Samenvatting Politicologie
Auteur: RamonavW
School: Windesheim
Vak: Politicologie
Auteur: RamonavW 1
,Hoofdstuk 1 Problemen, politiek en politicologie
1.1 Politiei problimi缆
Politiek
Van Deth en Vis omschrijven politiek als ‘een situatie waarbij de overheid op een of andere wijze
betrokken is of zou moeten zijn’. Deze definitie is op te splitsen in twee delen. Ten eerste is
politiek een situatie waarbij de overheid betrokken is. Ten tweede heeft politiek te maken met
situaties waarbij de overheid niet betrokken is, maar wel zou moeten zijn. Eisen van burgers en
organisaties die niet resulteren in overheidsbeleid, worden ook als politiek aangemerkt.
Probliemien
Een situatie is een probleem als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Mensen beschouwen de situatie als ongewenst.
Mensen denken de situatie te moeten en te kunnen veranderen.
Bij een probleem nemen mensen ten eerste een discrepantie waar tussen een bepaalde
omstandigheid aan de ene kant en een norm of waarde aan de andere kant. Er is echter pas
echt sprake van een probleem als mensen deze discrepantie tussen de gegeven situatie en de
norm denken te moeten en te kunnen veranderen. Problemen kennen twee aspecten: de
feitelijke werkelijkheid (objectief aspect) en de werkelijkheid zoals die wordt ervaren (subjectief
object). Subjectieve beelden van de werkelijkheid worden ook wel percepties genoemd.
Politiekie probliemien
De definitie van een politiek probleem ontstaat als de omschrijving van een probleem
gecombineerd wordt met de omschrijving van politiek. Een politiek probleem is ‘een als
ongewenst en veranderbaar beschouwde situatie, waarbij de overheid betrokken is of zou
moeten zijn’ (Van Deth en Vis). Ten eerste hanteren mensen verschillende normen om de
werkelijkheid te beoordelen. Ten tweede ervaren mensen de objectieve werkelijkheid
verschillend; hun oordeel is subjectie. Ten derde zijn mensen het er niet over eens welke
problemen tot de politiek (moeten) behoren.
1.2 Politie i缆 di oveireiid
Hoogerwerf omschrijft politiek als ‘het overheidsbeleid, alsmede de totstandkoming en effecten
ervan’. In deze definitie komt de belangrijke rol van de overheid in de politiek ook naar voren. De
definitie concentreert zich echter niet alleen op het bestaande overheidsbeleid, maar omvat ook
het ontstaan en de gevolgen ervan. Politiek = elke mengeling van conflict en samenwerking
(Laver).
1.3 Politie i缆 eit veirdili缆gsvveraagsvtue
Volgens Lasswell gaat het er in de politiek om ‘wie wat, wanneer en hoe’ krijgt. In zijn definitie
zou het verdelingsprobleem zich kunnen voordoen op het niveau van de staat, maar ook in
bedrijven of gezinnen. In een ander boek omschrijft Lasswell samen met zijn collega Kaplan
politiek als ‘het vormen en verdelen van macht’. Macht speelt zonder meer een belangrijke rol in
de politiek. Easton omschrijft politiek als ‘de gezaghebbende toedeling van waarden voor een
samenleving’. Waarden verwijzen naar alles wat mensen belangrijk vinden. Mensen streven
twee soorten waarden na:
1. Materiële waarden, zoals voedsel en huisvesting
2. Immateriële waarden, zoals vrijheid van meningsuiting en een gevoel van veiligheid op straat
Auteur: RamonavW 2
,1.4 Politie i缆 collictivei-actiproblimi缆
In een collectieve-actieprobleem conflicteert het eigenbelang van elk individu in een bepaalde
mate met het eigenbelang van ieder ander individu. In dit belangenconflict zal elk individu zijn
eigenbelang nastreven. Het collectieve resultaat van deze individuele keuzen is echter een
situatie die ieders eigenbelang tekortdoet. Individuele rationaliteit botst met collectieve
rationaliteit. Als de individuen hadden samengewerkt, waren ze beter af geweest. Publieke
goederen, ook wel collectieve goederen genoemd, worden gekenmerkt door:
Ondeelbaarheid
Niet-uitsluitbaarheid
De ondeelbaarheid van publieke goederen houdt in dat de hoeveelheid van een goed niet
vermindert als iemand het consumeert. De niet-uitsluitbaarheid van publieke goederen betekent
dat niemand van de consumptie van het goed kan worden uitgesloten als het goed eenmaal tot
stand is gebracht. Taylor omschrijft politiek als ‘het oplossen van collectieve-actieproblemen’. Er
zijn drie manieren om collectieve-actieproblemen op te lossen:
1) Overheidsingrijpen
2) De verleiding om te ‘free-riden’ verkleinen. Free-riden zijn mensen die en publiek goed
consumeren zonder eraan bij te dragen.
