Na aankoop merk ik pas dat he-le-maal nergens bij de stof ook de wetsartikelen worden genoemd - zoals dat hoort in samenvattingen van juridische studieboeken. Onmogelijk om snel relevante wetsartikel erbij te pakken, daardoor onbruikbaar.
Wat is dan precies een goede ruimtelijke ordening?
De memorie van toelichting stelt dat het gaat om de zo gunstig mogelijke
voorwaarden te creëren voor het gebruik en de ontwikkeling van een
bepaald gebied.
Hoofdstuk 1 Van Buuren
Karakterstek ruimtelijk eestuursrehtt en spanningsveldenu
- Ruimtelijke ordening is overteidsahtviteitt er wordt eewust ingegrepen in
maatshtappelijke ontwikkelen met een ruimtelijke dimensie. Door hoördineren en tet
eestemmingsplan.
- Fahett speelt een rol op eijna alle sehtoren
- Spanningsveld rehttszekerteid en flexieiliteit: Rehttszekerteid willen grondeigenaren en
derden over de geeruiksmogelijkteden. Flexieiliteit willen overtedent ook ruimte voor
nieuwe initatevent maar ook sturende werking
- Spanningsveld hentraal en dehentraal: Belangrijkste eevoegdteden eij gemeentet maar
niet alles kan aan de gemeente worden overgelaten.
Ruimtelijke ordening: het van overheidswege bewust ingrijpen in maatschappelijke ontwikkelingen
met een ruimtelijke dimensie. Zij is gericht op het onderling afwegen en coördineren van die
ontwikkelingen en ze loopt uit op het leggen van bestemmingen en het regelen van gebruik van de
grond.
Ruimtelijk bestuursrecht: Tot het recht van de ruimtelijke ordening behoren in ieder geval:
Wet ruimtelijke ordening (Wro), besluit ruimtelijke ordening (Bro), Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo), woningwet, onteigeningswet, tracéwet (aanleg nieuwe weten), wet van
natuurbescherming, erfgoedwet, ontgrondingswet en milieuwetgeving.
Sectoren: afzonderlijke onderdelen van de overheidszorg (bijv. vervoer en landbouw).
Ruimtelijke ordening is facet, en speelt bij bijna alle sectoren wel een rol.
Omgevingswet (moet nog in werking treden) beoogt alle, voor de fysieke leefomgeving relevante
regels in één wetelijk stelsel te integreren.
De Haan: Planologisch proces bestaat uit 3 fasen. Bestemmen (toekenning van een gebruiksfuncte
aan grond, planning), inrichten (plannen worden uitgevoerd) en beheren (bescherming). Het recht
daarop moet aansluiten door via wetgeving instrumenten te bieden voor elk van deze fasen. Meestal
lopen deze fasen door elkaar.
Bestemmingsplannen: waarin is geregeld of gronden mogen worden bebouwd en zo ja, voor welke
doeleinden bouwen is toegelaten. (algemeen gebruiksvoorschrif, verbiedt al het gebruik anders dan
het gebruikt overeenkomstg de bestemming)
Toelatingsplanologie: grondgebruiker wordt niet verplicht om een nieuwe bestemming te realiseren.
Maar indien de grondgebruiker iets nieuws wil bouwen of het bestaand gebruik veranderen wil, krijgt
hij met beperkingen van het bestemmingsplan te maken.
Met toelatingsplanologie worden maatschappelijke waarden beschermd, zoals veiligheid,
gezondheid en natuur. Het kenmerk van toelatingsplanologie is dat uitgegaan wordt van wat mag
en kan volgens de regels die deze waarden beschermen. Ontwikkelingsplanologie is een manier
van werken die het uitvoeren van ruimtelijke visies, plannen en projecten meer centraal stelt.
,Indien het noodzakelijk is dat een bestemming wél word gerealiseerd, moet de overheid als de
eigenaar niet kan of wil meewerken: de gronden kopen of onteigenen (indien overeenkomstg de
gegeven bestemming).
In de toekomstge omgevingswet is het wél mogelijk om gebruikers van gronden en bouwwerken te
gebieden om bepaalde in het omgevingsplan opgenomen verplichtngen te realiseren.
Spanning rechtszekerheid en feeibiliteit: Rechtszekerheid over de toegelaten
gebruikersmogelijkheden (ook derden willen dit), feeibiliteit van ruimtelijke plannen (nieuwe
ontwikkelingen moeten ook mogelijk zijn).
Overheden streven naar plannen die verschillende optes open laten en tegelijkertjd toch voldoende
sturende werking hebben. Door middel van 1. Globale bestemmingen, niet meer dan noodzakelijk. 2.
Flexibiliteitsconstructes in het plan.
Spanning centralisatie en decentralisatie: De in juridisch opzicht belangrijkste bevoegdheden
berusten bij de gemeenten. Maar niet alles kan op gemeentelijk niveau worden beslist. Rijk en
provincies maken ook plannen voor ruimtelijk beleid (provinciaal of rijksinpassingsplan).
Op alle drie de niveaus wordt het ruimtelijk beleid in belangrijke mate vorm gegeven op de Wro
gebaseerde plannen.
Structuurvisie hebben alle drie de niveaus, staat het ruimtelijk beleid in.
