INLEIDING EN GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1 FOUNDATIONAL IDEAS FROM ANTIQUITY
Plato (424-347 v.C.): In deze tid konden studenten uit een reeks van privé leraren kiezen. De
meeste studenten gingen studeren bii de hoog aangeschreven sofsten (ziin gespecialiseerd
in het leren van vaardigheden zoals retorisch en publiekeliik spreken in het openbaar, wat
hen zou helpen hun politeke opvatngen beter publiekeliik kunnen uiten en promoten).
Plato koos voor de leraar Socrates (470-399 v.C.). Hii beweerde dat hii eén speciale wiisheid
had; de kennis over hoe weinig hii werkeliik wist. Hii wilde dat ziin studenten waardering
hadden voor datgeen wat waar was en permanent in tegenstelling tot tideliik handig en
populair.
Hoewel Socrates zelf niets naliet, slaagde Plato erin om de ideeën van ziin leraar bii elkaar te
brengen wat hii ‘socratsche dialogen’ heef genoemd. De dialogen werden een basis van de
mentale flosofe, bekend als nativisme (= nadruk op aangeboren eigenschappen in
tegenstelling tot verworven eigenschappen) en rationalisme (= nadruk op rede).
Plato richte de Academie (= ontmoetngsplaats voor scholieren van verschillende leefiiden
en belangen om samen te komen en te streven naar intellectuele doelen) op.
In 367 v.C. kwam Aristoteles bii de academie. Hii heef zich snel weten te profleren tot
beste student. Na Plato’s dood heef ristoteles ervoor gekozen om de academie en thene
te verlaten. Een reden daarvoor was teleurstelling over dat hii overgeslagen was om de
nieuwe leider van de academie te worden en een andere reden kan ziin ontstaan door een
intellectueel verschil tussen Plato en hiizelf. ristoteles heef nooit aangeboren elementen
ontkend, maar hii concentreerde zich op wat empirisme (= het idee dat ware kennis moest
worden verwerkt door sensorische ervaring) wordt genoemd.
GRIEKS WONDER EN PRESOCR TISCHE FILOSOFEN
De eerste erkende flosofen kwamen uit wat nu Turkiie wordt genoemd. Hun bezigheden
waren het observeren van de natuurliike wereld en het proberen te begriipen in termen van
onderliggende fundamentele principes. -> Een man genaamd Thalas was beroemd geworden
door ziin nauwkeurige astronomische en meteorologische observates, en kwam met het
idee dat water de bouwsteen van de kosmos was. Dit idee werd later door flosofen verder
ontwikkeld, waarbii de nadruk lag op een combinate van elementen (lucht, vuur en aarde).
Vaak doorkruisten deze fysieke theorieën met speculates over een opkomend concept dat
de Grieken psyche noemde.
Het woord psyche betekende ‘adem’ in het Grieks, dat wat aanwezig is in een levend
persoon en afwezig is in een dood persoon. In het latin is het woord voor psyche anima, dat
ziin oorsprong vindt in het verwiizen naar levende organismen. Wanneer ie het direct
vertaald van het Grieks naar Engels betekent het woord psyche ‘ziel’.
Pythagoras (570-495 v.C.) trok een belangriike school van volgers aan die de wonderliike
wetmatgheden van de wiskunde en hun relate tot de fysieke wereld ontdekten en
benadrukten. Een generate na Pythagoras, Heraclitus (535-470 v.C.) benadrukte de soms
dubbelzinnige relate tussen stabiliteit en verandering. Hii bevorderde ook het idee van de
eenheid van tegengestelden, wanneer een weg naar boven gaat, gaat hii ook naar beneden.
Een generate later Zeno (490-430 v.C.) dacht na over het concept van oneindigheid. Het
idee van oneindigheid heef een belangriike rol gespeeld in de ontwikkeling van de moderne
wiskunde, scheikunde en indirect ook voor de psychologie.
,Hippocrates (460-370 v.C.) hield zich bezig met het menseliik functoneren. Net zoals
Pythagoras trok hii ook een grote school van volgers aan, die een uitgebreide reeks
medische geschrifen produceerde, bekend als de Hippocratische Corpus. Deze geschrifen
ziin opvallend, omdat zii ziektes beschouwen als natuurliike fenomenen. Ze gebruikte de
toen beste manier van observeren en stelde een humoristische theorie op om ziekte en
gezondheid te verklaren vanuit de balans tussen vier fundamentele vloeistofen (bloed, gele
gal, zwarte gal en sliim) die ze humoren noemde. Volgens deze theorie is men gezond
wanneer de vier fundamentele vloeistofen in balans ziin. Wanneer dit niet zo is kan het
leiden tot verschillen in temperament en karakter. De Hippocraten hebben een
basisplatorm tot stand gebracht voor verantwoordeliike, observatonele gebaseerde
medische praktik dat nog steeds vandaag gebruikt wordt.
