1: polarisatie en segregatie
Dekker et al, Bakker, Merry & Oulali
Pedagogische vraagstukken rond polarisatie
Deze staan niet op zichzelf maar komen voort uit algemenere vraagstukken die op dat moment leven. Ze staan zeker
niet los van maatschappelijke vraagstukken. Maar ook grote maatschappelijke vraagstukken genereren weer naar
pedagogische vragen.
Polarisatie is vorming en verbreding van tegenstellingen (toenemende verdeeldheid in de hele bevolking.
Toenemende verschillen in gemiddelde posities van bevolkingsgroepen en sterker wordende samenhang tussen
politiek-culturele tegenstellingen.
Polarisatie als maatschappelijk vraagstuk
Poldermodel
Tot aan de eeuwwisseling was er sprake van een poldermodel (zoeken naar consensus).
Dit poldermodel was kenmerkend voor politiek en maatschappelijk debat. Er werd gezocht naar consensus,
overeenstemming etc. op een bepaalde manier omgegaan met tegengestelde belangen en interesses.
Overeenkomsten zoeken en zoeken naar een redelijk compromis. Belangen van verschillende groepen zijn er, maar
die vullen elkaar juist aan. Verschillende betrokkenen gaan het debat aan om compromis te sluiten. Tegenstaande
dingen worden niet bekeken, maar de overeenkomsten. En zo wordt een compromis gemaakt.
Door verschillende gebeurtenissen, zoals opkomst Pim Fortuyn, of het 9/11 in Amerika, ontstond er een omslag in
dit debat. Door deze events werd het ineens een andere kant in geslagen, of de andere kant werd aangewakkerd.
Deze gebeurtenissen worden focussing events genoemd: ingrijpende, plotselinge gebeurtenissen die het debat van
een onderwerp sterk aanwakkeren.
Een aantal gevolgen voor die tijd:
- Tegenstellingen worden steeds meer benadrukt.
- Het publieke en politieke debat gaat over integratie en migratie
- Toeneming van polarisatie en tegenstellingen in de maatschappij en politiek.
Polariseert Nederland?
Culturele veranderingen 1970-2013
3 politieke tegenstellingen
Pro-nivellering: wel inkomensnivellering geen inkomensnivellering (al of niet gewenste
inkomensnivellering)
Inkomsten-nivellering: verkleining van het verschil in inkomen tussen de laagste en hoogste inkomensgroepen
Nivellering is het proces waarbij men in een bepaald opzicht een gelijk(er) niveau probeert te bereiken
Anti-autoritarisme: meer autoritair meer libertijnse voorkeuren
Links-rechtszelfplaatsing
Over het algemeen neemt het anti-autoritarisme toe en het gemiddelde politieke zelfvertrouwen stijgt: je spreekt
van politiek zelfvertrouwen als je gelooft dat jouw stem er toe doet.
Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan? (individu)
Dat is zeker niet over de hele linie het geval geweest. Naast polarisatie (politiek zelfvertrouwen, deelname Europa
etc.) staan ook gedepolariseerde kwesties centraal (euthanasie, inkomensnivellering) en dubbelzinnige
polarisatietrends (minder extremen en blokvorming in links-rechtszelfplaatsing).
Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden? (groep)
Er is wel aanleiding om polarisatie tussen bevolkingsgroepen te signaleren (bv vrouwen zijn linkser, ouderen zijn voor
nivellering, lager-opgeleiden worden rechtser). Maar daar staat vaak ook depolariserend tegenover.
Samenvattend: meestal niet. Dan is er geen ontwikkeling, convergentie of tegenstrijdige onderzoeksresultaten. In
enkele gevallen dus wel (links-rechtstegenstelling tussen seksen, polariserend jong-oud, hoger en lager opgeleid)..
,Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden?
Geen ondubbelzinnig antwoord op te geven. Echter werd wel geconstateerd dat de samenhang van politiek
zelfvertrouwen met globaliseringskwesties relatief sterk is. toenemende belangen van die kwesties in de politiek zou
polarisatie tot gevolg kunnen hebben, in de zin van een verbredende politiek-culturele tegenstelling.