Bestemmingsplan is voor burgers bindend door: vergunningen die aan de inhoud van het
bestemmingsplan gekoppeld zijn (omgevingsvergunning). En doordat een bestemmingsplan
bepaalde gebruiksverboden bevaten.
Mensen kunnen beroep doen tegen bestemmingsplan bij de Raad van State.
Woningwet 1901: vanaf de 19e eeuw konden steden pas gaan uitbreiden (militaire betekenis
verloren). De woningwet was gericht op de verbetering van de volkshuisvestging later werd het de
wet voor de ruimtelijke ordening.
1962 Wet op de Ruimtelijke Ordening. Vanaf nu bestemmingsplan.
1962 woningwet. Bouwvergunningen.
Wijziging Wet op de Ruimtelijke Ordening 1999: zelfstandige projectvrijstelling + versterking van de
betekenis van hogere plannen voor de gemeentelijke plannen (centralisate)
Wet ruimtelijke ordening 2008: meer scheiding tussen ruimtelijk beleid van gemeenten, provincies
en rijk en de juridische instrumenten om dat beleid te verwezenlijken + bestemmingsplan
verstevigen + hogere overheden meer macht.
Crisis- en herstelwet (Chw) 2010: versnelde ontwikkeling van ruimtelijke en infrastructurele
projecten tegen de bestrijding van de economische crisis.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 2010: doelstelling om bestaande
besluitvormingsprocedures in het omgevingsrecht te vereenvoudigen en te komen tot één integrale
omgevingsvergunning. (bouwvergunning, aanlegvergunning etc. zijn geïntegreerd in de
omgevingsvergunning)
Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) brengt 25 regelingen samen over fysieke
leefomgeving
Bouwvergunning + Milieuhoofdstuk vergunning + Natuurvergunning + Monumentenvergunning =
Omgevingsvergunning
1 vergunning – 1 procedure – 1 loket
, Omgevingswet (nog niet in treding) 2011: alle regelgeving die betrekking heef op de fsieke
lee omgeving zoveel mogelijk in één wet en de daarop steunende uitvoeringswetgeving onder te
brengen. Bestemmingsplannen worden vervangen door omgevingsplannen. Meer feeibiliteit van de
regels, kortere besluitvormingsprocedures en meer bestuurlijke afwegingsruimte voor
gemeentebesturen en andere bestuursorganen.
Algemene wet bestuursrecht 1994:
Nabeschouwing:
1. in veel gevallen de wetgever de ontwikkelingen in de praktjk volgde.
2. Gestage trend tot centralisate, in deze trend passen ook de in de Wro geïntroduceerde
instrumenten voor het Rijk en de provincies om in strijd met het bestemmingsplan toe te
staan.
3. Minder belang aan rechtszekerheid voor de grondgebruikers. Onder de omgevingswet zal
deze trend zich voortzeten.
Hoofdstuk 2 van Buuren: De gemeentelijke struhtuurvisie
Gemeentelijke struhtuurvisie: wat is tet doel van dit planu
- Finanhiële eijdragen in tet kader van grondexploitate
- Moet overeenkomen met tet eestemmingsplan
Hierin komen de ree van de voorgenomen ontwikkeling en de hoofdzaken
van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid naar voren.
Verplicht tot het vaststellen van een structuurvisie voor het gehele gemeentelijke grondgebied ten
behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
- Hoofdzaken van te voeren ruimtelijk beleid
- Uitvoeringsparagraaf: hoe de raad zich voorstelt de ontwikkelingen te verwezenlijken. (met
bestuursrechtelijke of privaatrechtelijke bevoegdheden, en op welke wijze aan de gestelde
beleidsdoelen wordt bijgedragen.
Naast algemene structuurvisie ook facultateve structuurvisie: voor aspecten van het gemeentelijk
ruimtelijk beleid (sectoraal beleid).
Hierdoor kan voor één locate meerdere structuurvisies van toepassing zijn.
De gemeentelijke structuurvisie vormt de voorwaarde voor het eisen van fnanciële bijdragen in het
kader van grondeeploitate. Privaatrechtelijke weg: grondeeploitateeovereenkomst, bijdrage voor
ruimtelijke ontwikkeling, dan dient de ruimtelijke ontwikkeling in de structuurvisie beschreven te
zijn. Grondeeploitate kosten langs publieke weg: dan kunnen de zogenaamde bovenplanse kosten in
de vorm van een fondsbijdrage gehaald worden.
Indicatie geen rechtsgevolgen. Speelt wel rol bij vaststelling van het bestemmingsplan,
onderbouwing nodig als structuurvisie en bestemmingsplan niet overeenkomen.
In de Bro staat dat burgers en maatschappelijke organisates bij de voorbereiding betrokken moeten
zijn. Maar laat in het midden hoe dat moet.
De structuurvisie verdwijnt met de inwerktreding van de Omgevingswet omgevingsvisie.
Per gemeente maar één omgevingsvisie.
Van hoofdzaken van ruimtelijk beleid hoofdzaken van het integrale beleid met betrekking tot de
kwaliteit van de fsieke lee omgeving (milieu speelt belangrijkere rol).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noah0152. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.