COMMUNICATIE EN SAMENWERKING
1.1 Inleiding op communicate
Communicate
- Non-verbale communicate houding, gezichtsuitdrukking, kleding, lichaamshouding, oogcontact,
uiterlijk.
- Verbale communicate taalgebruik, luisteren, afstand tussen personen.
Goed luisteren
- Principes
- Acceptate van anderen
- Respect voor de gevoelens van anderen
- Tolerante ten aanzien van iemands eigenaardigheden
- Stmuleert tot verder vertellen
o Oogcontact
o Geïnteresseerde houding
o Aanmoedigen tot verder vertellen
o Niet bang zijn voor stltes
o Vraag door
o Laat eigen mening achterwege
o Jaag de ander niet op
Observeren
- Waarnemen en interpreteren
- Non-verbaal gedrag
- Luisteren
- Samenvaten
Exploreren
- Vragen stellen
- Concretseren
- Menging geven/vragen
- Omgaan met gevoelens
Reageren
- Feedback geven/ ontvangen
- Assertef reageren
- Argumenteren
- Digitaal communiceren
Het is belangrijk dat je
- Een vertrouwensrelate hebt
- Elkaar goed begrijpt
- De situate goed begrijpt
- Samen naar een oplossing zoekt
- Voor jezelf opkomt
- Een voorbeeld voor je patint bent
1
, 1.2 Communicate: waarnemen en interpreteren
Selecteve waarneming concentreert zijn op iets en daardoor iets anders niet ziet.
Factoren die het proces van waarnemen en interpreteren beïnvloeden
- Contextuele factoren de omgeving, mensen die meeluisteren, tjdsdruk, pregnante
o Bijv. In een drukke omgeving communiceren waardoor je elkaar niet goed kan verstaan
- Factoren aan de kant van de zender iemand die informate achterhoud, onduidelijke taal, met
zichzelf bezig
o Bijv. Iemand spreekt een andere taal en kan hierdoor niet verwoorden wat hij precies bedoelt
- Factoren aan de kant van de ontvanger aandacht geven, cultuur, te snel invullen, lichamelijke
gesteldheid
o Bijv. Met andere dingen bezig zijn en daardoor niet goed luisteren
Interpretatefouten
- Acceptate van selecteve informate,
- Te snel begrijpen en reageren
- Generaliseren (klasgenoot komt te laat, conclusie trekken dat diegene altjd te laat komt)
- Vooroordelen
- Stereotypering
- Halo-efect (uitstraling, bepaalde eigenschap)
- Identicate
- Projecte
- Persoonlijke norm
Selecteve waarnemingen je focust je op een bepaald ding, waardoor je andere dingen niet interpreteert
1.3 Gespreksvaardigheden: de basis
Onderdelen in een gesprek
- Inleiding (voorstellen, wat je gaat doen, uitwisselen van eerste gevoel, duur van het gesprek,
verwachtng, onderwerpen die besproken gaan worden)
- Kern (gespreksdoel)
- Slot (gesprek afronden, gesprek samenvaten)
o Afspraken herhalen
o Zeggen wat je gaat doen met de informate
o Vragen of de zorgvrager nog vragen heef
o Samenvaten
Herhalen (leterlijk herhalen wat de andere heef gezegd)
Samenvaten (belangrijkste informate uit de kern herhalen)
Parafraseren (met eigen woorden weergeven wat de ander heef gezegd)
Gevoelsrefecte (je laat echt zien wat jij van het gevoel van de ander hebt begrepen)
Aandachtspunten
Vat beknopt, maar wel volledig samen
Vat regelmatg samen
Vat samen in eigen woorden
Beperk je tot het gespreksthema
Vat in persoonlijke vorm samen
Voorkom dat je beoordeeld, waardeert of concludeert
Ga na of je samenvatng klopt
Laat merken dat je samenvat
Nodig de ander ook eens uit om samen te vaten
2