HOOFDSTUK 1 NEW FORMS OF PERSONAL CONNECTION
Meestal wordt op nieuwe media gereageerd met zorgen en verwarring. Mensen neigen te reageren op twee
manieren:
- Enerzijds is er de angst dat onze communicate steeds oppervlakkiger wordt. Nieuwe media vormen
een bedreiging voor onze relates.
- Anderzijds kunnen nieuwe media met ons meer mensen verbinden op betere manieren, juist leidt tot
sterkere.
Beide perspecteven erkennen een invloed van nieuwe media op communicate. Op den duur worden de
beelden genuanceerder en wordt het medium opgenomen in de maatschappij, waardoor het bijna
onzichtbaar wordt.
Doel van het boek: kritsch nadenken over de rol van digitale media in communicate + theoretsche
benadering van veranderingen in relatoneel leven.
Door nieuwe technologie wordt het bekende onbekend en waardoor potente voor verandering ontstaat.
Deze technologische verandering doet als sinds jaar en dag angst opwaaien.
Communicatetechnologie = technologie waarmee mensen boodschappen kunnen uitwisselen.
Grenzen tussen publiek en privé vervagen, omdat alles met een klik voor iedereen toegankelijk kan worden
gemaakt op sociale media. Media kunnen ook worden gebruikt om privacy te creëren (anonimiteit).
Er zijn mensen die vinden dat nieuwe media alles sneller en individualistscher maken. Een ander perspectee
legt meer nadruk op de manier waarop nieuwe mediaonderdeel worden van het dagelijks leven. Dit boek
neemt hooedzakelijk de tweede benadering als standpunt.
Er worden zeven kernconcepten het eerste hooedstuk van Baym genoemd die kunnen worden gebruikt om
verschillende media te vergelijken tussen en deze media te kunnen onderscheiden van eace to eace
communicate.
- Interactiviteit = de verschillende manieren van communicate op het internet en via een mobiele
teleeoon variëren in de mate en soort interactviteit die ze bieden. Interactviteit wordt eigenlijk altjd
nagestreeed door mensen die technologie gebruiken. Het internet biedt ons de mogelijkheid tot
interactviteit wat nieuwe mogelijkheden creëert om te communiceren. Verschillende soorten
interactviteit kunnen worden onderscheiden =
o Sociale interactviteit = het vermogen van een medium om sociale interacte tussen groepen oe
individuen mogelijk te maken. Interacte tussen groepen oe individuen via een medium.
Mogelijkheid om sociale interacte tussen groepen en individuen te creëren.
o Technische interactviteit = het vermogen van een medium om menselijke gebruikers te
manipuleren door intereace. De wijze waarop een specifek platorm interacte mogelijk maakt
via de intereace.
o Tekstuele interactviteit = de createve en interpretateve interacte tussen gebruikers (lezers,
kijkers, en luisteraars) en teksten. De wijze waarop wij betekenis geven aan de technologie.
- Temporele structuur = gelijktjdige en directe communicate (eace to eace conversates zoals
teleeoongesprekken) oe juist vertraging in de communicate (e-mails, whatsapp en voicemail). Dit wordt
ook wel synchrone oe asynchrone communicate genoemd. De temporele structuur heef invloed op de
wijze van communiceren.
o Synchrone communicate = interacte ontstaat in real-tme, zoals eace-to-eace, instant message,
bellen.
o Asynchrone communicate = communicate met vertraging zoals e-mail, voicemail.
Door sychroniteit kunnen mensen zich meer verbonden met elkaar voelen. Dit voelt persoonlijker.
1
, - Sociale signalen = wanneer er sociale signalen beschikbaar zijn dan geven deze meer ineormate over de
context, de betekenis van de berichten en de identteit van de mensen die interacte met elkaar
hebben. Verschillende soorten signalen: contextueel, visueel en auditee. Deze zijn belangrijk voor het
interpreten van berichten en het creëren van een sociale context waarin berichten zinvol zijn. Door een
hoeveelheid sociale signalen wordt de identteit van de ander ook beter bekend gemaakt.
o Face-to-eace communicate = veel sociale signalen zichtbaar. Sociale signalen bepalen hoe wij
iets opvatten.
o Signalen die we elkaar geven in communicate. De meeste media geven veel minder social cues
dan eace-to-eace interacte.
o Dit biedt ook nieuwe mogelijkheden om identteit te presenteren.
- Opslag = het behouden van berichten op servers oe andere schijven over een langere tjd.
o Directe communicate kan niet worden opgeslagen, alleen in ons geheugen. Als het wordt
opgenomen verliest het nog steeds een aantal elementen die belangrijk zijn, zoals
gezichtstuitdrukkingen.
o Bij digitale communicate wordt alles opgeslagen, ook al lijkt dat van niet. Belangrijk om te
realiseren.
o Hoe lang blijven de boodschappen op de server oe harddrive.
