Een kennismaking met de oude wereld
Het oude Nabije Oosten
Hoofdstuk 1
Het ontstaan van de beschavingen in Egypte en Mesopotamië
De opkomst van de culturen aan de oevers van de rivieren Eufraat en Tigris in Mesopotamië
(Irak) en de Nijl in Egypte 3000 v. Chr. kenmerkte zich door een toenemende verstedelijking,
staatsvorming en de uitvinding van het schrift.
Hiervoor had de mens al een ontwikkeling van honderdduizenden jaren achter de rug,
de steentijd:
- In de oude en middensteentijd leefden de mensen van wat zij vonden, van de jacht en
het verzamelen van plantaardig voedsel. Het was noodzakelijk om nieuw jachtterrein
te zoeken. Aan het einde van de middensteentijd (c.a. 10 000 V. Chr.)had de mensen
zijn werktuigen verbeterd, zodat men effectiever van de natuurlijke omstandigheden
kon profiteren en sommige groepen langer op een plek bleven.
- In de Nieuwe steentijd (Het Neolithicum, gekenmerkt door het gebruik van gepolijste
stenen werktuigen) werd als eerste in het Nabije Oosten de stap gezet naar het zelf
kweken van graansoorten en het temmen en telen van dieren. Neolithische
revolutie (ook al duurde het proces duizenden jaren).
Bij de landbouw onderscheiden we twee typen:
1. Regenlandbouw is mogelijk in gebieden waar er tenminste 250mm regen p/j valt,
zoals in: Iran, Noord-Irak, Noord-Syrië en het kustgebied van de Middellandse Zee.
Deze gebieden zijn zeer kwetsbaar, want met een geringe regenterugval brengt het
meteen voedselcrisis mee. Een langdurige klimaatverandering heeft grote sociale en
politieke consequenties.
2. Irrigatielandbouw (natuurlijk en kunstmatig) is mogelijk in Egypte waar de Nijl voor
de zaaitijd overstroomt (tussen Julie en september) waarna het bevochtigde land kan
worden ingezaaid. In het zuiden van Mesopotamië is de overstroming onregelmatiger
en valt zij eerder in het jaar (februari tot april, dus tegen de oogsttijd), zodat
kunstmatige irrigatie geboden is. Dit was productiever en de opbrengst was beter.
Door de uitvinding van landbouw:
- Mensen konden langer op dezelfde plek blijven wonen.
- Mensen konden zich met andere zaken bezig houden dan voedselproductie.
- Er kwamen specialisten in allerlei handwerk, zoals; timmerlieden, leerrooiers,
schrijvers( na de uitvinding van het schrift, ca. 3000 v. Chr.) en metaalbewerkers (na
de uitvinding van het winnen en smelten van koper en brons, een legering van de
koper en tin, ca. 3000 v. Chr.).
- Een ambtenarenapparaat en priesterkaste staat en stempel als instituut.
- Er zijn overal dorpen ontstaan, die hier en daar al het aanzicht van een stad met
ommuring kregen, maar de grootste en invloedsrijkste steden ontstonden aan oevers
van grote rivieren in het 4e millennium v. Chr. daar was de hoogste
voedselproductie, dus er konden meer mensen bij elkaar wonen.
, Uit de behoeften van de tempeleconomie ontstond ca. 3400-3200 het schrift, spijkerschrift
en daarna hiëroglyfenschrift. Beiden schriftsoorten kenden aanvankelijk:
- Een deels pictografisch (elk woord een afbeelding), deels ideografisch (elk woord een
symbool) systeem.
- Later konden ook klanken worden weergegeven (er werd daarbij alleen gelet op de
medeklinkers).
- Zeer moeilijk schriftsoorten, die alleen door een kleine groep geschoolde
professionele schrijvers beheerst werden.
Steden in de Oudheid:
- 90% van de inwoners was boer. Zij verlieten dagelijks de stad om naar hun land te
gaan.
- Landbouwers waren sedentair, veranderden niet van woonplaats, omdat zij hun land
moesten ontginnen en onderhouden.
- Veetelers waren nomadisch, trokken voortdurend rond, om steeds nieuwe
weidegronden voor hun vee te vinden. Deze indelingen moeten niet te streng
toegepast worden, want het was ook vaak anders.
- De vertegenwoordigers van deze beide levenswijze stonden in een haat- liefde-
verhouding. Haat, omdat de gesedentariseerden bang waren voor plunderingen door
de (semi)-nomaden. Liefde, omdat beide groepen elkaar nodig hadden voor elkaars
producten. Dit is een geliefd thema in de literatuur, bv; het Bijbelverhaal van de
moord van de landbouwer Kaïn op schaarherder Abel.
Overeenkomsten Egypte en Mesopotamië:
- Afhankelijk van rivier water.
- Er valt nauwelijks regen.
- Gebrek aan grondstoffen, zoals metalen en timmerhout.
Verschillen Egypte en Mesopotamië:
- De landbouw in Egypte is gunstiger.
- Het water van de Nijl is beter van kwaliteit. De Eufraat en Tifris voeren schadelijke
zouten mee die achterblijven in het grondwater, na langdurige irrigatie (zonder
voldoende drainage) kan de grond zodanig verzilten dat landbouw onmogelijk wordt.
- Daardoor werd in Zuid-Mesopotamië meer gerst en minder tarwe verbouwd en in
Egypte meer tarwe dan gerst. (Gerst is beter bestand tegen zout).
- Egypte werd omringd door onbewoonbaar woestijn. Men stond letterlijk met één
been in een groen veld en met het andere in de woestijn.
- In Mesopotamië is de overgang naar minder vruchtbare streken veel vloeiender.
- Dit verschil heeft grote politieke consequenties gehad met binnendringers, die er
dikwijls de machten overnamen, waardoor er voortdurend nieuwe rijken ontstonden.
Toch bleef er een grote continuïteit, doordat de nieuwe machthebbers zich in sterke
mate aanpasten aan de bestaande culturele traditie.