100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Insolventierecht €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Insolventierecht

 169 keer bekeken  7 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van 86 pagina's

Voorbeeld 4 van de 90  pagina's

  • Onbekend
  • 27 oktober 2018
  • 90
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
gabyschildknegt
Samenvatting insolventierecht

Leereenheid 1 Financiële problemen – informele oplossingen

R.D. Vriesendorp hoofdstuk 2
Twee redenen van wanprestatie betalen 
1. betalingsonwil = hij wil niet betalen; reguliere incassomiddelen staan schuldeiser ten
diensten.
2. betalingsonmacht = hij kan niet betalen

Soort schuldenaar 
- rechtspersoon of natuurlijk persoon met een onderneming 
- particulier zonder onderneming, beroep of bedrijf 
Dit onderscheid valt niet samen met het verschil tussen rechtspersonen en natuurlijk
personen, maar is gebaseerd op financieel-economische overwegingen.

Rentabiliteit  de verhouding tussen de winst en het vermogen van een onderneming. Een
eerste signaal dat het niet goed gaat met de onderneming is als de rentabiliteit onvoldoende
is. Rentabiliteit is bv. laag als voor € 100.000,- aan nieuwe machines worden gekocht en de
verwachte groei van de onderneming uitblijft waardoor er verlies wordt geleden. Het verlies
wordt afgeboekt op de reserves.
Liquiditeit  de mogelijkheden om uit liquide middelen de (kort lopende) opeisbare
schulden te betalen. Bv. als vlottende activa lager is dan kortlopende schulden.
Solvabiliteit  Verhouding van het eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen
(balans totaal). Bij een positief saldo zijn de bezittingen groter dan de schulden.
Problemen op deze drie terreinen horen voor de schuldenaar waarschuwingen te zijn om
actie te ondernemen.

Hoe kun je het eigen vermogen van een onderneming verhogen 
- door nieuwe aandelen uit te geven
- storting van agio door aandeelhouder  bedrag boven de nominale waarde van het
aandeel)
- aandeelhouder verstrekt achtergestelde lening

Uitwegen van de financiële moeilijkheden 
- liquidatie = bij liquidatie wordt de onderneming gestaakt en heeft schuldenaar vooral
behoefte aan een goede verkoper van de activa. Bij een eenmanszaak is dit de enige
mogelijkheid. Bij een rechtspersoon kan degene die de zeggenschap uitoefent
(aandeelhouder) ook besluiten om zijn (aandelen)belang te liquideren door de
rechtspersoon te ontbinden of zijn aandelen te verkopen.
- continuering = bij continuering zal in overleg met de betrokkenen de
bedrijfsorganisatie en het bedrijfsproces tegen het licht moeten worden gehouden,
kostenbesparingen moeten worden doorgevoerd en andere maatregelen worden
getroffen om de liquiditeit en uiteindelijk de solvabiliteit en rentabiliteit te verbeteren.
- reorganisatie = meestal is het een combinatie van de voornoemde twee. het
onrendabele deel van de activiteiten wordt afgesloten en het levensvatbare gedeelte
kritisch doorgelicht om te tot een succesvolle reorganisatie te komen.


1

,Slechte financiële situatie particulier  drie fasen met verschillende actoren:
1. schuldenaar en schuldeisers lossen het samen (zonder overheidsinmenging) vrijwillig
op  de schuldeiser neemt zijn toevlucht in de middelen van het burgerlijk
(proces)recht hem bieden: van ingebrekestelling tot executoriaal beslag, waarna hij
uit de opbrengst wordt voldaan. Al gauw zullen steeds meer schuldeisers hun positie
veilig willen stellen. De schuldenaar zal in dat geval in overleg moeten treden om op
zoek te gaan naar oplossingen, waarbij diverse leerstukken van burgerlijk recht de
revue passeren, zoals contractvrijheid, (afgebroken) o9dnerhandelingen, afstand van
recht en (vaststellings)overeenkomst.
2. schuldenaar en schuldeisers lossen het met rechterlijke interventie samen op  er is
sprake van een incidentele rechterlijke interventie. De rechter wordt aangezocht om
partijen tot een succesvolle reorganisatie van het vermogen van de schuldenaar te
brengen, waardoor misschien wel ene bevredigende oplossing wordt bereikt.
3. schuldenaar en schuldeisers aan de zijlijn of volledig op de achtergrond; na
rechterlijke interventie bemoeit een derde zich met de boedel  indien de
schuldenaar en schuldeisers na de rechterlijke interventie niet tot overeenstemming
zijn gekomen, komt deze fase aan bod. in deze fase wordt de schuldenaar in steeds
mindere mate de ruimte gelasten zijn vermogen te beheren en hierover te
beschikken. Ook de schuldeisers merken dan steeds meer beperkingen in de
uitoefening van hun rechten. De derde fase vormt de laatste stap in het tot dan toe
mislukte proces om sch7uldenaar en schuldeiser vrijwillig tot overeenstemming te
laten komen.