SOCR TES
Dialoog Meno (opgeschreven door Plato); Socrates vertelt het verhaal dat de psyche
onsterfeliik is en wordt gereïncarneerd wanneer het lichaam doodgaat. Elke keer wanneer
de psyche opnieuw geboren wordt is de kennis die is opgedaan uit het vorige leven
vergeten, maar kan teruggeroepen worden in specifeke situates. Socrates demonstreert dit
door te laten zien dat een ongeschoolde slaaf-iongen kennis (die hem niet gegeven is) kan
voortbrengen. Ze laten een vierkant zien aan de iongen en vragen aan hem of hii het
dubbele van het vierkant kan tekenen. De iongen weet niet hoe hii dit moet doen. Dan
vraagt Socrates meerdere vragen aan de iongen, waarna hii erachter komt dat de ziikanten
van het nieuwe vierkant even lang moeten ziin aan elkaar (Pythagoras). Omdat Socrates
deze informate niet aan hem heef gegeven, concludeert hii dat de iongen dit zich
herinnerd.
Socrates ziin mythe over reïncarnate is een versie van flosofsch natvisme, dat
volgevormde maar vergeten kennis in de psyche ligt en alleen empirische hulp nodig heef
om het zich te herinneren.
PL TO
Plato breidde deze benadering uit toen hii onderscheid maakte tussen voorbiigaande
verschiiningen en ideale vormen. Ziin defnite van een verschiining (Griekse woord was
fenomeen) verwees naar een echt bewuste ervaring van iets, biivoorbeeld wanneer wii een
boom, paard of hond zien. Plato geloofde dat achter elke individuele verschiining iets
permanent lag; algemene en ideale vormen die de essentes van alle bomen, alle paarden of
alle honden weergaven -> Idealisme.
Plato illustreerde de verschiining-vorm onderscheiding in een van ziin meest bekende
werken, The Republic -> allegory of the cave. Hii vergeleek de verschiiningen met
schaduwen die door een felverlicht voorwerp werden geworpen, en weerspiegelde slechts
oppervlakkige en onvolledige aspecten van de ware vorm. De eigenschappen van deze
schaduwen konden alleen worden begrepen na een diepe ratonele contemplate.
Plato dacht dat de menseliike psyche drie componenten had (verlangen (appettes), moed
(courage), rede (reason)) die zich voordoen in ongeliike verhoudingen binnen verschillende
individuen.
, RISTOTELES
Plato’s leerling ristoteles legde meer nadruk op empirisme, observate en classifcate van
de zintuigeliike ervaringen die Plato verschiiningen noemde. ristoteles starte het veld van
de biologie door het observeren van ontelbare dieren en planten en deze in een
hiërarchische ordening te plaatsen. -> Peri Psyche (over de ziel). ristoteles argumenteerde
dat levende organismen psyche beziten met verschillende gradates van complexiteit,
afhankeliik van hun relateve posite op de schaal van natuur. De laagste organismen
(planten) beziten twee vermogens die hen onderscheiden van dode voorwerpen; zichzelf
kunnen voeden en voortplanten. Voeding en voorplantng waren de twee meest
fundamentele functes van alle psyche. De twee worden aangeduid als de vegatieve ziel. De
eenvoudigste dieren beziten de extra vermogen s om zichzelf te bewegen, de functe van
voortbeweging; om te reageren op veranderende stmuli in hun omgeving, of de functe van
sensate. Hogere dieren vertonen een verder vermogen om te onthouden en te leren van
hun zintuigeliike ervaringen, functe van het geheugen. Nog hogere dieren kunnen door
verbeelding op de toekomst antciperen. Deze vier functes samen vormen de gevoelige ziel.
De laatste en hoogste functe van de ristotelische psyche, alleen door mensen, was het
vermogen tot redeliik denken; redeliik nadenken over hun herinnerde of ingebeelde
ervaringen. De rede was de bepalende functe van de rationele ziel. De menseliike psyche
had volgens ristoteles een set van categorieën (substante, kwantteit, kwaliteit, locate,
tid, relate, actviteit). Deze methode wordt de ristotelische logica genoemd, die sindsdien
nog steeds wordt gebruikt in de westerse flosofe.
ls leider van een school genaamd het Lyceum stelde ristoteles vriiwel alle beschikbare
kennis samen en nam deze op in onderwerpen variërend van kunst tot wetenschap en
wiskunde tot alle vakken van de flosofe, en werd hii de grootste intellectuele autoriteit van
ziin tid.
