Samenvatting boek Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1: DE THEORIE VAN PLANMATIGE GEZONDHEIDSVOORLICHTING 3
DE STAPPEN DIE ONDERNOMEN WORDEN IN HET PREVENTIEPLAN ZIJN: 4
STAP 1: ANALYSE VAN VOLKSGEZONDHEID 4
STAP 2: ANALYSE VAN GEDRAG 4
STAP 3: ANALYSE VAN DETERMINANTEN VAN GEDRAG 4
STAP 4: INTERVENTIEONTWIKKELING 5
STAP 5: INTERVENTIE-IMPLEMENTATIE EN DISSEMINATIE 5
STAP 6: EVALUATIE 5
VALKUILEN IN DE GEZONDHEIDSVOORLICHTING PER STAP 5
VALKUIL 1: EEN NIET BESTAAND PROBLEEM 6
VALKUIL 2: HET VERKEERDE GEDRAG 6
VALKUIL 3: DE VERKEERDE GEDRAGSDETERMINANTEN 6
VALKUIL 4: DE VERKEERDE INTERVENTIE 6
VALKUIL 5: DE VERKEERDE IMPLEMENTATIE 6
VALKUIL 6: EVALUATIE 6
ZES STAPPEN DIE VOOR PLANMATIGE GEZONDHEIDSVOORLICHTING EN HET BELANG VAN THEORIE
ZORGEN 6
HOOFDSTUK 2: ANALYSE VAN VOLKSGEZONDHEID 7
STERFTE NAAR DOODSOORZAAK 8
PREVALENTIECIJFERS 8
INCIDENTIE EN HERSTELKANSEN 9
IMPACT 9
VERLOREN LEVENSJAREN 9
ZIEKTEJAREN 9
DALY’S 9
LEEFTIJDEN EN KALENDERTIJDEN 10
ONGELIJKHEDEN IN DE GEZONDHEIDSZORG 10
BRONNEN 10
HOOFDSTUK 3: ANALYSE VAN GEDRAG 10
RISICOFACTOREN VOOR ZIEKTEN EN AANDOENINGEN 10
EPIDEMIOLOGIE 11
VERBANDEN 11
VERSCHILLENDE ONDERZOEKEN 11
TABEL MATEN VAN ASSOCIATIE 12
FORMULEREN VAN INTERVENTIEDOELEN 13
HOOFDSTUK 4: DETERMINANTEN VAN GEDRAG 14
IDENTIFICATIE VAN HET TE ONDERZOEKEN GEDRAG 14
NIVEAUS 14
THEORIEËN 14
EIGEN-EFFECTIVITEITSVERWACHTING 15
GEZONDHEIDSVOORLICHTING 15
BEWUSTZIJN 15
BIG FIVE 15
,OMGEVINGSDETERMINANTEN 15
THEORIEËN EN MODELLEN 16
SOCIAAL-COGNITIEVE THEORIE 16
BEREDENEERD GEDRAG MODEL 16
HET HEALTH BELIEF MODEL 17
DE PROTECTIE MOTIVATIE THEORIE 18
ECOLOGISCHE MODELLEN 19
ANGELO MODEL 19
TOEPASSEN DETERMINANTENMODELLEN IN ONDERZOEK 20
HOOFDSTUK 5 INTERVENTIEONTWIKKELING 21
INTERVENTION MAPPING STAP 2: VERANDERINGSDOELEN 21
INTERVENTION MAPPING STAP 3: THEORETISCHE METHODIEKEN EN PRAKTISCHE TECHNIEKEN 23
INTERVENTION MAPPING STAP 4: PROGRAMMAONTWERP EN –PRODUCTIE 23
HOOFDSTUK 6: THEORIEËN EN METHODIEKEN VAN VERANDERING 25
GEDRAG VERANDERINGSMODELLEN 25
DE STAGES OF CHANGE EN HET PRECAUTION ADOPTION PROCESS MODEL 25
HET COMMUNICATION PERSUASION MODEL EN HET ELABORATION LIKELIHOOD MODEL 26
THEORIEËN OVER DOELGERICHT GEDRAG EN ZELFREGULATIE 26
THEORIEËN OVER OMGEVINGSVERANDERINGEN 26
FACILITATIE DOOR OMGEVINGSVERANDERINGEN 28
METHODIEKEN VOOR OMGEVINGSDETERMINANTEN 29
ALGEMENE METHODIEKEN VOOR OMGEVINGSVERANDERING 29
2
,Hoofdstuk 1: De theorie van planmatige
gezondheidsvoorlichting
Gezondheidsvoorlichting: een vakterm voor alle activiteiten die kunnen worden
ondernomen om te stimuleren dat mensen zich op vrijwillige basis ‘gezonder’ willen
en kunnen gedragen.