Nieuwe politieke tegenstellingen hangen wel, en oude tegenstellingen hangen niet/nauwelijks samen met politiek
zelfvertrouwen.
Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
Niet als het om tegenstellingen tussen politiek partijen gaat, maar gemiddeld wel bij de vergelijking van sociale
groepen. Achter de gemiddelden gaan echter tegengestelde veranderingen schuil en er is weinig grond om een
toenemend ‘tegenstellingen denken’ te veronderstellen.
Tweedeling in Nederland
Is altijd actueel. Neem bijvoorbeeld: Hoog en laag opgeleid, verschil in inkomen, huisvestiging, gezondheid, cultuur,
religie, stad/dorp, gender, arm/rijk, eentalig/meertalig, migratie achtergrond, privé onderwijs/publieke school, jong
en oud, verschil in kennis.
Er was al een langere tijd sprake van segregatie. Maar pas toen de migranten kwamen, werd het onderwerp echt
belicht. Er gingen mensen verhuizen , waardoor zuilen eigenlijk gingen instorten en er een mengelmoes van groepen
ontstond.
Van onderscheid naar scheidslijn
Dimensies:
1. Differentiatie (objectieve verschillen). Feitelijke verschillen.
Er zijn wel verschillen, maar de verschillen worden niet groter. Door inflatie zie je wel dat bepaalde groepen steeds
meer moeite krijgen etc.
2. Identificatie (mate van identificatie met onderscheiden groepen)
Tot welke groep behoor ik? Tot welke subgroep(en).
3. Representatie (mate van representatie van onderscheid tussen groepen in de media)
Verhulling: Onder-representatie
Correspondentie: Fit tussen representatie en werkelijkheid
Over determinering: Over-representatie. Wij tegen zij gevoel
Hoe hoger een onderscheid tussen groepen scoort op deze dimensies, hoe meer reden er is om te spreken van een
scheidslijn.
Wat is er eigenlijk mis met een maatschappelijke scheidslijn
Verschillen zijn van alle tijden. Die scheidslijn heeft te maken met identificatie en representatie. Hoe minder
verschillen benadrukt worden, hoe minder er besproken wordt in het debat. Er is een principieel bezwaar: Het
bestaan van maatschappelijke scheidslijn is in strijd met ultieme waarden. Het heeft negatieve consequenties: het
bestaan van maatschappelijke scheidslijn zorgt ervoor dat het land uit elkaar valt.
In strijd met ultieme waarden
Scheidslijnen betekenen ongelijkheid en beperken de vrijheid. Verschillen zijn in strijd met ultieme, voor alle mensen
geldende waarden.
“Dan valt het land uit elkaar”
Corrosie van de maatschappelijke cohesie. Verlies van solidariteit en verbondenheid, Wantrouwen, Conflict
Soort versplinterde samenleving met groepen die voor hun eigen belang op komen en niet rekening kunnen houden
met anderen.
Tegenstellende doelstellingen zorgen voor conflicten. Groepsvorming kan effect hebben op hoe mensen met elkaar
omgaan. De samenleving ‘valt uit elkaar’.
De contacthypothese: Een duurzaam intermenselijk contact leidt tot de afbouw van mogelijke vooroordelen en
stereotypen jegens elkaar.
Onderzoek in de traditie van de contacthypothese gaan aan een zekere positiviteits-bias mank. De positief gekleurde
voorbarige conclusies en onderzoeksresultaten die voornamelijk focus hebben gelegd op positieve effecten
elementen. Relaties (positief/negatief) beïnvloeden de beelden over andere groepen + attitude vorming
Integratie en kapitaal
Integratie is een socialisatieproces waarbij leden van een niet-dominante groep zich mengen met de dominante
groep, maar daarnaast contact onderhouden met de andere leden van de eigen groep.
, Sociaal kapitaal is het totaal aan hulpmiddelen die beschikbaar zijn voor (individuen in) een gemeenschap om de
sociale organisatie vorm te geven. Cultureel kapitaal is het geheel van kennis, cognitieve vaardigheden en opleiding
van een persoon waarmee sociale privileges verworven of behouden kunnen worden. Daarmee is het van invloed op
de sociale mobiliteit. vormen van vaardigheden, opleiding, kennis en voordelen van een persoon die hem een
hogere status in de samenleving geven.