R.D. Vriesendorp hoofdstuk 3
Informele reorganisatie  als de schuldeisers bereid zijn met de schuldenaar over de
bestaande schulden te spreken, dan streven zij naar een voor ieder aanvaardbare
oplossing.
Mogelijkheden
Kwijtschelden vordering  Met volledige kwijtschelding gaan schuldeisers veelal niet
akkoord. Partiële kwijtschelding ligt meer voor de hand. Deze methode van schuldsanering
kan zich in verschillende gedaanten voordoen: de schuldeiser kan genoegen nemen met
een bepaald percentage van zijn vordering of er kan sprake zijn van een gestaffelde
voldoening, bv. dat ieder schuldeiser het eerste gedeelte van zijn vordering volledig krijgt
uitbetaald en de gedeeltes daarboven in telkens afnemende mate.
Debt for equity swap Als de schuldeiser zijn vordering niet wil kwijtschelden is dit een
mogelijkheid. Het is een regeling waarbij de rechtspersoon/ondernemer met zijn
schuldeisers overeenkomst dat deze hun vorderingen omzetten in aandelenkapitaal. Op
deze wijze verbetert zowel de liquiditeits- als solvabiliteitspositie en bovendien kunnen de
schuldeisers door die omzetting profiteren van toekomstige koersstijgingen als de
herstructurering tot een succes leidt. Deze stap vereist wel medewerking van de bestaande
aandeelhouders, omdat hun belang verwatert door de omzetting waardoor het aantal
aandelen immers toeneemt.
Voor de natuurlijk persoon is dit geen optie en kan dit doel alleen bereikt orden door
kwijtschelding van de schuld wat kan worden gezien als inbreng van dat bedrag in het
vermogen van de persoon/eenmanszaak.




2

,Niet kwijtschelden of omzetten  Als een schuldeiser zijn vordering niet wil kwijtschelden
of omzetten dan kan de schuldenaar proberen de schuldeiser bereid te krijgen om de inning
van zijn vordering een tijde op te schorten. Dit heeft geen gevolgen voor de solvabiliteit maar
wel voor de liquiditeit, waarmee in ieder geval een adempauze wordt gecreëerd. Een ander
alternatief is om bv. in langere termijnen kleine bedragen te betalen.
Voordeel schuldeisers van voornoemde mogelijkheden  van een kale kip kun je niets
plukken. De schuldeiser is gebaat bij de daadwerkelijke betaling van althans een deel van
zijn vordering.

Onderhandelingen  in theorie kan de schuldenaar – gezien de contractvrijheid – met
iedere schuldeiser afzonderlijk verschillende afspraken maken. Het beginsel van gelijkheid
van schuldeisers (paritas creditorum) speelt in deze fase formeel geen rol. Toch zal de
schuldenaar eerder kiezen voor één lijn. dit is minder verwarrend, en beperkt het risico at
schuldeisers later hun kwijtschelding herroepen of vernietigen wegens dwaling of bedrog.

Onderhands akkoord Van een onderhands akkoord is sprake wanneer een schuldenaar
erin slaagt om zijn schuldeisers ertoe te bewegen (een gedeelte van) hun vorderingen in te
trekken of kwijt te schelden. Een dergelijke afspraak wordt vrijwillig gemaakt en vastgelegd
in een vaststellingsovereenkomst.

Totstandkoming van het onderhands akkoord  als de schuldenaar erin slaagt om de
schuldeisers over de streep te trekken en de schuldeisers uiteindelijk (een deel van) hun
vordering intrekken of kwijtschelden, is er sprake van een onderhands akkoord. Er kan een
vaststellingsovereenkomst worden opgesteld.

