Samenvatting van het boek Profiel van de Nederlandse Overheid voor de opleiding Journalistiek van Jaar 1. Diverse hoofdstukken zijn hier zo goed mogelijk samengevat, op een heldere en duidelijke manier.
1.1 INLEIDING
Vrijwel iedereen krijgt op gezette tijden te maken met de overheid. Soms omdat je direct contact
hebt gezocht met een overheidsinstantie, of de overheid met jou. Je kunt de overheid op allerlei
manier tegenkomen, ze is namelijk overal. Ze grijpt in onze maatschappij diep in, maar is niet
altijd te begrijpen of te volgen.
Bestuurskunde = de discipline (studie) die de overheid centraal stelt, ‘de kunde van het besturen’.
Een bestuurder is iemand die stuurt; richting geeft, zoals de politici:
- Wethouders gemeente
- Gedeputeerden provincie
- Ministers rijksoverheid
In Nederland heeft men het met bestuurskunde over de discipline die zich bezighoudt met de
voorbereiding, bepaling, uitvoering en de evaluatie van overheidsbeleid (ook:
beleidskunde).
Het is nuttig om je in bestuurskunde te verdiepen om twee redenen:
1. Helpt de overheid zelf om effectiever te werken
2. Helpt anderen om doelgerichter met een overheid om te gaan
Steeds meer gemeenten hebben een ‘Publieksdienst’ alle contacten met burgers worden hier
afgehandeld. Meeste vragen worden in één keer afgehandeld en je wordt direct geholpen.
,Samenvatting Profiel van de Nederlandse Overheid
HOOFDSTUK 2 – ENKELE BEGRIPPEN
2.2 GESCHIEDENIS VAN BESTUUR
Je kunt van een staat spreken als er voldaan is aan drie criteria:
1. Van belang dat er sprake is van een (afgegrensd) grondgebied.
2. Het aanwezig zijn vaan een (geaccepteerd) bestuursgezag soevereiniteit is belangrijk
= hoogste macht of gezag.
3. Er moet een (te onderscheiden) staatsvolk zijn.
Veel moderne staten kennen twee pijlers die ten grondslag liggen aan de inrichting van hun
bestuur:
1. Scheiding tussen de kerk en staat
2. Scheiding van de drie machten
De ontstaansgeschiedenis van het besturen heeft lange tijd in het teken gestaan van de strijd
tussen de kerk en de staat. Vroeger was de kerk de staat.
Soorten samenlevingen:
- Samenlevingen op basis van gelijkheid jagers-verzamelaarssamenleving. Mensen
leefden in groepen waarin de individuen redelijk gelijkwaardig waren. Toch soort
leiderschap op deelgebieden.
- Samenlevingen met rangorde agrarische samenleving. Nieuwe machtsposities door
het bezit van land of productieoverschotten. Bezit is een basis voor macht.
- Samenlevingen met gelaagdheid standensamenleving, bevolking is opgedeeld in
verschillende groepen of standen. Het leiderschap en de bestaansmiddelen zijn niet meer
voor iedereen toegankelijk.
Bekende gelaagdheid = geestelijkheid, adel, boer en burgerij. Elke stand heeft allerlei
rechten en plichten. Je blijft voor de rest van je leven in je stand.
Trias politica, een machtsverdeling beschreven door Franse filosoof Montesquieu:
1. Wetgevende macht
2. Uitvoerende macht
3. Rechterlijke macht
Waren in principe gelijkwaardige machten, dus wordt er gesproken van een horizontale
machtenscheiding. Geen vorm van hiërarchie en geen enkele macht kan oppermachtig worden
door eigen grondslagen, regels, bevoegdheden en mechanismen.
Het idee hierachter is dat je binnen de overheid de machten zou moeten scheiden. Huidige situatie
in Nederland:
- Staten-Generaal = wetgevende macht
- Ministeries = uitvoerende macht
- Onafhankelijke rechters = rechterlijke macht
We kennen nog een aantal andere machten het ambtenarenapparaat (bureaucratie) wordt
aangeduid met de term ‘de vierde macht’. Rijksambtenaren kunnen met hun beleidsadviezen de
minister sterk sturen. Ze voeren hierbij veel zaken voor de minister uit en nemen hierbij
uitvoeringsbeslissingen.
De media, lobbyisten en adviesbureaus worden ook machten genoemd. Ze beïnvloeden achter
de schermen de politieke besluitvorming.
1848 Is een belangrijk jaar voor de huidige staatsinrichting van Nederland. In dat jaar vond er een
grondwetswijzing plaats. Betekende het begin van de ‘gedecentraliseerde eenheidsstaat’. Was
erg ingrijpend en werd daarom een vreedzame revolutie genoemd. Geschreven door Johan
Thorbecke (1798-1872), ‘huis van Thorbecke’.