3) Moraal
Die vierlieiding om tie frieie-ridien vierklieinien
Een economische benadering, daarentegen, bekijkt collectieve-actieproblemen in termen van
kosten en baten. Volgens sommige auteurs is het mogelijk dat burgers bij bepaalde collectieve-
actieproblemen toch vrijwillig zullen samenwerken. Vrijwillige samenwerking zou dan onder zee
stringente voorwaarden kunnen ontstaan. Taylor heeft onder meer berekend dat de verleiding
om te free-riden niet te groot mag zijn.
Moraal
Ten slotte kunnen burgers om morele redenen vrijwillig samenwerken. Dit kan een sociologische
benadering van collectieve-actieproblemen worden genoemd. Taylor beperkt politiek tot het
oplossen van collectieve-actieproblemen. Deze beperking levert twee problemen op voor de
omschrijving van politiek. Ten eerste zijn diverse problemen die door sommigen als politieke
kwesties worden beschouwd, geen collectieve-actieproblemen. Ten tweede kunnen diverse
problemen die door niemand politiek genoemd worden, als collectieve-actieproblemen worden
aangemerkt.
Auteur: RamonavW 3
,1.6 Politcologsii
1.7 Witi缆vceappilijei bi缆adiri缆gsi缆
1.7.1 Thieorietschie politcologiie
De benadering van de theoretische politicologie wordt gekenmerkt door zogenoemde zuivere
theorieën van politieke verschijnselen. Een zuivere theorie kent de volgende elementen:
1) Vereenvoudiging: een zuivere theorie herleidt het politieke verschijnsel tot de meest
wezenlijke onderdelen.
2) Abstrahering: een zuivere theorie gebruikt een beperkte hoeveelheid gegevens over
degenen die bij het politieke verschijnsel betrokken zijn.
3) Generalisatie: een zuivere theorie richt zich op de algemene elementen van het politieke
verschijnsel.
1.7.2 Empirischie politcologiie
De benadering van de empirische politicologie behelst het toetsen van theorieën aan feitelijke
gegevens. Empirische cyclus is het proces in empirisch onderzoek waarbij de theorie wordt
bijgesteld op grond van het empirisch toetsen ervan.
1.7.3 Normatievie politcologiie
De normatieve politicologie richt zich op het vraagstuk van de gewenst politieke orde. Hoe moet
een stabiele en rechtvaardige samenleving eruitzien en met welke middelen kan deze bereikt
worden? Normatieve politicologie staat gelijk aan politieke filosofie. Politiek filosoferen
beredeneren de principes van ‘goed’ en ‘slecht’ in de politiek. In deze principes spelen onder
meer de begrippen democratie, rechtvaardigheid, vrijheid, gelijkheid en rechten en plichten een
cruciale rol.
Rechtvaardigheidstheorie van Rawls, een invloedrijke politiek filosoof, ontwikkelde het
volgende gedachte-experiment. Stel dat u niets weet over uzelf, noch over anderen. Stel tevens
Auteur: RamonavW 4
,dat u achter deze ‘sluier van onwetendheid’ wel alle wetenschappelijke gegevens tot uw
beschikking heeft. Zo kent u alle politicologische, economische en psychologische theorieën,
wetmatigheden en feiten. In deze denkbeeldige situatie, die Rawls de ‘oorspronkelijke positie’
noemt, dient u de algemene principes van rechtvaardigheid te kiezen. Rawls gaat daarbij uit van
rationele mensen die hun eigenbelang nastreven.
Rawls wordt een aanhanger van de procedurele rechtvaardigheid genoemd. Volgens Rawls
zullen mensen in zijn gedachte-experiment kiezen voor de volgende
rechtvaardigheidsprincipes:
1) De vrijheidsrechten van alle individuen dienen gegarandeerd te worden (onder voorwaarde
dat de vrijheid van de een niet ten koste gaat van de vrijheid van de ander).
2) Banen en functies moeten voor iedereen toegankelijk zijn (onder voorwaarde dat iedereen
gelijke kansen heeft).
3) De samenleving mag sociale en economische ongelijkheden kennen. Maar van alle
mogelijke denkbare samenlevingen moet die samenleving tot stand worden gebracht,
waarin de armsten zo rijk mogelijk zijn.
