Hoorcollege 1: Introductie sociaal kapitaal
Wat moet je weten van dit college?
- Wat is sociaal kapitaal?
- Wat is het verschil tussen toegang tot en mobiliseren van sociaal kapitaal?
- Basisbegrippen over sociale netwerken (o.a. graph, node, tie).
- Basisbegrippen over social ties (homophily, foci, tie strength).
Sociaal kapitaal zijn middelen (resources) die beschikbaar zijn voor een individu afkomstig
uit zijn of haar sociale netwerken (Kadushin: Sociale netwerken hebben waarde; deze
waarde is het sociaal kapitaal). Deze middelen kunnen dus genuttigd worden dankzij
bepaalde sociale contacten die iemand heeft. Denk hierbij aan een fiets van je vriendin,
maar ook troost, advies, praktische hulp, invloed (Nan Lin).
In de literatuur van John Field beschrijft hij het centrale idee van sociaal kapitaal. Dit is
namelijk dat sociale netwerken hier een zeer belangrijke rol in spelen. Het woord “kapitaal“
wordt als metafoor gebruikt waarin wordt aangegeven dat netwerken en connecties
winstgevend zijn. Net zoals ieder ander kapitaal kun je in sociaal kapitaal investeren om er
zelf ook van te kunnen profiteren (credit slip, reciprocity). Bijvoorbeeld door een vriendin je
fiets uit te lenen in verwachting dat zij dit ook voor jou zou doen wanneer je haar fiets nodig
zou hebben.
In het college werd een voorbeeld met een Japanse bon gepresenteerd. Via facebook kon
een Japanse facebookvriendin vertalen wat er op de bon stond. Dit is profiteren van sociaal
kapitaal. Daarbij is het belangrijk om te weten dat sociaal kapitaal geen uitkomst is. Het
kan worden gemobiliseerd om hulpbronnen te genereren die voor uitkomsten bieden.
Nan Lin beschrijft het verschil tussen accessed sociaal kapitaal en mobilized sociaal
kapitaal. Accessed geeft aan hoeveel van het sociale kapitaal iemand beschikbaar heeft,
en mobilized geeft aan hoeveel van dit beschikbare sociale kapitaal daadwerkelijk wordt
ingezet. Volgens Crossley zijn de faciliterende functies (Mobilized: Dingen mogelijk
kunnen maken) de essentie van sociaal kapitaal.
Dit is vergelijkbaar met het verschil tussen perceived en received support. Perceived
support is het idee dat je goede vrienden hebt waarbij je potentieel terecht zou kunnen als
je problemen hebt. Received support is de vraag wat er gebeurt als je daadwerkelijk die
problemen hebt, wat heb je dan aan je vrienden? Het bijzondere aan het support geval is
dat deze hulpbronnen niet eens gemobiliseerd hoeven te worden willen ze al effect met zich
,meebrengen. Wanneer mensen perceived support ondervinden, en dus denken dat vrienden
ze zouden helpen, verbetert dit hun welzijn al zonder dat er direct sprake is van een
hulpbron. Hieronder een illustratie die het verheldert:
Problemen hebben een negatief effect (-) op iemands welzijn. Netwerken hebben een
positief effect op het welzijn (+) en daarbij ook een positief effect (+) op de negativiteit v an
een probleem. Het kan dus de ernst verminderen door steun van goede vrienden
bijvoorbeeld.
Sociaal “kapitaal” benadrukt dus de waarde van sociale relaties. Belangrijk is om daarin te
blijven investeren. Hierdoor wordt je netwerk groter (accumulatie). Wanneer je niet in
sociaal kapitaal blijft investeren is de kans groot dat het devalueert (vermindert). De kans
dat een vriend die je 10 jaar niet hebt gesproken geld aan je wil uitlenen is een stuk kleiner
geworden. Volgens Coleman (zie college 2) kan sociaal kapitaal ook vergeleken worden met
een “credit slip “. Volgens hem is sociaal kapitaal een soort waardebon die je gebruikt om
er later iets voor terug te krijgen (ik help jou met iets, zodat jij de volgende keer mij kunt
helpen). Hierdoor kun je stellen dat je als het ware kunt “betalen” voor sociaal kapitaal. Het
wordt dan ook soms een alternatief genoemd van financieel kapitaal. Denk hierbij aan een
kinderoppas. Je kunt ervoor betalen, of je kunt goede vrienden of je moeder vragen om op je
kinderen te letten.
