College 1 Hoofdstuk 1 t/m 3.15 en hoofdstuk 6.7 bestuderen
Drie insolventieprocedures:
1. Faillissement (faillissementswet 1893, dwingend recht)
2. Surseance van betaling
3. Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
Het faillissement beoogt verdeling door de curator van het vermogen van de schuldenaar onder diens
gezamenlijke schuldeisers.
Art. 3:276 en 3:277 BW is de basis voor het verhaalsrecht. Bij meerdere schuldeisers, hebben alle
schuldeisers een gelijk recht tenzij er bepaalde schuldeisers zijn die mogen voordringen o.g.v. art.
3:278 lid 1 BW: pand, hypotheek (zekerheidsrechten). Daarnaast ook voorrechten (preferenties). In
de Invorderingswet staan bijzondere wetten opgenomen met bepalingen over voorrechten. Er moet
dus een wettelijke basis zijn om een preferent schuldeiser te zijn, zo niet? Dan ben je een concurrent
schuldeiser.
Schuldeisers die misschien wel preferent zijn, kunnen achter het net vissen wanneer een niet-
preferente schuldeiser al beslag heeft gelegd. Om dit te voorkomen is Paritas Creditorum (art. 3:277
lid 1 BW) in het leven geroepen. Schuldeisers worden op die manier tegen elkaar beschermd.
Paritas Creditorum (gelijkheid van schuldeisers)= er moet een procedure komen waarbij de goederen
van de schuldenaar ordelijk worden uitgewonnen, er moet bescherming zijn tegen oplichting en
vervolgens kan de opbrengst worden uitgedeeld aan de schuldeisers. Belangen van maatschappelijke
aard moeten in het oog worden gehouden.
De faillietverklaring
Je bent pas failliet als de rechter in een vonnis heeft uitgesproken dat je failliet bent.
Wie kan failliet worden verklaard?
Natuurlijke personen. Zie art. 1 Fw;
Personenvennootschappen met afgescheiden vermogen;
Privaatrechtelijke rechtspersonen;
Wellicht publiekrechtelijke rechtspersonen.
Verzoeken tot faillissement door:
De schuldenaar (natuurlijke- en rechtspersonen) zelf (art. 1 Fw);
Een van de schuldeisers (art. 6 lid 3 Fw). Ook zonder vonnis kan dit worden verzocht. Er
dient dan voldoende belang te zijn (art. 3:303 BW) en er mag geen misbruik van recht worden
gemaakt (art. 3:13 BW);
Het Openbaar Ministerie kan dit om redenen van algemeen belang, fraudebestrijding.
De aanvraag
Vereisten voor aanvraag
Openstaande rekeningen worden niet meer betaald zonder juridisch geldige reden (art. 1 Fw);
Er zijn meerdere schuldeisers (pluraliteit).
Inhoud vonnis
Faillissement uitgesproken en tijdstip;
Benoeming curator en rechter-commissaris;
Postblokkade en last tot openen post (briefgeheim wordt daarmee niet geschonden);
Uitvoerbaar bij voorraad; ondanks dat er een rechtsmiddel (bijv. verzet, hoger beroep) is
ingezet, is het vonnis toch uitvoerbaar.
Rechtsmiddel
Tegen faillietverklaring kan verzet (art. 8 Fw), hoger beroep (art. 9 Fw) of derdenverzet (art. 10 Fw)
worden aangetekend. LET OP! Zeer korte termijnen, 8 bij hoger beroep en 14 dagen bij verzet.
Betrokkenen
, De schuldenaar; blijft handelingsbekwaam maar verliest zeggenschap over zijn vermogen
(beheersbevoegdheid, beschikkingsbevoegdheid);
De schuldeisers; hebben weinig bevoegdheden en moeten afwachten, zitten in onzekerheid
over betaling van de schulden.
Moet je dan meedoen of niet? Een verbintenis moet afdwingbaar zijn. art. 6:3 BW: natuurlijke
verbintenis. Pandhouders, hypotheekhouders zijn separatisten en kunnen het faillissement
negeren, art. 57 lid 1 Fw;
Andere belanghebbenden: echtgenoot, werknemers, etc.;
Professioneel betrokkenen: curator/bewindvoerder, rechter-commissaris, rechtbank;
Faillissement als werkproces
Fase 1 = verificatiefase of de beheerfase
Fase 2 = de staat van insolventie, art. 173 lid 1 BW (vereffeningsfase)
In de praktijk begint de curator met verkopen van goederen. Meestal is er niks, in dat geval wordt het
faillissement opgeheven.
Om het werkproces goed te kunnen uitvoeren, wordt er een fixatie van het vermogen ingelast/
algeheel faillissementsbeslag op het geheel vermogen/ de boedel (art. 20 Fw). Schuldeisers kunnen
zich dan even niet verhalen op het vermogen. De curator is belast met beheer en vereffening van
vermogen (art. 68 Fw) en schuldenaar verliest daarmee beschikking en beheer (art. 23 Fw). Wanneer
er al beslagen zijn gelegd, komen deze te vervallen (art. 33 Fw). Het verduisteren van spullen door de
schuldenaar mag niet, dit is strafbaar o.g.v. art. 321 Sr!
Curator kan doorstart willen beproeven. Om te voorkomen dat de separatisten overgaan tot verkoop of
veiling van goederen, kan de R-C een afkoelingsperiode inlassen (art. 63a – 63e Fw). Soms wordt de
afkoelingsperiode al meteen door de rechtbank uitgesproken in het vonnis. Deze periode duurt twee
maanden, met een max. verlenging van twee maanden. Alle betrokkenen die goederen hebben of een
recht hebben op goederen, kunnen hun recht niet uitoefenen tenzij de R-C toestemming heeft
gegeven.
College 2 Hoofdstuk 4.5, 7, 8 en 9.1 t/m 9.7 bestuderen
Verplicht arrest: Prakke/Gips
Hoofdregel = het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de
faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft (art. 20 Fw).
De civiele procedures die tijdens een faillissement spelen, kunnen als volgt worden ingedeeld:
1. Persoonlijke procedures
2. Boedelprocedures
3. Betalingsprocedures
Bevoegdheden rechter-commissaris (R-C)
Houdt toezicht op beheer en vereffening van de boedel (art. 64 Fw);
Geeft toestemming voor bepaalde rechtshandelingen aan de curator (art. 68 lid 3 Fw)
bijvoorbeeld voor het ontslaan van werknemers;
Geeft toestemming om failliete onderneming voort te zetten (art. 98 Fw);
De rechtbank informeren (art. 65 Fw);
Horen van getuigen of deskundigen (art. 66 Fw);
Leiden van vergaderingen (art. 80 Fw).
Bevoegdheden curator
Beheer en vereffenen van de boedel, behouden, liquideren en uitdelen van het vermogen van
de gefailleerde (art. 68 Fw);
Behartigen van belangen van maatschappelijke aard, soms zelfs voorrang boven belangen
van schuldeisers (HR 19-04-1996, NJ 1996, 727, Maclou arrest);
Openen van post (art. 14 Fw);