Rawls gaat uit van het trickle-downeffect. Volgens deze economische theorie komt het bestaan
van rijken ten goede aan de armen. Een ongelijke inkomensverdeling zou als economische
prikkel werken, waardoor de totale welvaart zou toenemen. De economische ontwikkeling van
een land zou gestimuleerd worden als een relatief rijke groep mensen grote investeringen kan
doen.
1.7.4 Viergielijkiendie politcologiie
De vergelijkende politicologie analyseert politieke verschijnselen door vergelijkingen naar tijd
(diachrone methode) en/of plaats (synchrone methode). In de diachrone methode worden
veranderingen en ontwikkelingen door de tijd heen bestudeerd. In de synchrone methode
worden overeenkomsten en verschillen bestudeerd van politieke verschijnselen die zich
gelijktijdig, maar op verschillende plaatsen voordoen.
Hoofdvtue 2 Modilli缆, politie prociv i缆 bivluitveormi缆gs
2.2 Hit politieivsvtiimmodil
Het politiekesysteemmodel van Easton is een model van het gehele politieke proces. Het is
gebaseerd op een algemene theorie over politiek, die op alle systemen van toepassing zou zijn.
2.2.1 Wierking van hiet politiekie systieiem
Auteur: RamonavW 5
,I缆veoir
Politieke actoren zijn deelnemers aan het politieke proces. In het politiekesysteemmodel
worden zij aangeduid als de omgeving. De omgeving presenteert zowel wensen als steun aan
de overheid. De wensen van burgers zijn veelal gericht op het oplossen van een bepaald politiek
probleem. Deze wensen zijn niet alleen afkomstig uit de samenleving, maar ook uit de overheid
zelf. Zogenoemde poortwachters houden sommige wensen tegen en laten andere wensen toe
in het besluitvormingsproces. Poortwachters kennen prioriteiten toe aan bepaalde politieke
problemen. Naast specifieke steun voor concrete beleidsmaatregelen, zijn burgers in een
bepaalde mate loyaal aan het systeem. Deze loyaliteit wordt diffuse steun genoemd.
Co缆veirvii
Conversie betekent ‘omzetting’. Binnen de overheid worden de wensen en problemen in
besluiten omgezet. De overheid verwerkt daarmee de wensen van de omgeving.
Uitveoir
Na de beslissingsfase worden de besluiten uitgevoerd. Aan de hand van de uitgevoerde
besluiten kan worden nagegaan in hoeverre het politieke systeem is tegemoetgekomen aan de
oorspronkelijke wensen van de omgeving.
Tirugseoppili缆gs
Ten slotte vormen burgers een oordeel over de uitgevoerde besluiten en presenteren zij nieuwe
wensen aan de overheid. Invoer en uitvoer, worden door middel van terugkoppeling voortdurend
op elkaar afgestemd.
2.3 Hit biliidvprocivmodil
Van de Graaf en Hoppe kenmerken politiek als een strijd om beleid. Beleidsvorming is het
toneel van zowel conflict als compromis, waarbij actoren competentie en macht gebruiken om
hun belangen en waarden na te streven. Het beleidsprocesmodel, ook wel fasenmodel
genoemd, is een model van het gehele beleidsproces. De centrale begrippen van het
beleidsprocesmodel zijn:
Agendavorming
Beleidsvoorbereiding
Beleidsbepaling
Beleidsuitvoering
Beleidsevaluatie
Het openbaar bestuur is het geheel van instellingen en structuren waarbinnen de
overheidstaak wordt verricht.
2.3.1 Agiendavorming
Agendavorming is het proces waarbij problemen de aandacht van het publiek of de
beleidsbepalers krijgen. Problemen die de aandacht van het publiek hebben, worden tot de
publieke agenda gerekend. Problemen die de aandacht van beleidsbepalers hebben, behoren
tot de officiële agenda. De politieke agenda wordt gevormd door de publieke agenda en de
officiële agenda. In het beleidsproces hebben de media een informatieve, expressieve en
kritische functie.
1. Informatieve functie: de media informeren burgers over het beleidsproces en de inhoud van
het beleid.
2. Expressieve functie: de media informeren de overheid over de wensen, eisen en problemen
van de burgers.
Auteur: RamonavW 6
,3. Kritische functie: de media bekritiseren het beleid van organisaties, zoals overheden,
bedrijven en belangengroepen.
2.3.2 Bielieidsvoorbierieiding
Beleidsvoorbereiding is:
Het verzamelen en analyseren van informatie
Het formuleren van adviezen over het te voeren beleid.