In het college werd een filmpje gepresenteerd over kunstenaar Jackson Pollock. Het
belangrijkste hieruit was dat Pollock via een aantal connecties tot een persoon van de
Gallery of Modern Art wist te komen. Zonder dit sociaal kapitaal was hem dat niet gelukt.
Hieronder een afbeelding van een “Graph” of “Sociogram“ die dit perfect weergeeft.
,De punten representeren de personen die “Nodes” of “Actors“ worden genoemd. De pijltjes
zijn de verbindingen tussen de personen, dus wie elkaar kent. Deze worden “Ties”, “Edges”,
“Links” of “Dyads” genoemd. Het is dus ingewikkelder dan alleen “mensen die je kent”.
Sociaal kapitaal werkt dus ook via indirecte contacten. Deze indirecte contacten kun je
“Degrees of Separation” noemen. Dit is dus hoeveel personen je verwijdert bent van
degene die je wilt bereiken. In het geval van Pollock zijn dat er 3: Reuben - Howard - Peggy.
Contacten met mensen uit je netwerken hebben invloed op iemands gedrag. Volgens een
onderzoek is de kans 50% groter dat een persoon veel alcohol drinkt als hij iemand kent die
zelf veel alcohol drinkt.
Basisbegrippen sociaal kapitaal en antwoorden op de vraag waarom er clustering (soort bij
soort) plaatsvindt in sociale netwerken:
- Homophily (selectie): Volgens Lazarsfeld & Merton is homophily de neiging
van mensen om vriendschappen te creëren wanneer er gelijkenissen zijn
vast te stellen. Dit kan opleiding, etniciteit, leeftijd, maar ook leefstijl zijn. Het
voorbeeld van iemand die veel alcohol drinkt hierboven is hier een goed
voorbeeld van.
- Foci: Dit zijn de ontmoetingskansen van mensen. Dit gaat dan om
ontmoetingsplaatsen zoals bijvoorbeeld werk, school, verenigingen. De keuze
om naar deze georganiseerde verbanden te gaan zorgt ervoor dat je
bepaalde mensen tegenkomt die ook dezelfde keuze hebben gemaakt. Dus
mensen die dezelfde “focus” hanteren hebben een grotere kans om relatie te
vormen. Foci kan zowel ontmoetingskansen bieden als beperken, want waar
je je wel bevindt betekent automatisch ook dat er plekken zijn waar je je niet
bevindt. We cannot marry Eskimos if there are none around (Blau 1987)
- Sociale beïnvloeding. De mensen waarmee je omgaat vragen jou
bijvoorbeeld mee in bepaalde activiteiten die jou vaak op diegenen laten
lijken.
Hoorcollege 2: Instrumentele versus
gezondheidsgerelateerde uitkomsten van sociaal
kapitaal
Wat moet je weten van dit college?
- Wat is het verschil tussen bridging en bonding.
- Hoe leidt sociaal kapitaal tot instrumentele uitkomsten (uitkomsten die te maken
hebben met statusverwerving) en ongelijkheid.
- Op welke manieren beïnvloeden sociale contacten de gezondheid en het welzijn?
- Hoe komt eenzaamheid tot stand en hoe verhoudt het zich tot sociaal kapitaal.
,In het boek van John Field wordt Bourdieu beschreven als de grondlegger van het idee
over ongelijkheid in sociaal kapitaal. De termen statusverwerving en reproductie werden
beschreven aan de hand van de familie Six. Jan Six was de eerste belangrijke man van de
familie, een koopman die dus al op eigen houtje een hoge status had verkregen
(statusverwerving/achieved). De zonen van Jan Six hebben nog steeds een hoge status
(elite). Dit is een voorbeeld van status reproductie, dit kan van generatie tot generatie
worden doorgegeven.
Bourdieu vroeg zich af waarom er geen sociale mobiliteit was. Waarom bleven de rijken
rijk, en bleven de armen arm? Zijn verklaring was de mate van hulpbronnen die verschillen
tussen een hoge en een lage status. Een hoge status van ouders betekent betere
hulpbronnen die de kinderen kunnen gebruiken om succesvol te worden.