Kinderen uit een lager milieu kunnen profiteren, zowel intrinsiek als instrumentaal, van het kapitaal van bevorderde
kinderen (taal, kennis, privileges, vaardigheden).
Onderwijs segregatie
Is een gevaar voor: Sociale cohesie (Sociologisch perspectief) en Gelijke kansen (Pedagogisch perspectief)
Onderwijs segregatie zorgt er voor dat er weinig mogelijkheden zijn om in contact te komen met de dominante
cultuur. Gelijke spreiding en heterogene scholen, groepen, zijn het beste voor kinderen en een leefbare samenleving.
Politiek wil ingrijpen, maar er zijn beperkingen, zoals vrijheid van schoolkeuze van ouders;
Ouders kiezen school die past bij levensovertuiging en opvattingen
Er ontstaat een futiliteitscultuur: een cultuur die kinderen er van weerhoudt nog enig geloof in eigen kunnen te
ontwikkelen. Iets wat niet belangrijk wordt geacht of gevonden. De etnische attitudes, het gedrag en etnische
gekleurde verwachtingen kunnen de gevoelens van futiliteit versterken. Dit kan leiden tot grote prestatieverschillen
die samenhangen met vooroordelen, futiliteitsgevoelens en verwachtingen, en tot zichzelf
waarmakende voorspellingen kan leiden.
Oorzaken schoolsegregatie
De kenmerken van het onderwijssysteem
Neem: Publieke vs private scholen, collectief bekostigd vs duurdere scholen, openbaar vs confessionele scholen.
De mate van differentiatie en selectie (moment selectie) bij de overgang van primair naar secundair onderwijs
Ruimtelijke of residentiële segregatie
Homogener worden van de populaties in de gesegregeerde woonwijken. Witte en zwarte wijken. Er ontstaat een
groeiende consensus dat residentiële segregatie van cultureel-etnische groepen een ongewenst fenomeen is en
derhalve bestreden moet worden. Daarnaast staan concentraties van minderheidsgroepen de sociaal-culturele
integratie in de maatschappij in de weg. Staat in de weg van interetnisch contact en kan een bedreiging zijn voor
sociale cohesie.
Schoolkeuzegedrag van ouders
Het schoolkeuzegedrag van ouders, bedoeld of onbedoeld, werkt nogal eens de cultureel-etnische segregatie van
het onderwijs in de hand. Schoolkeuzegedrag dat precies het tegenovergestelde wil bewerkstelligen staat onder de
term ‘ouderinitiatieven’. Geen correcte weerspiegeling van de cultureel-etnische diversiteit van leerling populaties
vergeleken met de samenstelling van de buurtbevolking.
Waarom bestrijden schoolsegregatie?
Het ene onderzoek wijst uit dat de school populatie wel van invloed is, de ander weer niet. Er is wel gebleken dat de
etnische attitudes van leerkrachten en hun gedrag in de klas van belang zijn voor de schoolloopbaan van kinderen.
Etnisch gemengd samengestelde schoolklassen leiden niet onvermijdelijk tot het interpersoonlijk contact dat aan
attitudeverbetering ten grondslag ligt.
Wel bestrijden vanwege..
De bevordering op cognitieve prestaties
De verbetering in interetnische verhoudingen
Wat maakt wel verschil?
Leraren kunnen het verschil maken. Sommige leraren laten zich leiden door groepsstereotypen en hebben lagere
verwachtingen van prestaties van leerlingen van etnische minderheden. Het klimaat wat de leraar in de klas creëert
is belangrijk voor de omgang met andere kinderen. Cultuur responsieve leraren: een leraar die met kennis van de
achtergronden van zijn leerlingen een klasklimaat weet te scheppen waarin leerlingen op gelijke voet met elkaar
praten en omgaan. Ook het coöperatieve leren en self-disclosure strategie (zelfonthulling, op je eigen manier
vertellen) werken goed
Een optimale verdeling van leerlingen met en onder onderwijsachterstanden op school leidt tot betere kansen voor
kinderen met onderwijsachterstanden terwijl de overige leerlingen daar geen nadeel aan ondervinden.