SAMENVATTING ARBEIDSPYCHOLOGIE 2023/2024 – DEELTENTAMEN A
Inhoud
Week 1................................................................................................................... 2
Hoorcollege 1: Inleiding en Self Determination Theory.......................................2
Literatuur week 1................................................................................................ 3
Hoofdstuk 1: Setting the Scene: People at Work..............................................4
Hoofdstuk 3: Motivating Employees Using Self-Determination Theory.............6
Week 2................................................................................................................... 8
Hoorcollege 2: Taakeisen en werkprestatie.........................................................8
Literatuur week 2.............................................................................................. 11
Hoofdstuk 6: Job Demands............................................................................. 11
Hoofdstuk 8: Social Stressors in Organizations..............................................13
Hoofdstuk 19: Work Performance...................................................................17
Week 3................................................................................................................. 18
Hoorcollege 3: Arbeidspsychologische theorieën en modellen..........................18
Literatuur week 3.............................................................................................. 24
Hoofdstuk 4: The Classic Models that Made Psychology Work.......................24
Hoofdstuk 5: Current Theoretical Perspectives in Work Psychology...............26
Week 4................................................................................................................. 29
Hoorcollege 4: Hulpbronnen op het werk..........................................................29
Literatuur week 4.............................................................................................. 31
Hoofdstuk 9: Conservation of Resources Theory............................................31
Hoofdstuk 11: Personal Resources.................................................................34
,Week 1
Hoorcollege 1: Inleiding en Self Determination Theory
Een A&O-psycholoog houdt zich bezig met menselijk gedrag in de context van werk en organisatie.
Het beroepsveld bevat 3 deelgebieden:
- Organisatiepsychologie richt zich op het gedrag van medewerkers in relatie tot elkaar en tot
het grotere systeem: de organisatie (macht, leiderschap, samenwerking)
- Personeelspsychologie (HRM) betreft het verband tussen een persoon en de organisatie
(instroom, doorstroom, uitstroom)
- Arbeidspsychologie hierbij spelen het gedrag, de motivatie en emoties van werknemers een
rol (motivatie, welzijn, prestaties)
Wat verstaan we onder werk? Gecoördineerde, doelgerichte activiteiten die aanhoudende
inspanning vragen, en uitgevoerd worden in ruil voor iets anders (meestal geldelijke beloning).
Waarom werken mensen?
- Manifeste functie van werk: duidelijk waarneembare en geplande resultaten van werk (salaris)
- Latente functie van werk: onbedoelde en indirecte gevolgen van werk (structuur, sociaal
contact).
Geschiedenis van de arbeidspsychologie
- Historische Wortels (oude Grieken en Romeinen)
- Occupational medicine rond 1500
- Work psychology
Industriële Revolutie 1750-1850
Taylorisme 1910-1930
Human Relations 1930 - ---
Contemporary work psychology, Positieve psychologie 2000 – heden
Taylorisme (begin 20ste eeuw)
- Uitgangspunten: arbeiders zijn lui en dom
- Oplossing voor domheid:
Maak taken zo simpel mogelijk
Stel vast wat de beste manier is om taken uit te voeren
Train arbeiders tot ze die beste manier beheersen
Laat ze niet nadenken over de uitvoering van deze taken: het zijn radertjes in de
machine
Selecteer de beste werknemers voor een bepaalde taak
- Oplossing voor luiheid:
Prestatie/stukloon
Veel controle
- Standaardisatie en efficiency als kernbegrippen
- ‘de mensen aanpassen aan de baan’
Human Relations beweging
- Elton Mayo (1880–1949) (Harvard Researcher)
- Niet alleen uitvoerende, maar ook controlerende en voorbereidende taken (groter geheel
krijgen over werkzaamheden waarvoor je verantwoordelijk bent)
- ‘de mensen niet aan passen aan de baan, maar de baan aanpassen aan de mensen’
- Hard werken omdat je plezier hebt in je werk.
,Tegenwoordig
- Nieuwe stroming positieve psychologie
- Sustainable performance: streven naar goede prestaties gecombineerd met aandacht voor
gezondheid en welzijn (duurzame prestaties)
Veranderingen rondom werk
- De aard van het werk:
Groei van de dienstensector
Functies zijn geautomatiseerd
Gevolg: meer cognitieve en emotionele belasting en minder fysieke belasting
- Samenstelling beroepsbevolking:
Meer werkende ouderen, mannen en mensen met migratieachtergrond (diversiteit)
- Flexibiliteit van werken:
Voordelen: minder verzuim, betere gezondheid
Uitdagingen: minder sociale contacten, werk-prive balans
- Organisaties zijn veranderd:
Globalisering
Snelle ontwikkelingen in ICT
Toekomstonzekerheid
Self Determination Theory
- Aangeboren neiging om te groeien, zich te ontwikkelen en sociale relaties op te bouwen
- Externe omgeving kan deze aangeboren psychologische basisbehoeften ondersteunen
- De mate van behoeftebevrediging bepaalt de motivatie
- 3 basisbehoeften:
Autonomie keuze vrijheid
Verbondenheid deel uitmaken van een team, lief hebben en geliefd zijn
Competentie impact hebben, vaardigheden leren
- Kan gemeten worden: Work-related Basic Need Satisfaction scale
Soorten motivatie
- Amotivatie: geen motivatie
- Extrinsieke motivatie:
Controlled motivation (wordt gecontroleerd van buitenaf)
External voorkomen om gestraft te worden of het doen om een beloning te krijgen.