Aan de ene kant is beleidsvoorbereiding ‘uitdenken’. In een denkproces wordt een probleem
verwerkt tot een zo goed mogelijk plan voor een oplossing. Aan de andere kant is
beleidsvoorbereiding ‘uitvechten’. De macht van de ene actor is doorgaans groter dan die van
de ander.
2.3.3 Bielieidsbiepaling
Beleidsbepaling is het nemen van besluiten. Het staat gelijk aan besluitvorming. Hierin worden
onder meer doelen, middelen en tijdsplanning gekozen en uitgewerkt.
Ss缆optvcei bivluitveormi缆gs
Bij synoptische besluitvorming kiezen rationele beleidsbepalers het beste middel voor een
vastgesteld doel in een situatie van volledige informatie. Hoppe noemt synoptische
besluitvorming ‘onhaalbaar’ en spreekt zelfs van ‘de synoptische utopie’.
I缆crimi缆tali bivluitveormi缆gs
Bij incrementale besluitvorming proberen overbelaste bestuurders een probleem kwijt te raken
door, in een situatie van onvolledige informatie, een beschikbaar middel te kiezen dat niet te
veel van het huidige beleid afwijkt (Lindblom). Een variant van het incrementalisme is
besluitvorming als garbage-can (vuilnisbak). In een situatie van onvolledige informatie zoeken
actoren niet alleen oplossingen voor problemen, maar zoeken zij tevens problemen voor
beschikbare oplossingen (Cohen, March en Olsen).
Mixid vca缆缆i缆gs
Volgens Etzioni is er sprake van een ‘mix’ tussen synoptische en incrementele besluitvorming.
Bestuurders zouden wel degelijk sterk van het huidige beleid afwijkende alternatieven in
overweging (mogen) nemen. Dit is in overeenstemming met de synoptische besluitvorming.
Maar beslissers hebben weinig tijd een geld voor informatieverzameling. Daarom moeten
beslissers een beperkt aantal alternatieven beoordelen. Dit komt overeen met het
incrementalisme. ‘Scanning’ betekent het zoeken naar alternatieven. Etzioni spreekt daaro van
mixed scanning.
2.3.4 Bielieidsuitvoiering
In de fase van beleidsuitvoering, ook wel implementatie genoemd, moeten woorden in daden
worden uitgezet. Besluiten moeten worden uitgevoerd. De beleidsvrijheid van een ambtenaar
wordt groter naarmate:
Het beleid minder is gespecificeerd
De ambtenaar over een groter informatiemonopolie beschikt
De ambtenaar minder wordt gecontroleerd
Auteur: RamonavW 7
,2.3.5 Bielieidsievaluatie
Beleidsevaluatie is het beoordelen van beleid. Daarvoor zijn ten eerste empirische gegevens
nodig over de vorige en huidige situatie. Ten tweede zijn er criteria nodig om de situatie te
kunnen beoordelen.
2.3.7 Voorbieield van hiet bielieidsprociesmodiel
2.4 Hit barrièrimodil
Het barrièremodel is een model van het gehele politieke proces. Volgens dat model, waarvoor
de basis is gelegd door Bachrach en Baratz (1962;1970), kan het beleidsproces stagneren door
conflicten.
2.4.1 Hindiernissien in hiet bielieidsprocies
Volgens het barrièremodel moeten vier hindernissen worden genomen om overheidsoptreden
ten aanzien van een bepaald probleem te bewerkstelligen:
1. Het (h)erkennen van het probleem als een politiek probleem
2. Het toekennen van een hoge prioriteit aan het probleem
3. Het nemen van een besluit ten aanzien van het probleem
4. Het uitvoeren van het besluit
Auteur: RamonavW 8
,Barrièri 1
Het probleem moet als politiek probleem worden (h)erkend. Mensen hebben allerlei problemen.
Slechts een beperkt aantal problemen krijgt de status van politiek probleem. Een probleem dat
geen politiek probleem wordt genoemd, is een ‘non-issue’.
Barrièri 2
Er moet een hoge prioriteit worden toegekend aan het probleem. Bestuurders moeten een
selectie uit de aan de overheid gepresenteerde politieke problemen. Een politiek probleem dat
nooit de formele politieke agenda heeft bereikt, wordt niet door beleidsmakers opgelost. Er is
dan sprake van ‘non-output’.
