Studievragen Hoofdstuk 1 Kalat, module 1.1 en 1.2 (p. 54-63)
Module 1.1
1. Wat is de bijzonderheid van zenuwcellen t.o.v. andere lichaamscellen?
[Neurons] zijn bijzonder door hun vorm, die enorm kan variëren tussen verschillende zenuwcellen.
Zenuwcellen ontvangen informate en transporteert het naar andere cellen.
2. Waaruit bestaat het brein voornamelijk?
Het brein bestaat voornamelijk uit individuele cellen. Het ‘central nervous system’ bestaat uit
zenuwcellen (neurons) en glia.
3. Wat is het membraan van een (zenuw)cel?
Het is een ‘structure that separates the inside of the cell from the outside environment.’ De meest
chemicaliën kunnen niet door de membraan, maar proteïne kanalen in de membraan staan een
gecontroleerde stroom van water, zuurstof, sodium, potassium, calcium, en andere chemicaliën toe.
4. Wat is de nucleus van een (zenuw)cel? Waar zit-ie en wat zit er in?
De nucleus van een zenuwcel is een ‘membrane-enclosed region containing DNA (chromosomes)’. Hij zit
dus binnen de wanden van de membraan, en bevat chromosomen, a.k.a. DNA.
5. Beschrijf w.b. dendriet: posite (in neuron), vorm en primaire functe.
De dendrieten zitten vast aan de soma (cellichaam), en zijn ‘branching fbers that get narrower near
their ends’. Ze lijken een beetje op takken van een boom. Veel dendrieten bevatten ‘dendritic spines’i,
korte uitgroeiingen die de beschikbare oppervlakte voor synapsen vergroten. De primaire functiee ze
zijn omringt met gespecialiseerde synaptsshe reseptoren, waarmee de dendrieten informate van
andere neuronen ontvangen.
6. Idem voor soma of cellichaam.
De soma zit vast aan de dendrieten, en bevat de nucleus (bevat chromosomen), ribosomes (sites within
a cell that synthesize new protein molecules), en mitochondria (structure that performs metabolic
actvites, provides energy that the cell uses for all actvites. Has diferent genes from those in the
nucleus of a cell). De soma lijkt een beetje op een ronde bal. Zijn primaire functiee het meeste van een
neuron’s metabolische werk gebeurd hier.
7. Idem voor axon.
De axon zit vast aan de soma, en heef de vorm van een lange slang. De primaire functiee het stuurt een
impuls richtng andere neuronen, een orgaan, of een spier.
, 8. Aferent betekent ‘ergens naartoe’, eferent ‘ergens van weg’. Hoe pas je dit toe in het zenuwstelsel?
Een ‘afferent axoon’i brengt informate in een andere structuur. Een ‘efferent axoon’i draagt informate
weg uit een structuur. Elke ‘sensory neuron’ is een ‘aferent to the rest of the nervous system. Elke
‘motor neuron’ is een ‘eferent from the nervous system’.
9. Hoe beïnvloeden astrocyten (een klasse van gliacellen) de actviteit van neuronen?
Astrocyten vouwen zich om de synapsen van functoneel gerelateerde axonen. ‘By surrounding a
connecton between neurons, an astrocyte shields it from chemicals circulatng in the surround. By
taking up the ions and transmitters released by axons and then releasing them back, an astrocyte helps
synchronize closely related neurons, enabling their axons to end messages in waves. They’re important
for generatng rhythms.’
10. En hoe zit dat bij Schwann cellen (een andere klasse van gliacellen)?
Schwann cellen bouwen de ‘myelin sheaths that surround and insulate certain vertebrate axons. They
also supply an axon with nutrients necessary for proper functoning’. Dit doen ze in de ‘periphery of the
body’. Oligodendrocytes doen hetzelfde, maar dan in het brein en de ruggenwervel.
Twee andere gliasellen:
Microglia = acts as part of the immune system, removing viruses and fungi from the brain.
Radial glia = they guide the migraton of neurons and their axons and dendrites during embryonic
development.
11. Zie fguur 1.11: Wat kan er wel en niet door de bloed-hersen-barrière?
Wele water, zuurstof, en carbon dioxide. (zowel moleculen die oplossen in vetten van de membraan, bv:
vitamine A en D, en drugs die het brein beïnvloeden zoals, antdepressiva, en heroïne.
Sommige chemicaliën kunnen er wel doorheen via ‘active transport’i: glucose, amino acids, purines,
choline, een paar vitaminen, en ijzer.
Niete de barrière (bestaande uit endothelial cells) blokkeert virussen, bacteriën, en andere schadelijke
chemicaliën. Ook blokkeert hij nutge chemicaliën, zoals ‘all fuels and amino acids’.
Module 1.2 (p. 64-75)
1. Wat is de rustpotentaal in het geval van een neuron? Gebruik de termen ‘membraam’, ‘verschil in
elektrische lading’, ‘elektrische gradiënt’.
Een verschil in elektrische lading tussen de binnenkant en buitenkant van cel, is de elektrische gradiënt
(polarisate). De elektrische potente binnenin de membraan is ietsjes negatever dan aan de buitenkant,
vooral door negatef geladen proteïnen binnenin de cel. Dit verschil in voltage wordt de rustpotentiaal
genoemd.
2. Je kunt de rustpotentaal meten door twee elektrodes te gebruiken. Zo kun je het verschil in
elektrische potental tussen Natrium (sodium) en Kalium (potassium) meten.