Introjection hetzelfde als external maar bij deze vorm van motivatie gaan de
externe factoren jezelf iets aan (je schaamt je als je iets niet doet, of het geeft je een
goed gevoel als je het wel doet), dus meer interne externe factoren.
Autonomous motivation (je wordt vanuit jezelf aangezet tot bepaald gedrag)
Identification je doet iets omdat je het belangrijk vind, het gaat samen met je
normen en waarden.
Integration nog dichter naar jezelf toe, je identificeert je bijna met het gedrag, als
het weg valt, wie ben ik dan nog?
- Intrinsieke motivatie: je doet het omdat je het heel leuk vind om te doen en het interresant
vindt.
Werkverslaafde medewerkers worden vooral gedreven door gecontroleerde motivatie. Werk betrokken
werknemers worden voornamelijk gedreven door autonome motivatie.
Literatuur week 1
, Hoofdstuk 1: Setting the Scene: People at Work
1.2 What we talk about when we talk about work psychology
Werk of arbeid wordt gedefinieerd als doelgerichte en gecoördineerde activiteiten die uitgevoerd
worden in ruil voor iets anders. Er spelen hierbij drie elementen een rol:
1. De activiteiten zijn doelgericht ze worden uitgevoerd om een bepaald resultaat te behalen.
2. De activiteiten zijn gecoördineerd Deze coördinatie is nodig, omdat de doelen niet met
willekeurige activiteiten behaald kunnen worden. Er zijn procedures en richtlijnen nodig om
de taken uit te kunnen voeren.
3. De activiteit wordt uitgevoerd in ruil voor iets anders Mensen stoppen tijd, fysieke en
emotionele moeite in de taak en hier moet iets tegenover staan.
Arbeidspsychologie gaat over de psychologische kant van het werk. Hierbij spelen het gedrag, de
motivaties, gedachtes en emoties van mensen een rol. De arbeidspsychologie houdt zich niet alleen
bezig met de werkgevers, maar ook met de werknemers. Het is gericht op de gezondheid en het
welzijn van de werknemers. Als de gezondheid en het welzijn van werknemers goed zijn, is dit ook
goed voor de productiviteit van het bedrijf.
- De huidige arbeidspsychologie is gericht op de duurzame prestaties (employee sustainable
performance) van werknemers: wat draait om het maximaliseren van zowel werkprestaties als
de gezondheid en het welzijn van werknemers.
Arbeidspsychologie heeft veel raakvlakken met organisatiepsychologie en personeelspsychologie,
maar arbeidspsychologie richt zich vooral op de taken die uit het werk voortkomen. Het gaat hier om
de specifieke taken die volbracht moeten worden om een doel te bereiken. De organisatiepsychologie
bestudeert daarentegen vooral de werkomgeving en de personeelspsychologie bestudeert vooral
bepaalde kenmerken van personeel.
1.3 What do we mean when we talk about workers?
Werknemers zijn een zeer heterogene groep en daardoor lastig te definiëren. De
wereldberoepsbevolking, ook wel de economisch actieve populatie genoemd, bestaat uit alle mensen
vanaf 15 jaar oud die arbeid inbrengen voor productie van goederen en diensten in een bepaalde
periode. Dit is de definitie van de International Labour Organization (ILO), waarbij werklozen ook tot
de wereldberoepsbevolking worden gerekend maar huisvrouwen en huismannen niet.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie sectoren van werk: de landbouw, de industrie en de
dienstensector.
- In de westerse wereld en bepaalde Aziatische landen is de dienstensector nu het grootst, maar
bijvoorbeeld in Afrika blijft agricultuur veruit de grootste sector.
- Wereldwijd is de landbouwsector de op een na grootste bron van werkgelegenheid.
Onderzoek in de arbeidspsychologie wordt vooral uitgevoerd bij de mensen in middel en hogere
opleidingsgroepen afkomstig uit de etnische meerderheid van een westerse samenleving. Door deze
vertekening (selection bias) is het onderzoek erg beperkt en worden er dingen over het hoofd gezien
als de resultaten worden gegeneraliseerd naar de gehele populatie. Daarnaast worden belangrijke
gebeurtenissen genegeerd bij de populatie laag opgeleiden en kan er niet gekeken worden naar de
daadwerkelijke invloed die arbeid heeft op het leven van mensen.
1.4 The meaning of working
Uit onderzoek naar de kwaliteit van leven van werklozen en werknemers, blijkt dat de werknemers
meestal aanzienlijker gelukkiger zijn. niveaus van zelfmoord, sterfte, angst, depressie zijn meestal
hoger bij werklozen dan bij werkende mensen. Blijkbaar draagt het hebben van een baan positief bij
aan de gezondheid en het welzijn van mensen.