- Repliceerbaarheid = in welke mate iemand de mogelijkheid heef om kopieën van berichten te maken.
Mens is slecht in dingen onthouden, vooral in gesprekken maar verschillende media bewaren alle
berichten.
o De mogelijkheid om kopieën van een boodschap te maken. Hierdoor kunnen ze ook makkelijk
worden verspreid naar derde personen oe partjen.
- Bereik = media kan variëren in de omvang van een publiek dat ze kunnen bereiken en ondersteunen.
Dus hierom gaat het eigenlijk hoe ver het bericht oe boodschap komt.
o Directe communicate alleen met de mensen die in dezelede ruimte zijn, en dan ook nog eens
de mensen die daadwerkelijk aan het gesprek willen deelnemen.
o Digitale communicate is het bereik veel groter. Moeite om iets privé te houden.
o Grootte van het publiek. In real-liee communicate is het bereik door eysieke limitate beperkt.
Door kopieën te maken via media kan een boodschap echter een veel groter bereik te krijgen.
- Mobiliteit = in welke mate media draagbaar is. In hoeverre mensen in staat zijn om berichten te
verzenden en de ontvangen ongeacht de specifeke locate waarin zij zich bevinden om te
communiceren.
o We kunnen met een mobiele teleeoon altjd communiceren ongeacht de locate. Mobiele
teleeonie bedreigd echter onze autonomie omdat we altjd bereikbaar zijn. Digitale
communicate kan altjd en overal.
o In hoeverre het medium draagbaar is, hoe mensen boodschappen kunnen ontvangen,
onafhankelijk van hun locate.
Deze concepten stellen ons in staat om te ontsnappen aan het benaderen en het onderzoeken van nieuwe
media als een unieorm geheel. Vaak wordt nieuwe media als een simplistsche, overlappende term gebruikt
terwijl dit zeker niet zo is als we kijken naar de verschillende concepten. Media is dus helemaal geen unieorm
geheel = er zijn dus verschillende soorten media en die hebben allemaal andere eigenschappen. Al met al,
vaak lijkt technologie een geheel te zijn maar is er in de praktjk wel degelijk diversiteit. Dit zien we alleen niet
door naar het geheel te kijken. Kernconcepten benadrukken daarom dat nieuwe media niet een
overkoepelend geheel is maar dat er wel degelijk diversiteit is.
Wie gebruikt het internet?
Eerst werd het internet voornamelijk gebruikt door de makers, maar als snel werd het in academische
contexten gebruikt, waarna het ook in de privé seeer terecht kwam.
2
,Digtal divide = toegang tot het internet oe online media zijn niet universeel tussen en binnen
gemeenschappen. Blanken, mannen, jongeren en mensen met een hoger inkomen oe hogere opleiding
hebben vaker toegang tot internet dan andere mensen. Hargittai heef een tweede digital divide
geïdentfceerd die ongelijkheid in kennis en vaardigheid benadrukt.
HOOFDSTUK 2 MAKING NEW MEDIA MAKE SENSE
Het ontstaan van nieuwe mediavormen brengt zowel verwachtngen als zorgen met zich mee. Enerzijds
hoopt men op meer potente voor verbondenheid. Anderzijds maakt men zich ook zorgen om de beperking
van sociale signalen. Daardoor is het makkelijker om je anders voor te doen op het internet. Ook de
kopieerbaarheid van teksten vormt een bedreiging omdat hierdoor privékwestes makkelijk in de publieke
seeer kunnen worden gezet en daardoor ook als blackmail worden gebruikt. Op deze manier zijn nieuwe
media ook een bedreiging voor de privacy. Daarnaast hebben ook sociale eactoren invloed op de gevoelens
die en op media projecteert.
Domestcaton = een technologie wordt maatschappelijk geaccepteerd en wordt als natuurlijk beschouwd
binnen de samenleving.
Baym onderscheidt in hooedstuk 2 drie belangrijke benaderingen die de relate tussen maatschappelijke en
technologische verandering op een andere manier onderzoeken. Deze drie benaderingen zijn = technologisch
determinisme, sociaal constructvisme en social shaping.
Technologisch determinisme = deze benadering gaat ervan uit dat een nieuwe technologie ontstaat en deze
nieuwe technologie een acteve kracht is die samenleving verandert waardoor de mensen nauwelijks tot niet
de nieuwste technologie kunnen weerstaan. Technologie ontstaat onafhankelijk van de sociale context en
heef daarna technologie invloed op de samenleving. Nieuwe media determineren bepaalde processen in de
samenleving. Volgens deze benadering doet media dus iets met ons: ze bepalen hoe wij handelen,
communiceren etc.
Technologie heef een intentonaliteit waar de mens weinig tot geen weerstand tegen kan bieden.
Machinces change us.
Wanneer een nieuwe technologie in gebruik komt, verandert dit het gedrag van mensen en leidt daardoor
tot maatschappelijke verandering.