Is onder andere gericht op het identificeren en begrijpen van maatschappelijke en
gezondheidsproblemen, op het verklaren van gezond en ongezond gedrag en op het
beïnvloeden van gedrag door middel van voorlichting.
Gezondheidsbevordering: een combinatie van voorlichting en omgevingsverandering
die samen gezond gedrag en gezonde leef condities stimuleren.
Drie soorten preventie:
- Primaire preventie
Hierbij richten ze zich op het voorkomen van een specifiek
gezondheidsprobleem of categorie van aandoeningen. Richt zich ook op het
wegnemen van oorzaken of risicofactoren voor aandoeningen.
VB: HIV-infectie voorkomen door het stimuleren van veilig vrijen.
- Secundaire preventie (of vroege opsporing)
Hierbij proberen ze mensen met een voorstadium van een bepaalde
aandoening of in een vroeg stadium van een ziekte, te identificeren zodat
gerichte behandeling, gedrags- of omgevingsverandering mogelijk is om
erger te voorkomen.
VB: borstkankeronderzoek, werknemers checken op hart- en vaatziekten.
- Tertiaire preventie (of zorg)
Richt zich op mensen die getroffen zijn door een ziekte of handicap. Begint
na de diagnose. Doel is het beheersen van de handicap of ziekte om
verdergaande invalidering te voorkomen, om kwaliteit van leven te vergroten
of zo goed mogelijk te behouden.
Hoog risico benadering: hierbij wordt eerst een risicogroep geïdentificeerd, op basis
van bijvoorbeeld erfelijke eigenschappen, het veelvoorkomend van risicogedrag,
leeftijd of sociaaleconomische status.
Populatiebenadering: hierbij wordt de hele bevolking of een groet deelgroep daaruit
benaderd.
Drie andere soorten preventie:
- Universele preventie
Richt zich op de totale bevolking of grote groepen daarbinnen. Richt zich op
mensen die niet een speciaal verhoogd risico op het te voorkomen probleem
of aandoening hebben. Doel is om bij alle mensen de gezondheid te verbeter
en de kans op ziekte te verminderen Ook wel primaire preventie met
populatiebenadering.
- Selectieve preventie
Gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico en heeft als doel de
gezondheid van specifieke risicogroepen te verbeteren. Is een hoog risico
benadering en raakt aan de secundaire preventie, omdat de preventieve
interventie wordt aangeboden op basis van screening op risicofactor of
factoren.
- Geïndiceerde preventie
Richt zich op individuen die nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar
wel beginnende klachten of symptomen. Doel is het ontstaan van ziekte of
3
, verdere gezondheidsschade te voorkomen. Hoog risico benadering met
secundaire preventie.
- Zorg gerelateerde preventie
Gericht op individuen met een ziekte en heeft tot doel ziektelast te reduceren
en complicaties of co morbiditeit te voorkomen. Is tertiaire preventie.
Middelen om gezondheidsbevordering te bereiken:
- Voorlichting
Hiermee proberen we mensen te motiveren tot, te trainen in, en te helpen bij
gezond gedrag.
VB: voorlichting over ongewenste zwangerschap op scholen.
- Voorzieningen
Met voorzieningen proberen we gezond gedrag gemakkelijker te maken.
VB: waterzuivering om hygiëne te bevorderen.
Vijf niveaus doelgroepen onderscheden:
1. Individueel: zoals personen die risico lopen of patiënten
2. Interpersoonlijk of groepsniveau: zoals peers, ouders en hulpverleners
3. Organisatieniveau: zoals directeuren van scholen, managers in bedrijven
4. Community- of lokaal niveau: zoals opinieleiders in ijken of redacteuren krant
5. Politiek of samenlevingsniveau: zoals politici en ambtenaren of bestuur
De stappen die ondernomen worden in het preventieplan zijn:
Stap 1: Analyse van volksgezondheid
Stap 2: Analyse van gedrag
Stap 3: Analyse van determinanten van gedrag
Stap 4: Interventieontwikkeling
Stap 5: Interventie-implementatie en disseminatie
Stap 6: Evaluatie
Stap 1: Analyse van volksgezondheid
De analyse van volksgezondheid beschrijven we aan de hand van verschillende
indicatoren zoals: ziekte, sterfte, prevalentie en incidentie van ziekten, maar ook aan
de hand van indicatoren die kwaliteit van leven meewegen, zoals de QALY.
