Nederlands tw1, literaire geschiedenis en max havelaar
Middeleeuwen (500-1500) —> renaissance (1500-1700) —> verlichting (1700-1800) —> romantiek
(1800-1880) en realisme (1850-1880)
De verlichting:
Een periode in de 18e eeuw waar het gevoel ontstond dat de wereld langzaam maar zeker duidelijk,
helder, verlicht werd. (sommige ideeen uit die tijd worden nog steeds als ideaal gezien in sommige
Westerse landen)
- Inzichten uit renaissance werden verder ontwikkeld
- Bloei van van natuurwetenschap:
• Empirisme = men was niet alleen meer gefocust op wat de kerk zei of wat men van
vroeger mee kreeg maar men ging onderzoeken hoe de wereld in elkaar zat à dit
leidde tot nieuwe inzichten, men kreeg de ingeving dat via menselijk ratio (het
verstand) alles was op te lossen à rationalisme
• Ontdekkingen in natuurkunde, astronomie en biologie
- Op religieus gebied:
• Veel mensen hielden deisme aan = er bestond wel zoiets als een opperwezen maar
het vereren daarvan was zinloos à tolerantie ontstond, iedereen mocht denken en
geloven wat hij of zij wou
- Op politiek/economisch gebied:
• Trias politica ontstond, men wilde meer vrijheid op economisch terrein à
liberalisme = de overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de economie
- Op gebied van de samenleving:
• Men werd optimistisch = de mens is goed en verkeerd gedrag komt voort uit gebrek
van kennis van het goede, leert men het goede, dan zal hij ook zo handelen (vandaar
het grote belang van onderwijs en opvoeding, ze hadden het idee van een ‘maakbare
samenleving’)
De romantiek:
Een periode van 1800 tot 1880 waarin gevoeligheid, verbeeldingskracht en individualisme op de
eerste plaats stonden, deze periode heeft een grote invloed gehad op de geschiedenis, de eisen van
kunst zijn nog steeds originaliteit en individuele gevoelens en gedachtes zijn ook nog steeds
belangrijk
- Kunst moest origineel zijn
- Natuur = centraal, de natuur moest in de werken van de romantische kunst voorkomen als
de wilde onaangetaste natuur en niet de door de mens geordende natuur
- Wetenschappelijk kwam ook interesse voor eht ‘natuurlijke’, doordat de bestudering van
andere culturen ontstond = volkenkunde/etnologie, de kennis van vreemde/exotische talen.
Waardoor ook de volkskunde ontstond, de kennis van eigen taal en dialect
- Literatuur werd verder ontwikkeld, teksten werden vertaald en verhalen werden geschreven
- De muziek en het werk van eerdere componisten werd herboren
, Verlichting Romantiek
- Het gevoel dat ontstond dat de wereld - Een periode waarin gevoeligheid,
langzaam maar zeker duidelijk, helder, verbeeldingskracht en individualisme op eerste
verlicht werd plaats stonden
- Verstand (rationalisme) - gevoel
- Didactisch (publieksgericht) - Lyrisch (expressie van de kunstenaar)
- Over het hier en nu/realistisch - Vluchten uit het hier en nu (escapisme)
- Kunstenaars als opvoeders - Kunstenaars als bohémiens/nonconformisten
(kwamen in opstand, mensen passen zich niet
aan)
- Grote invloed op maatschappij: alle - Grote invloed op de kunst: huidige visie op
ideeën verwezenlijkt en worden nog kunst stamt af uit deze tijd, de individuele
steeds als ideaal gezien kunstenaar en zijn gevoel staat voorop
Kenmerken romatische literatuur:
- Lyrisch: individuele expressie van gevoelens
- Weltschmerz: onvrede met eigen tijd, en het bestaan in algemeen
- Sehnsucht: romantische verlangen naar het onbereikbare geluk, zoals bvb ideale liefde
- Contrasterende emoties
- Escapisme: vluchten uit het hier en nu
- Natuur staat centraal
in 1850 ontstond de stroming realisme, wat stond voor:
- Dat de dagelijkse realiteit objectief wordt weergegeven
- Een stroming in literaire en schilder kunst
- Een reactie op het liefelijke/ fantastische, dit wilden ze niet
Hoe dachten romantische kunstenaars over creativiteit?
Ze dachten dat er achter de zichtbare werkelijkheid nog een onzichtbare was, dit werd aangeduid
met ‘goddelijke’ of ‘oneindige’, alles wat gebeurt heeft een natuurlijke verklaring, er bestaan geen
wonderen en toevalligheden (de kerk was bang dat dit idee haar gezag aantastte).
Er ontstonden in de Romantiek nieuwe romangenres:
Historische romans, griezelromans/horror, science-fiction, detectiveverhaal en cultuur sprookjes
Welke genres werden populair?
Satire, utopische romans, robinsade, imaginaire reisverhaal, encyclopedie, tijdschrift
Thema’s in de romantiek:
- Middeleeuwen
- Natuur
- Irrationele angsten (duisternis, monsters en afwijkingen)
3 controversiële ideeën spinoza:
- Vrijheid van meningsuiting (machthebbers waren niet gediend van invloed van het volk)
- Godsdienstvrijheid (machthebbers waren daar niet blij mee, omdat zij dachten dat de bijbel
ervoor zorgde dat mensen zich goed gingen gedragen)
- Goddeloosheid ( god is geen bovennatuurlijk wezen, maar valt samen. Alles wat gebeurt
heeft een natuurlijke verklaring, er bestaan geen wonderen en geen toevalligheden. (de kerk was al
bang dat dit idee haar gezag aantastte))