De wijzigingen:
- Invoering ministeriële verantwoordelijkheid: ministers zijn verantwoordelijk en koning is
onschendbaar.
- Rechtstreekse verkiezing van Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden. Geen
algemeen kiesrecht.
- Indirecte verkiezing van leden van de Eerste Kamer.
- Mogelijkheid om de Kamers te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
- Invoering van het recht van amendement van de Tweede Kamer (=recht om
wetsvoorstellen te wijzigen).
, Samenvatting Profiel van de Nederlandse Overheid
- Invoering van het recht van enquête van de Tweede Kamer en het recht op informatie
voor beide Kamers.
- Jaarlijkse vaststelling van de begroting.
- Een andere procedure voor herziening van de Grondwet.
Grondwet
Legt niet alleen het bestuurlijke stelsel vast maar ook onze grondrechten = rechten die de burger
beschermen tegen de overheid. Twee soorten grondrechten:
- Klassieke grondrechten zijn zaken waar de overheid zich niet mee mag bemoeien.
Vrijheid van godsdienst of levensovertuiging en de vrijheid van meningsuiting.
Kunnen worden afgedwongen.
- Sociale grondrechten (later) zijn onderwerpen waar de overheid zich juist wel mee moet
bemoeien. Recht op werkgelegenheid en het recht op culturele en maatschappelijke
ontplooiing. Om dit te realiseren moet er een beleid worden gemaakt.
Kunnen niet worden afgedwongen.
Met de Grondwet van 1848 begint in Nederland de moderne tijd, 1848-1940. Kenmerkt zich door
een groot aantal ontwikkelingen die de samenleving steeds complexer maken: bevolkingsgroei,
toenemende landbouwproductiviteit, industrialisatie en de ontwikkeling van de wetenschap.
Hierbij verandert ook de rol van de overheid In de 19e eeuw was de overheidsrol beperkt.
Slechts garanderen van de veiligheid van de inwoners door de aanwezigheid van politie en leger. Er
was wetgeving, maar was vooral gericht op het handhaven van de rechtsorde. Weinig bemoeienis
met de inwoners van ons land = Nachtwakersstaat.
Begin 20e eeuw neemt de rol van de overheid weer toe. Ze wordt belangrijker bij het aanpakken
van de grote maatschappelijke problemen uit die tijd: armoede, arbeidersomstandigheden zijn
slecht en de huisvesting van inwoners is zeer gebrekkig.
Kinderwetje van Houten en de Ongevallenwet zijn belangrijk.
Na de Tweede Wereldoorlog breidt de overheidstaak zich snel en sterk uit, gaat zich steeds meer met
de samenleving bemoeien Deze verschuiving van het aandachtsveld van de overheid heet:
- Codificatie = het op schrift stellen van recht, letterlijk ‘het maken van een boek’. De
overheid volgt eerst de ontwikkelingen in de samenleving en daarna eenmalig wetten
opstelt die passen bij de geconstateerde ontwikkelingen.
- Modificatie = aanpassing. Het blijft hierbij niet bij het eenmalig opstellen van wetgeving.
De overheid wil continue inspelen op de ontwikkelingen in de samenleving en daarop
vooruitlopen en ontwikkelingen beïnvloeden. De overheid gaat de samenleving sturen =
verzorgingsstaat.
Verzorgingsstaat = het is een samenleving waar de burger van de wieg tot aan het graf wordt
verzorgd. Sociale voorzieningen, sociale verzekeringen, welzijnswerk, gezondheidszorg en
volkshuisvesting.
Om dit goed te kunnen uitvoeren vindt er in de personele bezetting en uitgaven van de overheid
een explosieve groei plaats. Niet alles is nu meer te betalen.
Tegenwoordig leven we in een soort ‘post-verzorgingsstaat’.
- Ene kant: verschijnselen van de verzorgingsstaat zijn verworvenheden waarop niet mag
worden bezuinigd.
- Andere kant: duidelijk dat het huidige stelsel niet meer vol te houden is en herziening is
nodig. Liggen taken en verantwoordelijkheden van de overheid niet gewoon bij de burger,
werknemer of werkgever?
Participatiesamenleving = een samenleving waarbij iedereen die dat kan ook daadwerkelijk
verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn eigen leven en voor zijn eigen omgeving. Hierdoor
hoeft voor veel taken geen beroep meer te worden gedaan op de overheid en wordt ze kleiner.
Nadeel = lang niet iedere burger is echt in staat om voor zichzelf op te komen of voor zichzelf te
zorgen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meiwil3010. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.