Kernvraagstuk = wat doen (nieuwe) media met ons?
- Media is de oorzaak van sociaal-maatschappelijke veranderingen.
- De mens heef weinig in te brengen en ondergaat deze veranderingen. Technologie stuurt ons.
Soorten technologisch determinisme
- Impact-imprint = technologie verandert de mens door essentële eigenschappen over te brengen
naar de gebruikers. The more you use them, the more they use you and the more you are infuenced
by them.
- Media choice = technologische aspecten hebben directe consequentes maar mensen maken
strategische keuzes in de media die ze consumeren. Media kan de invloed van een medium
voorkomen door het niet te gebruiken
- Nice theory = media hebben verschillende kwaliteiten die andere soorten gebruiken aanmoedigen.
Lynne Markus is van mening dat technologisch determinisme uiteindelijk een optmistsch perspectee is. Als
een technologie schadelijk blijkt te zijn kunnen we namelijk stoppen het te gebruiken en het vervangen voor
3
, een betere technologie. Je kunt echter ook stellen dat mensen in technologisch determinisme niet het
handelingsvermogen hebben om deze efecten tegen te gaan.
Sociale constructivisme van technologie = deze benadering gaat ervan uit dat mensen de primaire bronnen
zijn van verandering in zowel technologie als in de maatschappij zijn. De mens is in deze benadering de
primaire oorzaak van technologische verandering en die beïnvloeden de technologie. Het richt zich dus op
hoe technologieën ontstaan uit sociale processen. Mensen zijn namelijk de oorzaak van veranderingen.
Mannen en vrouwen introduceren nieuwe systemen die hun levenswereld veranderen. Mensen zorgen dus
voor de sociale krachten. De technologische ontwikkeling wordt beïnvloed door zowel de producenten als de
gebruikers. De producenten geven vorm aan de technologie om zo het tot een succes te maken. Maar de
gebruikers beïnvloeden de ontwikkeling. Het kan door de gebruikers wel gemaakt zijn om op een bepaalde
manier gebruikt te worden, wanneer gebruikers dit anders doen (door economische, sociale, regering en
culturele eactoren) dan zal uiteindelijk de technologie ook veranderen.
Mensen zijn de drijeveer achter zowel maatschappelijke als technologische verandering. People have the
power.
Technologie staat onder de wil van de mens.
Kernvraagstuk = hoe ontstaan media technologieën (en maatschappij) vanuit sociale praktjken?
- Mens is primaire oorzaak van verandering in technologie en maatschappij.
- Producte = sociale en economische eactoren beïnvloeden uitvinding van (en vorm van) technologie
(makers vullen technologie met betekenis).
- Gebruik = gebruikers benutten technologie voor eigen doeleinden die in eerste instante niet zijn
voorzien door makers (interpretatieve feeibiliteit). Interpretateve fexibiliteit = elk technologisch
arteeact/nieuw media heef verschillende betekenissen en interpretates voor verschillende groepen.
Dus iemand kan wel een bepaald medium introduceren maar het kan op een andere manier gebruikt
worden. Groep gebruikers geven een andere interpretate aan het medium.
Social shaping = technologie en maatschappij beïnvloeden elkaar voortdurend. Technologie kan sturen maar
gebruikers zijn niet de slaae van de technologie, zele de mogelijkheid om eigen interpretate te geven aan de
technologie. Bij de social shaping benadering wordt er gekeken naar het eeit dat het communicatemedium al
een bepaald gebruikerspotentaal verleent door het ontwerp van de technologie, maar er wordt ook gekeken
naar de onverwachte manier waarop mensen dit potentaal werkelijk benutten. Er is een relate die we niet
los van elkaar zien. Er zijn specifeke capaciteiten en beperkingen van het medium die het gebruik
aanmoedigen maar niet determineren. Er is dus wel een sturende werking van de technologie maar er is
mogelijkheid van verschillend gebruik want er zijn verschillende interpretates hoe we dit
gebruikerspotentaal moeten gebruiker. De gebruiker heef dus is deze benadering ook een grote invloed op
het gebruik. Al met al, de wijze waarop technologie stuurt door de mogelijkheden die het biedt maar
tegelijkertjd de interpretate die de gebruiker eraan toekent. In deze benadering gaat het ook om de
afordances. Afordances zijn de wijze waarop wij een mogelijkheid zien aan de technologie. Afordances is
dus hetgeen wat wij zien in de technologie.
Technologie en de maatschappij staan beide onder invloed van elkaar en geven elkaar vorm.
Middenweg tussen sociaal constructvisme en technologisch determinisme.
Kernvraagstuk = hoe oeeenen zowel mens als media technologie invloed uit op de maatschappij?
- Niet één eactor is bepalend, er zijn verschillende eactoren (technologie, maatschappij en mens) die
met elkaar interacteren en invloed hebben op de technologische verandering.
4