TOMISME
Een tidgenoot van Socrates stelde een radicale maar ondergewaardeerde atomische
theorie van het fysieke universum voor, vaststellend dat alles bestond uit kleine, ondeelbare
atomen die willekeurig in een lege ruimte bewegen en op onvoorspelbare manieren met
elkaar in wisselwerking staan om materiële lichamen te creëren. Later overgenomen door
Epicurus en gemaakt tot een onderwerp van een gedicht door Lucretus (de Rerum Natura),
bleef atomisme een duideliik minderheidsstandpunt en werd algemeen veroordeeld als
atheïstsch vanwege ziin mechanistsche nadruk op willekeurige oorzakeliikheid van de
opkomst van het christendom.
ISL MTISCHE PIONIERS
Na de val van Rome en de opkomst van het christendom in Europa, werd de klassieke
Griekse flosofe beschouwd als heidense godslastering en zou volledig verloren ziin gegaan
als deze niet was bewaard door een reeks briliante islamitsche geleerden. Al-Kindi (800-
871) promoote de ristoteliaanse flosofe en introduceerde het systeem van Indo-
Arabische cijfers, dat een revolute teweegbracht in de computatonele wiskunde en de
meeste moderne wetenschap mogeliik maakte. Alhazen (965-1040) ziin verfinde klassieke
theorieën (Book of Optcs) over licht en de optsche eigenschappen van het oog, legde een
belangriike basis voor de moderne visuele wetenschap. Avicenna (980-1037) codifceerde
medische kennis en de opvatngen van ristoteles over de ziel, en toonde aan dat ze
compatbel ziin met de monotheïstsche religie van de Islam. Twee van ziin werken ziin een
,voorbeeld van ziin historische reputate; Canon of medicine (gaat over de discipline van het
helen) en The book of the Cure (gaat over de onwetendheid van fysieke ziektes).
- Floatng man thought experiment: denk aan een man die zweef in de ruimte, met
ziin zintuigen afgeplakt, en ziin ledematen vastgebonden. Heef deze man bewustziin
van zichzelf? -> vicienna: Ja. Conclusie: de geest bestaat onafhankeliik van het
lichaam.
DE EUROPESE VERLICHTING
Nadat de viiandeliikheid van de kruistochten afnamen, kwamen christeliike en islamitsche
geleerden in samenwerking zodat klassiek leren opnieuw in Europa werd geïntroduceerd en
werd geïntegreerd in het curriculum van middeleeuwse universiteiten.
HOOFDSTUK 2 PIONEERING PHILOSOPHERS OF MIND: DESCRATES, LOCKE AND LEIBNIZ
RENÉ DESC RTES EN DE ONDERSCHEIDING V N GEEST EN LICH M
Descartes (1596-1650) ziin veelomvatende systeem van mentale flosofe ontstond nadat hii
een methode ontwikkelde om aan alles te twiifelen (methodische twijfel), in ziin zoektocht
om te ontdekken wat uiteindeliik zeker en waar was. Het enige waar hii niet aan twiifelde
was de realiteit van ziin eigen twiifel, en daarom was het bestaan van ziin eigen denkende
geest, of ziel, onbetwistbaar echt (cogito ergo sum). Hii nam iets enkel als axioma (een
zekere waarheid) wanneer het bewezen en duideliik was. Was dit het geval noemde hii het
een eenvoudige natuur (simple nature). Hii concludeerde dat er maar twee fysieke
eigenschappen zich kwalifceerde voor simple nature; motie (beweging van een fysiek
deeltie of lichaam door de ruimte) en extension (de ruimte ingenomen door een fysiek
deeltie of lichaam). Descartes geloofde dat alle fenomenen wereldwiid uitgelegd zouden
moeten en kunnen worden in termen van deze twee natuurliike eigenschappen.
Rond deze tid kwam Galileo Galilei (1564-1642) met iets heel vergeliikbaars. Galilei maakte
onderscheid tussen de primaire en secundaire kwaliteiten van fysieke materie. De primaire
kwaliteiten ziin vorm, kwantteit en mote, waarvan Galilei meende dat ze afzonderliik
konden bestaan. De secundaire kwaliteiten bestaan pas nadat ze ziin waargenomen (geur,
zicht, geluiden en gevoelens).