Status ouder → Hulpbronnen kinderen → Status kinderen
Naast het sociaal kapitaal (connecties) die een persoon bezit, zijn economisch en cultureel
kapitaal ook van belang. Zo is economisch kapitaal iemands inkomen of bezittingen, en is
cultureel kapitaal bijvoorbeeld hoe welbespraakt een kind is. Bij hoge status van de ouders
is de kans groter dat een kind al goed opgevoed en dus slimmer is dan kinderen van ouders
met een lage status. Hierbij komt het verschijnsel selffulfilling prophecy kijken. Wanneer
een docent bijvoorbeeld een leerling met een hoge status onderwijst en opmerkt dat deze
leerling er slim uit ziet en welbespraakt is, dan gaat de docent deze leerling ook zo
behandelen en ontwikkelt de leerling zich ook daadwerkelijk beter.
Een fragment uit de film Manhattan laat zien dat taal- en smaakverschillen de scheiding
tussen culturen en dus de hoogte van de status weergeven. De vrouw in het fragment
gebruikte dure woorden en had een andere smaak voor kunst dan de man die heel simpel
taalgebruik vertoonde. Hierdoor was de scheiding duidelijk zichtbaar tussen een hoge en
een lage status. Deze verschillen zijn uitingen van cultureel kapitaal. Dit zijn bijvoorbeeld:
- Cognitieve vaardigheden en kennis (het vermogen om te leren bijvoorbeeld).
- Taalvaardigheid.
- Manieren, kennis van de etiquette.
Mensen krijgen deze vaardigheden vooral mee in goede opvoeding en hoge opleiding en
zijn daarom ongelijk verdeeld. Cultureel kapitaal is een hulpbron bij statusverwerving.
Het gaat er bij Bourdieu dus om dat het hebben van bepaalde kennis en vaardigheden (en
contacten) helpt om een hogere status te verwerven.
Bourdieu had ook zijn eigen ideeën over het sociaal kapitaal.
- “Aggregate of the actual or potential resources which are linked to possession of a
durable network.”
Hierbij is er een verschil tussen sociaal kapitaal en potentieel sociaal kapitaal. Dit is sociaal
kapitaal dat mogelijk gebruikt kan worden.
,Volgens hem was sociaal kapitaal een tool voor de elite om dingen voor elkaar te krijgen,
met name bij carrières waar reputatie belangrijk is zoals politiek of advocatuur.
Deze afbeelding is in het college gepresenteerd om aan te geven hoe een hoge status vaak
gepaard gaat met een zeer gesloten kring van de elite. Het mooie eraan is dat als je de kans
krijgt om in deze kringen te komen de mogelijkheden en hulpbronnen juist heel open en
groot zijn om je carrière te bevorderen. Kleine kringen met grote mogelijkheden dus.
Hierbij zijn er verschillende termen die gaan over hoe een status bereikt kan worden. Bij een
achieved status is je groei of ontwikkeling te danken aan je eigen investering. Door zelf je
best te doen krijg je connecties die je kunt gebruiken als sociaal kapitaal. Daarnaast bestaat
een ascribed status waarbij sociaal kapitaal als het ware aangeboren is. Wanneer je vader
een hoge status en veel connecties heeft kun jij dit later ook gebruiken (familie Six). Hierdoor
vind Bourdieu ook dat sociaal kapitaal gelinkt moet worden met ongelijkheid. Mensen met
een lage status kunnen namelijk deze ascribed status nooit aan hun kinderen doorgeven.
In het artikel “Gender, Class, And the art and craft of social capital” wordt de vraag gesteld
waarom vrouwen in achterbuurten niet hogerop kunnen komen. De verklaring was dat deze
vrouwen veel “to get by” sociaal kapitaal hebben. Dit is om bijvoorbeeld even snel een
oppas te regelen in de buurt. “To get ahead” sociaal kapitaal (hogerop komen in de
maatschappij) hebben ze niet. Om dit te bereiken hebben ze een andere manier van
spreken en betere manieren nodig. Dit zorgt ervoor dat ze in contact kunnen komen met
mensen buiten de achterbuurten. Dat deze vrouwen, en mensen in het algemeen, niet over
beide “to get’s” beschikken verklaart de gebrekkige sociale mobiliteit. Sociale mobiliteit is
de verandering in sociale positie van een persoon of groep.
