Samenvatting Basiskennis aardrijkskskdnde (hoofdskdk t kok en mek 9)
Hoofdskdk t Waar gaak hek over bijks aardrijkskskdnde?
1.1 Schoolvak aardrijkskunde
Er zijn patronen en wetmatigeeen eie overal teruikomen en eie je in nieuwe situates
steees weer kunt iebruiken. Bij aarerijkskuneiie ingoueen systematssg iewerkt voliens ee
geografsshe werkwijksee: we iaan eaartoe bessgrijven (en gerkennen) en verklaren (en
voorspellen). Drie irote aaneasgtsiebieeen: (aarde en) landsshap, bevolking en
beskaansmiddelen.
1.2 Geografsche erk ijze beheersen
Bij besshrijksven iaan we na over welk eeel van ee aaree we get gebben (Waar is get?).
Daarnaast iaan we na welke belanirijke verssgijnselen er te zien zijn (Wat zie je?).
Fastoren eie in get lanessgap te zien zijn: boeem, klimaat, water, reliëf, fora, fauna en ee
mens. Zie fiuur .2. Tijeens, of in aansluitni op, get bessgrijven kun je einien iaan
herkennen (Heb je eat al eens eereer iezien?). Het omiekeeree is ook moielijk. Je kunt je
ook afvraien waar je ee verssgijnselen eie je zojuist gebt iezien ook zou kunnen zien (Waar
zie je eit noi meer?). Bij verklaren iaat get erom eat je kunt aanieven waarom eie
verssgijnselen eaar te zien zijn (waarom eaar?). De verklarini kun je ieven eoor een verbane
te leiien tussen twee of meer fastoren. Aansluitene op get verklaren kun je ook iaan
voorspellen (Wat zal er iebeuren als?). Zie fiuur .2.
1.3 Indeling van de leerstof in drie aandachtsgebieden
Ssgoolaarerijkskunee kun je vereelen in 2 oneereelen. Eerste ieeeelte iaat over ee
natuurlijke verssgijnselen in get lanessgap: fysisshe geografe of nakddrkdndige
aardrijkskskdnde. Tweeee ieeeelte iaat vooral over ee mensen: sosiale geografe of mens-
aardrijkskskdnde. Inzisgt krijien op waar mensen wonen en goe ze in gun bestaan voorzien.
Enerzijes kijken we naar bevolkini: spreieini en miirate. Aneerzijes kijken we naar manier
waarop ee mensen in get lanessgap proberen te voorzien in gun levensoneergoue en
waarvoor ze eat lanessgap iebruiken en veraneeren: bestaansmieeelen: lanebouw,
ineustrie en eiensten. Zie fiuur ...
,Hoofdskdk 2 De Aarde
2.1 De aarde in het zonnestelsel
In ons zonnestelsel eraaien 9 planeten, waaroneer ee aaree, om ee zon. Aarebaan woret
binnen jaar voltooie. Elk jaar geef ee aaree, bovenop ee 365 volle eaien van get jaar, zes
extra uren noeii om get roneje om ee zon af te maken ssgrikkeljaar eenmaal in ee . jaar
in februari zoeat kaleneer niet verssguif.
Aaree ziet er vanuit ruimte uit als blauwe planeet eeree van aareoppervlak bestaat uit
lane en twee eeree uit water. Laneoppervlakten bestaan uit 7 sontinenken: Europa, Azië,
Afrika, Noore- en Zuie-Amerika, Australië en Antarstsa. Tussen ee sontnenten liiien
oseanen Stlle of Grote Oseaan get irootst. Elke oseaan bestaat uit zout water, geef een
reliëfrijke boeem en is veelal enkele kilometers eiep. Aan ee raneen van ee sontnenten
liiien iebieeen eie oneer water staan, maar wel bij get sontnent goren eee. Een zee
bevat zout water, geef meestal een vrij vlakke boeem en is meestal maar enkele goneereen
meters eiep. Op ee sontnenten liit water in ee vorm van sneeuw en (lane)ijs, in meren,
rivieren en in ironewater nauwelijks zout water en eaarom zoet water ienoeme.
2.2 Geografsche coördinaten en tjdzones
Elke plek op aaree liit op uniek punt op ee aarebol geografsshe soördinaken om presies
te kunnen zeiien op welk punt van ee aaree eat is. Aaree vereeele in eenkbeeleii iraaenet,
een net van lijnen, zie fiuur 2. . De evenaar vereeelt ee aaree in 2 eelen: nooreelijk
galfrone en zuieelijk galfrone. Lijnen eie parallel aan ee evenaar lopen geten breedkesirkels
of parallellen. Als een plek eisgt bij ee evenaar liit ean spreek je van laie breeete, eisgt bij
een pool goie breeete. Ten nooreen van ee evenaar nooreerbreeete, ten zuieen
zuieerbreeete. Evenaar is ee nullijn, bij ee polen zit je altje op 90 iraeen nooreer- of
zuieerbreeete.
