Samenvatting Functieherstel met
uitneembare voorzieningen
Indeling
Frameprothese
Materiaalkunde
Anatomie
Productie VP
Syndroom v Kelly
Maxillofaciale Protentiek
Overkappingsprothese
Ev. vragen
Thermelogie
Frameprothese
Kenmerken plaatje "De moordenaar van het restgebit"
Eenvoudig en snel te maken (tandarts maakt enkel een afdruk). Basis is volledig van
kunststof. Het is geperst van PMMA. Sommige mensen zijn alleergisch hiervoor en
dan kan er een ander, duurder kunststof komen.
Puur als esthetische tussenoplossing.
De positieve kauwdrachten zullen drukkrachten uitoefenen op de mucosa waardoor
het bot daaronder sneller zal gaan resorberen.
De retentie is niet groot dus kan het niet goed tegen de negatieve krachten
(krachten van het element af). Hier kan daardoor plasitic tussen de elementen
geplaatst worden, echter dan zullen de papillen op den duur verdwijnen wat niet fraai
is.
Ook kan er gumstripping komen, dat is dat de punten van de prothese de mucosa
afschrapen
Antagonisten kunnen uitgroeien met een plaatprothese
Speekselfilmeffect zorgt voor de retentie. Eventueel kan er een kunststofverbinding
, komen door gaasversterking, dit is vooral dat het blijft zitten want echt sterker wordt
het plaatje er niet op.
Kenmerken frame
Heeft een metaalbasis die dunner is dan plastic en een goede retentie
Benut het paradontium van pijlers voor steun van positieve kauwkrachten
Het zorgt ook voor retentie bij negatieve krachten door de retentie arm
Het geeft stabilisatie/retentie bij zijdelingse krachten door de metaaldelen.
Het is duurder dan een plaatrothese en minder snel te dragen en minder mooi maar
beter voor de dentitie en de retentie en verdeelt de krachten goed.
Onderdelen frame
Het anker zorgt voor steun, stabilisatie en retentie
Met een langere arm zal de Elasticiteit groter worden. Maar, als de doorsnede erg dik is zal
deze verlagen.
E = Cx (P x l3 / d4)
C = materiaalconstante
P = kracht
l = lengte van de arm
d = doorsnede van de arm
De ankertip kan breken, maar eerst zal ze
vervormen. Dit kost tijd. Zie grafiek
Er zijn 3 maten voor de ondersnijdingsdiepe (in mm) ¼,
½, ¾. Met deze maten wordt de positie van de ankerip
bepaad. De maatkeuze is afhankelijk van de easicitei
van de tip, wat do de lengte een dikte van de ankearm
,wordt beaald.
De ondersnijdingsmaat is horizontaal en verticaal. Vericaal is de afstand van de tip tot de
meetlijn. Dat is belanrijk voor de plaatsing t.o.v. de gingivarand
Gebruik Surveyor/parallelometer
Met een surveyor of een parallelometer worden, van occlusaal af bekeken, de ondersneden
kroongedeeltes zorgvuldig opgezocht en gemarkeerd.
Het bestaat uit een verticaal geplaatste zwenkbare houder voor diverse stiften en een
kantelbare tafel voor het gebitsmodel.
Het maakt een modelanalyse
- om de mogelijkheden van ondersnijdingsdiepten voor de ankertips te bepalen
- om het verloop van de approximale vlakken voor de minor connector te
beoordelen.
--> Meet middels een stiftje de plaats van de bolling en tekend dit dan ook aan met een
potloodlijntje. Daar waar de bolling is moet de ankertip komen.
--> indien er geen bolling is kan dit worden aangeplakt of kan de uitneemrichting veranderd
worden; de tafel kan dan sagitaal draaien. Dit draaien is niet erg merkbaar met in en uit
doen van de prothese voor de patiënt en verder ook niet merkbaar.
het raster maakt bevestiging van het kunststofzadel met de prothese-elementen mogelijk.
Het dient voor bevestiging van het kunststofzadel met de elementen; daarom is het
opengewerkt, maar tevens moet er ruimte voor de kunststof tussen het raster en de
processus van tenminste 0,6 mm zijn.
de major connector verbindt de bilaterale framedelen en zorgt voor de stijfheid van het
frame.
palatinale plaat; open palatum of gesloten; open is ev. beter voor umamie te proeven
maar gesloten is beter tegen botresorpie en geeft een betere retentie. Steun is vooral in de
weinig resiliëntie mediane sutuur, retentie is door de seekselfilm, bij groot aanligoppervlak.
De
linguale bar is de connecor van de 1e keus in de OK.
, de minor connector verbindt
het anker met een raster of of met
de major connector. Het heeft
geen elasticiteit en kan daarom
niet in een approximale
ondersnijding gelegd worden;
daardoor ontstaat er een
retentieplaats voor voedselresten heeft de minor connector een aanligtraject, geleidingsvlak
genoemd, met een approximaal vlak, dan levert dat frictieretentie en stabilisering op en
daarmee dus een functietoevoeging voor de minor connector; tevens is er minder ruimte
voor inpactie van voedselresten.
Klassificatie van Kennedy