Stap 2: Analyse van gedrag
Gedrag van het individu kan bijdragen tot gezondheid, zoals: gezond eten, niet
roken, genoeg bewegen, deelname aan programma’s voor bevolkingsonderzoek of
adviezen opvolgen over hoe gevolgen van ziekte zo veel mogelijk zijn in te perken. In
deze fase moet het belang en de plaats van gedragsoorzaken van het
gezondheidsprobleem worden geanalyseerd. Soms kunnen omgevingsfactoren de
gezondheid rechtstreeks beïnvloeden, maar ook indirect via gedrag.
Omgevingscondities kunnen vaak niet worden beïnvloed door de mensen die er zelf
direct profijt of last van hebben. Omgevingscondities staan echter wel vaak onder
invloed van het gedrag van zogenaamde beslisser, zoals politici, werkgevers en
andere bestuurders. Gedrag van beslissers kan dus, via omgevingscondities, van
invloed zijn op het risico en op het risicogedrag van individuele personen.
Stap 3: Analyse van determinanten van gedrag
Tijdens de derde stap worden de determinanten van gedrag geanalyseerd. Globaal
onderscheiden we persoonlijke determinanten (of ook wel ‘interne’ determinanten),
4
, zoals: kennis, risicoperceptie, attitude en eigen-effectiviteitsverwachtingen, en
omgevingsdeterminanten (of ‘externe’ determinanten) zoals: sociale steun of druk,
en onvoorziene barrières.
Stap 4: Interventieontwikkeling
Op basis van de inzichten die in de voorafgaande stappen zijn ontwikkeld, kunnen
we proberen een interventie te ontwikkelen om veranderingen teweeg te brengen in
de determinanten van gedrag c.q. het gedrag zelf. Het kan dan gaan om interventies
direct gericht op gedragsdeterminanten van het risicogedrag zelf, of op de
determinanten van gedrag van ‘beslissers’ die omgevingsdeterminanten kunnen
beïnvloeden. Het uiteindelijke doel is een verbetering van de volksgezondheid en de
kwaliteit van leven. In de stap van interventieontwikkeling staan het Intervention
Mappingprotocol centraal en voor een goede toepassing van Intervention Mapping is
een analyse van theorieën en methodieken voor gedragsverandering die bij
gezondheidsvoorlichting kunnen worden toegepast, van groot belang.
Stap 5: Interventie-implementatie en disseminatie
De volgende stap in het planningsmodel is de implementatie (uitvoering zoals
bedoeld) en disseminatie (planmatige verspreiding) van de interventie. Zoals wel
vaker lijkt dit ook een voor de hand liggende stap. In de praktijk komt het echter
regelmatig voor dat heel zorgvuldig ontwikkelde interventies niet juist en niet op
voldoende grote schaal geïmplementeerd worden. Vaak komt dit omdat men bij de
ontwikkeling van een interventie onvoldoende rekening houdt met de wensen van
degenen van wie wordt verwacht dat zij de interventie gaan uitvoeren en gebruiken,
zoals leerkrachten, huisartsen of sociaal verpleegkundigen. Daarnaast gaan
programmaontwikkelaars er vaak ten onrechte van uit dat een goed programma
zichzelf verkoopt. Een manier om van meet af aan adequaat te anticiperen op
implementatieproblemen is het vormen van een verbindingsgroep, een groep waarin
zowel de programmaontwikkelaars als degene die het programma gaan uitvoeren
vertegenwoordigd zijn. Een dergelijk groep slaat enerzijds een brug tussen
ontwikkelaars en gebruikers, anderzijds kan een dergelijke groep bijdragen inzicht te
hebben inde determinanten van implementatie gedrag van potentiële gebruikers. Op
basis daarvan kan een strategie worden ontwikkeld om de implementatie van een
programma te bevorderen.
Stap 6: Evaluatie
Ten slotte is het belangrijk dat interventies worden geëvalueerd om na te gaan of de
interventie de gewenste resultaten heeft (effectevaluatie), en of deze is uitgevoerd
zoals gepland (procesevaluatie). Bij voorkeur vindt de evaluatie stapsgewijs plaats
waarbij de interventie eerst kleinschalig wordt uitgeprobeerd, daarna op groter schaal
getest, en waarbij ook de eventuele implementatie en verspreiding wordt onderzocht.
Valkuilen in de gezondheidsvoorlichting per stap
Valkuil 1: Een niet bestaand probleem
Valkuil 2: Het verkeerde gedrag
Valkuil 3: De verkeerde gedragsdeterminanten
Valkuil 4: De verkeerde interventie
Valkuil 5: De verkeerde implementatie
Valkuil 6: Evaluatie
5