Lijnen eie van pool tot pool lopen get meridianen snijeen elkaar in ee Noorepool en
Zuiepool. Bij ee evenaar liiien merieianen verste uit elkaar. Er zijn in totaal 360 merieianen
eie we aaneuieen in iraeen. Nulmerieiaan liit bij Greenwisg in Loneen en vereeele ee aaree
in een westelijk galfrone en een oostelijk galfrone. Je kunt in totaal op max 80 iraeen
westerlenite of oosterlenite komen. Om tussen ee iraeen in te kunnen meten is noi een
oneervereelini iemaakt: iraae is vereeele in 60 minuten en minuut is zelfs weer
vereeele in 60 sesoneen. Zie voorbeele Ssgipgol blz 5.
Aaree eraait in 2. uur (een etmaal) teien ee klok in rone gaar as. De aardrokatie
veroorzaakt eai en nasgt. Het is eai op get eeel van ee aaree eat naar ee zon toe is iekeere
en woret bessgenen eoor ee zon. Het eeel eat van ee zon af is iekeere, en niet woret
bessgenen eoor ee zon, eaar is get nasgt. Zie fiuur 2.2. Door eraaiini aaree komt ee zon op
in get oosten en iaat oneer in get westen. Om ioeee afspraken over tje te maken is aaree
vereeele in 2. tijksdeones tjezonee komt overeen met 5 leniteiraeen. Zie fiuur 2.2.
,2.3 De seizoenen
De denkbeeldige aardas, waar ee aaree zelf in 2. uur omgeen eraait, staat altje ssguin en
eezelfee kant op eat veroorzaakt tjeens roneraaien om ee zon seieoenen. Kijk je in juni
naar get nooreelijk galfrone (waar Neeerlane liit), ean zie je eat eit eeel van ee aaree naar
ee zon toeiekeere staat. Wanneer ee aaree in 2. uur om gaar as eraait, leit get nooreelijk
galfrone get irootste eeel van eeze omwentelini in get lisgt af en zijn ee eaien lanier ean
ee nasgten. Boveneien staat ee zon in juni, vanaf ee aaree iezien, mieeen op ee eai gooi
aan ee gemel in juni zomer op nooreelijk galfrone. In eesember omiekeere. De ssguiner
vallenee zonnestralen moeten ean een veel iroter oppervlak verwarmen (zie fiuur 2.3)
eaareoor mineer warm. Tussen zomer en winter zijn overianisseizoenen: najaar (gerfst) en
voorjaar (lente). Op 2 september en 2 maart zijn ee eaien en nasgten overal op aaree
presies even lani. Op get zuieelijk galfrone zijn ee seizoenen wat tjestp betref presies
omiekeere aan ee seizoenen op get nooreelijk galfrone.
2.4 De getjden: vloed en eb
De aaree geef maan eraait in ruim 27 eaien om ee aaree, waarbij steees eezelfee kant
van ee maan naar ee aaree toeiekeere staat. Het zeewater staat oneer invloee van ee
aantrekkiniskrasgt van ee maan, ee zon en een krasgt eie ontstaat eoor eraaiini van ee
aaree. De totale aantrekkiniskrasgt is een optelsom van krasgten giereoor ontstaan op
ee aaree als get ware 2 bulten waar water woret aanietrokken. Daar is get vloed met
gooiste waterstane. Tussen ee bulten liiien 2 iebieeen waar juist mineer water is eb
met laaiste waterstane. De vloee- en ebiebieeen blijven steees op eezelfee plek liiien
t.o.v. ee maan. Er is wel een beweiini eie veel sneller is eraaiini van ee aaree om gaar
as. Een iebiee op aaree eraait eoor ee omwentelini van ee aaree als get ware eoor ee
iebieeen geen waar get vloee en eb is (zie fiuur 2..). Daareoor ontstaat er voorteurene
opgaand tijks (vloed) en ean weer afgaand tijks (eb). Omeat er twee iebieeen met vloee en
twee iebieeen met eb zijn op ee aaree, woret get eus twee keer vloee en twee keer eb in 2.
uur. Dat betekent eat get ietj onieveer 6 uur euurt. Tussen maximale vloeestane en
minimale ebstane ziten eus ook onieveer 6 uren.
2.5 Endogene krachten
Krasgten eie van binnenuit op ee aarekorst inwerken noemen we endogene krashken
veroorzaken verssgijnselen op aaree eie voor een belanirijk eeel bepalen goe ee aaree eruit
ziet. Eneoiene krasgten zijn: sontnentbeweiinien, aarebevinien, vulkanen, vulkanissge
verssgijnselen en gorsten en slenken. Door ee beweiinien van ee aareplaten ontstaan lani
breuklijnen aarebevinien, vulkanen en aneere vulkanissge verssgijnselen.