Natuurlijke personen  voor de sanering van bestaande schulden zijn er in de praktijk
ruwweg twee wegen te bewandelen:
1. de schuldbemiddelaar bemiddelt met de scullende schuldeisers , waarbij hij probeert
tot afspraken en betalingsregelingen te komen.
2. de schuldhulpverleningsinstellingen zijn actief met het aanbieden van een
saneringskrediet. Hierbij vindt een inwisseling van de verschillende schuldeisers
plaats door de schuldenaar tegen de gemeente die hem het krediet verstrekt om een
deel van de schulden aan zijn schuldeisers te betalen. Voor de schuldeisers kan het
aantrekkelijker zijn om zo een deel van hun vordering direct voldaan te krijgen en de
rest af te schrijven. Anders moet men lange tijd nog maar afwachten of de
schuldenaar zijn betalingsregeling nakomt, met alle bijkomende administratie- en
incassokosten.

Gevolgen onderhands akkoord  de rechtsverhouding tussen schuldenaar en
schuldeisers die daaraan deelnemen wordt ingekleurd door de nadere afspraken die partijen
hebben gemaakt. Het onderhands akkoord bindt slechts de schuldeisers die daarbij partij
zijn.

Voordelen onderhands akkoord 
- Grote makte van flexibiliteit. Zowel de wijze van totstandkoming als de inhoud en de
vormgeving van het akkoord zijn vormvrij.




3

, - Door het ontbreken van een insolventieprocedure voorkomen partijen bovendien
publiciteit over de financieel penibele situatie waarin de schuldenaar verkeert.
- Aangezien partijen weten dat zij snel tot een oplossing moeten komen, omdat anders
een formele insolventieprocedure onontkoombaar kan blijken te zijn, leert de
tijdsdruk voor alle partijen snel duidelijkheid op.
- Bestaande overeenkomsten komen niet te vervallen als dit akkoord gekoppeld is aan
een insolventieprocedure. Dit geldt ook voor vergunningen en licenties.

Complicaties en nadelen onderhands akkoord 
- Vormt hindernis voor een succesvolle herstructurering van de schuldpositie van de
schuldenaar. Schuldeiser kan er namelijk voor kiezen om niet mee te doen aan de
onderhandelingen om tot een oplossing van de financiële problemen van de
schuldenaar te komen.
- Schuldeisers met een sterke positie, bv. omdat zij een zekerheidsrecht hebben of
hun vordering bevoorrecht is, laten plaats aan de onderhandelingstafel vaak leeg
omdat zij weten dat zij in een insolventieprocedure (grote) kans hebben toch aan hun
treken te komen.

Succesvolle informele reorganisatie heeft een aantal belangrijke elementen 
1. alle (belangrijke) schuldeisers meten aan tafel zitten;
2. de suleisers moeten allemaal transparant en gelijkwaardig behandeld worden;
3. de schuldeisers moeten uiteindelijk allemaal instemmen met het akkoord;
4. tussentijdse executiemaatregelen door individuele schuldeisers moet uitblijven.

3:296 BW Schuldenaar kan op verlangen van de schuldeiser door de rechter tot betaling
worden veroordeeld als hij daarin nalatig is.
3:276 BW  schuldenaar staat met zijn hele vermogen in voor het verhaal door de
schuldeiser.

Het recht biedt de schuldenaar een aantal mogelijkheden om een schuldeiser te
verhinderen tot incasso of executie over te gaan en hem te binden aan een
onderhands akkoord  Hiervoor is rechterlijke interventie vereist. Dit is in feite de
volgende fase in het reorganisatieproces.

Grondslag voor rechterlijke interventie twee formeel naast elkaar staande grondlagen,
zijn de leerstukken:
- Redelijkheid en billijkheid = schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich jegens
elkaar overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid te gedragen (6:2 BW).
Vloeit de vordering van de schuldeiser voort uit een overeenkomst met schuldenaar,
dan kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid tot gevolg hebben dat een
schuldeiser zijn vordering niet ten koste van alles kan doorzetten (6:248 BW).
- misbruik van bevoegdheid = deze grondslag heeft te maken met de begrenzing in de
uitoefening van iedere bevoegdheid: zo mag de schuldeiser nakoming van zijn
vordering op de schuldenaar niet afdwingen met uitsluitend het doel de schuldenaar
te schaden. Voorts mag hij de daarop gebaseerde rechten niet aanwenden voor een
ander doel dan waarvoor zij zijn verleend of met de uitoefening van die rechten de




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gabyschildknegt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  7x  verkocht
  • (0)
  Kopen