiteenlopende problemen)
Directe beïnvloedinge
Onderzoek (McDowell & Parke 2009) heef aangetoond dat ouders die hun kinderen eepliciet raad geven hoe
om te gaan met andere kinderen & die ook situates scheppen/opzoeken waarin het kind andere kinderen kan
ontmoeten, kinderen hebben die later beter omgaan met andere kinderen dan de kinderen van ouders die dit
niet doen.
Invloed siblingse
De wijze waarop het subsysteem van siblings efunctoneert, is sterk afankelijk van de opvoedingsstjl die de
ouders hanteren. Negateve opvoedingsstjl werkt negateve relates tussen siblings in de hand. Ook
voortrekken is ongunstg voor de relatevorming. De rol van siblings is een zeer belangrijke efactor voor het
ontstaan van sociaal gedrag. Kantekening: maakt wel uit oef ze van dezelefde sekse zijn & hoe ver hun leefijd
van elkaar aef ligt.
Gedrag van ouderse
Tegenspoed en traumatsche gebeurtenissen kan de sociale ontwikkeling van kinderen negateef beïnvloeden.
Niet als het gezin zich weet te herstellen & problemen overwint.
Kinderen worden niet alleen beïnvloed door de manier van opvoeden, maar ook door de persoonlijkheid van
de opvoeders. Maar ook een depressie van een opvoeder oef een scheiding kan afreuk doen. Er bestaat een
systematsche samenhang tussen ouders die problemen hebben & kinderen die problemen geven.
Gezinseunctonerene
Naast opvoeding, gedrag van ouders & rol van siblings, maken ook aanhoudende interacties tussen aeee
gezinseeden dat een gezin op een bepaalde manier efunctoneert. Alle beschrijvingen zijn teruggebracht tot 2
centrale hooefdkenmerken (Olsen & McCubbin; Olsen & Gorall):
1. Cohesie: onderlinge positeve betrokkenheid (beslissingen nemen, voorkeuren voor bepaalde personen).
Banden tussen gezinsleden kunnen meer emotoneel (elkaar goed aanvoelen), meer cogniteef