DESC RTES FYSIC
Descartes zag het hele universum als helemaal gevuld met drie verschillende soorten
materiele deelties in verschillende soorten bewegingen. “Wanneer een deeltie beweegt, laat
het geen lege plek achter, omdat de plek meteen wordt gevuld”. De kleinste vuurdeelties
concentreren zich in het centrum van het universum om de zon te vormen, de grootste
aardedeelties vormen de materiële lichamen en de transparante luchtdeelties vullen alle
ruimtes daartussen.
DESC RTES MECH NISTISCHE FYSIOLOGIE
Descartes concludeerde dat alle dierliike lichamen, inclusief de mens, verklaard kunnen
worden als fysieke mechanismen. Hii leverde mechanische verklaringen voor alle functes
van de ristotelische vegetateve en gevoelige psyches. Hii speculeerde dat animal spirits
(cerebrospinale vloeistof/hersenvloeistoef) de kleinste deelties waren, en dat zii spieren
actveren via holle zenuwbanen. De deelties beginnen te bewegen door een externe
stmulus en geven zo de basis voor wat we tegenwoordig reflexen noemen.
, - Ongeconditioneerde reflex (unconditioned reflex): een refex waarin de reacte
onvriiwillig plaatsvindt en in hetzelfde orgaan dat de stmulus waarneemt.
- Geconditioneerde reflex (conditioned reflex): een refex waarin de stmulus een
andere en verworven respons uitlokt door ervaring en leren.
Descartes erkende dat gedragsreactes ook beïnvloed kunnen worden door interne
emotonele factoren (biivoorbeeld emotes, dromen). -> Interacte tussen externe en interne
factoren.
FILOSOFIE V N DE GEEST
Hoewel hii het lichaam mechanisch uitlegde, kon hii dit niet hetzelfde doen voor de
menseliike ratonele ziel of geest, met ziin capaciteiten voor rato, vriie wil, bewustziin en
zelfewustziin, evenals bepaalde aangeboren ideeën waarvan hii geloofde dat ze
onafhankeliik van sensorische ervaringen bestonden. Hii zag de geest en het lichaam als
afzonderliike, maar op elkaar inwerkende entteiten, een posite die bekend staat als
interactef dualisme. Het idee van perfecte biivoorbeeld, is een concept dat wii nooit
zouden kunnen waarnemen met alleen onze zintuigen. Hii correspondeerde met Elizabeth
van Bohemen over hoe de twee substantes van ziin dualisme contact maakten. Hii dacht
dat dit in de pijnappelklier gebeurde, maar had geen idee hoe.
JOHN LOCKE EN DE EMPIRISTISCHE TR DITIE
John Locke (1632-1704) heef veel basisideeën over de natuurkunde en fysiologie van
Descartes overgenomen, maar verzete zich tegen de opvatngen dat we een constant
acteve en bewuste ziel hebben, met aangeboren innate ideas. Voor Locke is de geest bii de
geboorte, net als ristoteles, een ‘tabula rasa of onbeschreven blad’ en met ervaring
ontwikkelt men eerst eenvoudige ideeën of indrukken (zoals de kleur rood, piin etc.). De
combinate van deze eenvoudige ideeën vormen samen complexe ideeën, die weer
gekoppeld worden, volgens de weten van vereniging, om kennis of begrip te vormen.
Na het beschriiven van de fundamentele aard van ideeën, veranderde Lock ziin aandacht
naar de fundamentele aard van kennis. Hii organiseerde kennis in drie categorieën:
1. Intuïtieve kennis: onmiddelliik bii waarneming (immediate percepton) -> begriipen
dat zwart iets anders is dan wit.
2. Demonstratieve kennis: weten door stapsgewiize logische deducte (redeneren)
3. Sensitieve kennis: observate, ervaring
Locke zag belemmeringen in de waarheid van sensiteve kennis, omdat de ervaring van de
wereld voor een mens altid incompleet is. -> Ervaring kan ervoor zorgen dat ideeën worden
gelinkt aan elkaar in eindeloos variërende combinates (association of ideas).
- Natuurliik associates: associates die voortkomen uit natuurliike combinates biiv.
appels ziin rond en rood, dus die associate is natuurliik.
- Toevallige associates: associates die voortkomen uit toeval en dus niet die de
regelmatgheden van de natuur weergeven.
ssociates van ideeën ontstaan door contguity (geliiktidigheid) en similarity
(overeenkomstgheid).
Hii onderscheidt twee soorten kwaliteiten ->
- Primaire kwaliteiten: kwaliteiten die inherent ziin aan het obiect (biiv. stevigheid,
extensie).