Coleman en Embeddedness
James Coleman stelt dat je bij verschillende uitkomsten verschillende hulpbronnen en
sociale contacten nodig hebt. Volgens hem is er niet 1 overkoepelende sociale contact
waarmee je alles kunt bereiken. Daarbij stelt hij dat mensen niet simpelweg een keuze als
kosten-baten analyse zien. Er moet hierbij ruimte zijn voor sociaal kapitaal aangezien een
keuze ook gevolgen heeft voor je contacten in de omgeving. Coleman vindt dus dat je hier
ook rekening mee moet houden bij je keuze (collectief goed), en dus niet alleen kiezen wat
het hoogste rendement geeft.
Om dit te verhelderen werd er een voorbeeld over de Brooklyn Diamonds gepresenteerd.
Diamanthandelaren geven elkaar een zak diamanten mee naar huis om ze rustig te
, inspecteren en te bepalen of ze het willen kopen. Dit lijkt super irrationeel, omdat je niet
weet of de andere handelaar stiekem diamanten steelt of nep-diamanten in de zak doet.
Echter moet je dit verschijnsel bekijken vanuit het sociale netwerk van de
diamanthandelaren. Iemand in je eigen netwerk bedriegen geeft een slechte reputatie aan
jezelf. De kans dat je out of business gaat als degene erachter komt dat je hem bedrogen
hebt is heel groot. Bedriegen is het dus niet waard om te doen. Als je het met deze
gedachtegang bekijkt is deze manier van diamanthandel wel rationeel, omdat het de
transactiekosten verlaagt. Je hebt natuurlijk alternatieven zoals verzekeringen, alleen zijn
deze kostbaar. Je profiteert dus van de eerlijkheid van de gemeenschap, ook als eventuele
nieuweling van de markt. Ondanks dat jij zelf niet volledige connecties hebt, is de denkwijze
van de gehele markt zo dat eerlijkheid voorop staat.
Wat zijn instrumentele uitkomsten?
Instrumentele uitkomsten zijn uitkomsten die te maken hebben met statusverwerving. Deze
uitkomsten zijn bijvoorbeeld:
- “to get ahead” (Warr)
- Kans op middelbare-school diploma (Coleman)
- Hogere status op het werk + Hoger inkomen (Ruiter et al)
Dit heeft wederom alles te maken met het sociaal kapitaal van een individu. Hoe hoger
deze is, hoe groter de kans dat diegene instrumentele uitkomsten kan verwachten op basis
van statusverwerving.
Tie strength is de sterkte tussen jou en de relaties in je netwerk. Het komt tot stand door
een combinatie van de amount of time die je met iemand doorbrengt, emotional intensity,
intimacy en reciprocity: Ik doe iets voor iemand, en “verwacht” dat ik het later terug krijg.
Een sterke band heb je meestal met je partner, ouders, kinderen.
Een zwakke band heb je vaak met: collega’s, buren, kennissen.
Zowel een sterke als zwakke band kun je hebben met vrienden of familieleden.
Sterke en zwakke banden kunnen beide belangrijk zijn, maar hebben andere
doelen/functies.
- Strong ties zijn uitstekend voor: Psychisch welzijn en gezondheid.
- Weak ties zijn uitstekend voor: Instrumentele uitkomsten.
Strong ties en weak ties zijn beide belangrijk. In het onderzoek van Granovetter werd er
een steekproef gedaan onder mensen die recentelijk van baan waren veranderd in Boston.
56% vond een baan via persoonlijk contact. Hiervan zag 83% dit contact slechts
incidenteel/sporadisch (weak tie) . Waarom leveren weak ties vaker nuttige informatie over
banen? Omdat weak ties vaker bridging ties zijn!
Om de term bridging uit te leggen werd er in het college een voorbeeld gepresenteerd over
The Voice Of Holland. De eerste winnaar Ben Saunders zou na het winnen van het
programma volledige ondersteuning en beroemdheid krijgen, maar waarom pas na het
winnen? Zijn talent is hetzelfde gebleven. Zijn coach Roel van Velzen is zijn bridging tie,