Barrièri 3
Er moet een besluit ten aanzien van het probleem worden genomen. Het nemen van één
officieel besluit treft vaan het nemen van een reeks van beslissingen. Actoren geven
verschillende prioriteiten aan doelstellingen. Als actoren het eens zijn over doelen, verschillen zij
doorgaans van mening over de vraag hoe een bepaald politiek probleem moet worden opgelost.
Het kiezen van beleidsinstrumenten is geen neutraal proces, maar een politieke afweging. Als er
overeenstemming bestaat over de middelenkeuze, kan er verschil van mening optreden over de
mate waarin het middel moet worden aangewend. Als politieke actoren geen compromissen
kunnen of willen sluiten, blijft het politieke proces steken in de besluitvormingsfase.
Besluitvormers kiezen niet altijd voor verandering van het bestaande beleid. Als besloten wordt
het beleid ongewijzigd voort te zetten, spreken we van een ‘non-decision’.
Barrièri 4
Het besluit moet daadwerkelijk worden uitgevoerd. Ambtenaren voeren niet per definitie het
beleid uit dat bestuurders hebben vastgesteld. Ten eerste hebben zij een bepaalde
beleidsvrijheid; ten tweede spelen machtsprocessen in de overheidsorganisatie en in de
samenleving een rol.
2.4.2 Hiet problieiem van politiekie vierandiering
Auteur: RamonavW 9
, 2.6 Wivvilwirei缆gs tuvvi缆 oveireiid i缆 vami缆livei缆gs
1. Er bestaat een wisselwerking tussen overheid en samenleving. Als de overheid niet
gesteund wordt door de samenleving, verliest het openbaar bestuur zijn gezag.
2. Om politieke veranderingen te bewerkstelligen, moeten verschillende politieke barrières
overwonnen worden.
3. Een crisis kan ervoor zorgen dat drastische politieke veranderingen worden doorgevoerd,
maar meestal zijn politieke veranderingen ‘incrementeel’; op een manier die niet te veel van
het bestaande beleid afwijkt.
4. Politici en ambtenaren profiteren van hun ervaring met het bestaande (soms dure) beleid
door erop voort te bouwen.
Hoofdvtue 3 Bivtuur, oveireiid i缆 maret
3.1 Staat i缆 oveireiid
Een staat heeft interne en externe soevereiniteit. Interne soevereiniteit betekent dat het
staatsgezag het hoogste gezag vormt binnen een staat. Externe soevereiniteit betekent dat het
staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.
Staat = een organisatie die binnen een bepaald grondgebied het legitieme geweldsmonopolie
bezit.
3.2 Nato缆ali vtaat, ricetvvtaat i缆 veiroorgsi缆gsvvtaat
3.2.1 Natonalie staat
Het begrip nationale staat is een samenvoeging van de begrippen staat en natie. Het begrip
natie verwijst naar een historisch gegroeide gemeenschap van mensen. Deze gemeenschap
ontleent haar identiteit aan een min of meer gemeenschappelijke afstamming, taal en cultuur.
Bovendien wonen de mensen in een gebied dat politiek en militair begrensd is (Vis).
Nationalisme is niet hetzelfde als patriottisme (vaderlandsliefde). Gellner omschrijft
nationalisme als het streven naar het samenvallen van staat en natie.
3.2.2 Riechtsstaat
In een rechtsstaat dient een bepaalde vorm van machtenscheiding gerealiseerd te zijn en streeft
de overheid naar rechtvaardige besluiten (Van Deth en Schuszler). In een rechtsstaat is niet
alleen de bevolking, maar ook de overheid aan bepaalde regels gebonden. Bij een conflict
tussen burger en staat beslist een onafhankelijke rechter. De rechtsprekende macht is formeel
onafhankelijk van de uitvoerende en wetgevende macht.
3.2.3 Vierzorgingsstaat
Een verzorgingsstaat is een rechtsstaat waarbij de overheid streeft naar een verbetering van
welvaart en welzijn van burgers. De scheiding tussen overheid en samenleving is daardoor
vager geworden.
Poldirmodil
De economische politiek van uitgavenbeheersing en loonmatiging die mogelijk wordt gemaakt
door een consensuscultuur wordt wel het poldermodel genoemd.
3.3 Nidirla缆d alv gsidici缆traliviirdi ii缆eiidvvtaat
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. In een eenheidsstaat valt de staat als
geheel onder het gezag van één centrale overheid. Het centrale gezag is niet afgeleid van de
lagere overheden. De centrale overheid kan daarom bevoegdheden van lagere
overheidsorganen veranderen. Bovendien houdt de centrale overheid toezicht op het gebruik
Auteur: RamonavW 10