§1 Nieuwe stoffen, nieuwe materialen
Oude materialen
Natuurlijke materialen; materialen die men in de omgeving aan kan treffen (hout, baksteen, leem) Als je hier
bijvoorbeeld een huis van wilt bouwen, moet je deze stoffen wel eerst bewerken.
Glas kan je niet in de natuur vinden. Glas moet je maken. Daarvoor heb je zand, kalk en soda nodig. Zand,
kalk en soda noem je grondstoffen. Grondstoffen zijn (natuurlijke) stoffen die je nodig hebt om materialen of
andere stoffen mee te maken.
Nieuwe materialen
Nieuwe materialen; i jzer (staal), plastics, aluminium, lood, zink, cement, verf. Deze stoffen worden wel veel
gebruikt maar alleen nog niet zo lang.
Materialen en stoffen maken
De bereiding van ijzer is al duizenden jaren oud. Eerst gebeurde dit in kleine ovens → later gebeurde dit op
grotere mate. Later werd het ook mogelijk om anderen soorten staal te maken, zoals aluminium. Dit duurt
allemaal een tijdje voordat er veel op een snelle manier kan worden gemaakt.
Nieuw materiaal: Kunststof (plastic)
Schoenen worden al eeuwen lang van leer gemaakt, leer wordt gemaakt van dierenhuiden, daarom is het een
natuurproduct. Tegenwoordig worden in de meeste schoenen, naast leer, tal van kunststoffen verwerkt.
Kunststoffen worden ook wel plastics genoemd. Ze worden gemaakt uit de grondstof aardolie.
Stofeigenschappen
Als je een stof wilt identificeren, heb je stofeigenschappen nodig.(kookpunt, smeltpunt, kleur, geur, smaak en
dichtheid) Elke stof heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen. Er zijn ook eigenschappen om te
bepalen of een stof ergens goed voor is, een baksteen moet bijv. hard zijn om ermee te kunnen bouwen. Bij
chemische reacties veranderen stoffen en dus ook stofeigenschappen.
Chemische reactie
Een chemische reactie kun je weergeven in een reactieschema. In het reactieschema staan links v.d pijl de
beginstoffen en rechts v.d pijl de eindstoffen. De pijl geeft aan dat het een chemische reactie is. beginstoffen
→ reactieproducten.
Om ijzer te maken heb je ijzererts, houtskool en lucht nodig. Bij het proces verdwijnen en ontstaan stoffen. Je
zegt dan: er treedt een chemische reactie op.
ijzererts + houtskool + lucht → ijzer + koolstofdioxide
beginstoffen reactieproducten
§2 Zuivere stoffen en mengsels
Kennis over stoffen
Als je met stoffen gaat werken is het belangrijk dat je vooraf er al iets van weet. (Brandbaar, explosief,
vluchtig, giftig?) Een deel van die info staat in de vorm van gevarensymbolen op de potten en flessen met
chemicaliën. Ook op een chemiekaart staat info over de eigenschappen van een stof.
Zuivere stoffen