Contnentbe egingen
Aaree bestaat aan buitenkant uit ddnne aardkorsk. Oneer aarekorst bevinet zisg ee mankel
bestaat voor iroot eeel uit maima (vloeibaar iesteente). In get mieeen van ee aaree
bevinet zisg vaske kern. Aarekorst erijf op maima. Stromini maima in mantel veroorzaakt
aardplaattekkoniek. Er zijn zes irote aarekorstplaten, eie op verssgillenee manieren
beweien bij breuklijnen: uit elkaar, naar elkaar toe of lanis elkaar (fiuur 2.6 en 2.7).
Op bepaalee plaatsen op aaree beweien platen van elkaar af en komt maima naar boven
eoor ee stromini. Als ievoli eaarvan liiien gier over ee gele oseaanboeem vulkanen in ee
, vorm van een laniierekte rui ee oseanisshe rdg. Bij ee oseanissge rui woret nieuwe
aarekorst ievorme. Een plaat kan wel asgt sentmeter per jaar opssguiven.
Daar waar platen naar elkaar toe beweien verewijnt er weer aarekorst. Er zijn 3 manieren
waarop aareplaten naar elkaar toe beweien. Bij elke manier kan ook ieberitevormini
optreeen. Ten eerste waar een oseaanplaat en een sontnentplaat naar elkaar toe beweien.
De eunne oseaankorst ssguif eoor zijwaartse eruk oneer ee eikkere sontnentkorst eoor (zie
fiuur 2.9) sdbddstie. In subeustezone ontstaat aan ee rane van get sontnent een irote
eiepte krog. Wanneer ee oseaankorst zisg steees eieper oneer ee sontnentkorst bevinet,
smelt eeze eoor ee goie temperatuur en eruk. Er ontstaat maima, eat zisg vervoliens weer
lanizaam omgooi werkt in ee aarekorst. Via vulkanen komt maima uiteineelijk eeels weer
aan ee oppervlakte. Dit is een van ee manieren waarop een ieberite woret ievorme. Ten
tweeee waar twee sontnentplaten naar elkaar toe beweien. Bij eie botsini zijn irote eelen
van ee sontnentkorst ieplooie aarelaien zijn in elkaar ieeeukt, zijn resgtop iaan staan en
zelf over elkaar geen iessgoven. Een eerielijk ieberite woret een plooiingsgebergke
ienoeme. Ten eeree waar twee oseaanplaten naar elkaar toe beweien. De ene
oseaanboeem ssguif ean oneer ee aneere eoor. Daarbij ontstaat een sdbddstieeone met
vereerop een vulkanissg ieberite.
Daar waar aareplaten lanis elkaar geen beweien komen vooral aarebevinien en
verssgillenee vulkanissge verssgijnselen voor. Ook kunnen er enkele vulkanen ontstaan.
Aardbevingen
Beweiini aareplaten iaat niet ieleieelijk maar ssgoksiewijs ssgrok is aarebevini.
Aardbevingen komen lanis iegele breuklijn voor. Daar waar aareplaten lanis elkaar geen
beweien zijn aarebevinien geviier. Daar waar aarebevinien in zee plaatsvineen spreek je
van een eeebeving (zie fiuur 2.7 en 2. ) op zee ontstaat iolf eie uitiroeit tot
metersgoie vloeeiolf ksdnami. Op plaatsen waar een (ei)lane voor ee kust liit kunnen
goiere iolven get vaste lane niet bereiken. Tsunami’s komen vooral voor in kuststreken van
ee Grote Oseaan en Ineissge Oseaan. Keermdren lani kust en waarssguwinissystemen
moeten overstrominisramp voorkomen.
Vulkanen
Lanis breuklijnen komen op veel plaatsen vulkanen en vulkanissge verssgijnselen voor.
Twee soorten vulkanen. Ten eerste ee vulkanen eie maima krijien eat in eelen van ee
aarekorst opiesloten zit (zie fiuur 2. 2) kegelvdlkanen. Wanneer maima aan
aareoppervlak komt noem je get lava. Lava uit keielvulkaan stroperii en vormt bij elke
uitbarstni nieuwe laai eie op vulkaan blijf liiien skollingsgeskeenke. Vulkaan steees
goier en breeer en vulkaanuitbarstni moielijk. Ten tweeee zijn er vulkanen eie maima
resgtstreeks uit mantel krijien (zie fiuur 2. 3). Dat is meestal alleen get ieval in oseanissge
iebieeen waar ee aarekorst op veel plaatsen eun is. Lava is eri vloeibaar en bij uitbarstni
vloeit lava alle kanten op om uiteineelijk af te koelen en te stollen breee en plate
vulkanen sshildvdlkanen. Alle aneere vulkanen zijn steees een variante op eeze 2
goofetypen.
Bij ssgilevulkanen op Hawaii treeet noi een bijzoneer verssgijnsel op maima komt vanuit
mantel altje op eezelfee plek naar boven, terwijl ee oseaanboeem steees iets opssguif als