Hersenen & Gedrag
Leervragen
Britt Henneken
Leervragen: Hersenwerk hoofdstuk 1 en Fundamenten hoofdstuk 2
1, Noem voorbeelden die erop wijzen dat er zich meerdere processen in de hersenen
afspelen en dat we ons lang niet van al deze processen bewust zijn.
Er bestaat een relatie tussen de hersenen en de gedragingen, emoties, gevoelens en
gedachten van een mens. De hersenen zijn een complex systeem dat bestaat uit neuronen
die altijd actief zijn.
2, Wat wordt bedoeld met witte stof en grijze stof?
Grijze cellen zie je vanaf de buitenkant van het brein, de witte cellen zitten daarin. Witte
stof zorgt voor informatieoverdracht en grijze stof zorgt voor informatieverwerking.
3, Welke twee typen hersencellen worden onderscheiden?
We onderscheiden de neuronen (grijze stof) en gliacellen (witte stof).
4, Welke functies hebben hersencellen zoal?
De functie van neuronen is om zintuiglijke, motorische en intraneurale informatie over te
dragen. Gliacellen zijn hun steuncellen. Zij zorgen voor structuur, stevigheid, de aanvoer
van voedingsstofen, het opruimen van afval, de isolatie van axonen door myeline, het
wijzen van de weg, de vorming van de bloedhersenbarrière en zijn de bufer.
5, Wat zijn de uitgangspunten van de biologische psychologie?
- Al bij de conceptie wordt het DNA en dus een groot deel van de
gedragsmogelijkheden van de mens bepaalt.
- Gedrag, gedachten, emoties en hangen samen met biologische processen in het
lichaam. Gedrag kan hierdoor beïnvloed worden door virussen, erfelijke
aandoeningen, een celafwijking of hormonen.
- De hersenen zijn het belangrijkste orgaan als het gaat om het sturen van gedrag,
gedachten en emoties.
- De mens is een uitkomst van de evolutie. Ons gedrag kan verklaard worden door het
plaatsen binnen deze evolutie.
6, Wat zijn de uitgangspunten van de evolutiepsychologie?
- Hersenen zijn (net als alle andere onderdelen van het lichaam) de uitkomst van een
evolutionair proces.
- Daaruit volgt dat, ook al is iedereen uniek, ieders geest ook kenmerken heeft die
terug te vinden zijn bij alle andere mensen. Deze worden door middel van
natuurlijke selectie (Darwins theorie) doorgegeven van generatie op generatie
omdat ze helpen bij overleving en voortplanting.
- Deze universele kenmerken van de menselijke geest, psychologische adaptaties
(aanpassingen) genoemd, zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkheden (die in
theorie oneindig zijn) gereduceerd worden tot een beperkt aantal acties.
- Psychologische adaptaties zijn talrijk, verlopen snel, automatisch en onbewust
(voorbeeld van het zakmes). Denk bijvoorbeeld aan snel en gepast reageren op
bijvoorbeeld een slang of een mogelijk ontrouwe partner.
- In de hersenen blijken allerlei functies die wij als één geheel beschouwen, te zijn
opgebouwd uit meerdere deelprocessen.
7, Wat is het verschil tussen natuurlijke en seksuele selectie?
Natuurlijke selectie houdt in dat alleen de ftste en best aangepaste dieren/mensen
overleven. Zwakkere soorten zullen hierdoor uitsterven, zij zijn niet sterk genoeg.
Bij seksuele selectie worden toch ook niet zulke handige eigenschap doorgegeven en die
,blijven dus ook bestaan. Dit omdat deze aantrekkelijk worden bevonden door het andere
geslacht en zij dus nakomelingen zullen krijgen. Hierdoor blijven de onhandige
eigenschappen voortbestaan.
Het verschil tussen natuurlijke en seksuele selectie is dat het eerste uitgaat van de perfecte
in zijn soort en dat bij de tweede ook de dieren met minder handige eigenschappen
overleven.
8, Wat is een adaptatie?
Adaptatie betekent letterlijk aanpassing. Dit zorgt ervoor dat gedragsmogelijkheden (die in
theorie oneindig zijn) gereduceerd worden tot een beperkt aantal acties.
9, Wat betekent het woord ‘ft’ in ‘survival of the fttest’?
Survival of the fttest houdt natuurlijke selectie in. Bij dit proces overleven alleen de soorten
met de beste eigenschappen. Fit betekent dus in dit geval beste of slimste of gezondste en
dus meest passend in die levensvorm. Want alleen dat mannetje of vrouwtje past zich beter
aan en krijgen dus ook betere en gezondere nakomelingen.
10, Wat is ‘seksueel dimorfsme’ en wat is de verklaring ervoor?
Seksueel dimorfsme is het verschil tussen mannen en vrouwen in seksuele selectie. Dit
houdt in dat het uiterlijk en gedrag van mannen meer gevoelig zijn voor seksuele selectie
dan vrouwen. Dit heeft te maken met de hoeveelheid tijd en energie mannen en vrouwen in
het nageslacht stoppen.
11, Welke vier vragen stelt men in de ethologie bij het onderzoek naar de adaptieve
waarden van het gedrag van dieren? Pas ze toe op een zelfgekozen voorbeeld.
- Wat is de directe oorzaak van gedrag?
- Hoe ontwikkelt gedrag zich tijdens het leven van een organisme?
- Wat is de functie van het gedrag voor de overleving?
- Wat is de evolutionaire geschiedenis van gedrag?
De beweging van moedereend roept het gedrag op. Na een aantal maanden neemt dit
gedrag af. Het gedrag zorgt ervoor dat ze dicht bij de moeder blijven, waardoor ze een
grotere overlevingskans hebben. Hetzelfde gedrag is terug te zien bij andere vogelsoorten
die een gemeenschappelijke voorouder hebben met de eend. (Dit is een voorbeeld uit het
boek op bladzijde 78)
12, Wat betekent ‘inclusive ftness’?
Dit idee van Bill Hamilton zegt dat evolutie (evolutietheorie van Darwin) draait om het
directe, eigen succes wat betreft voortplanting. Iemand met vijf kinderen heeft een grotere
ftness dan iemand met twee kinderen. Inclusive ftness is dus de som van het reproductieve
succes (klassieke ftness) van een individu én de efecten van het gedrag van dit individu op
het reproductieve succes van genetische verwanten.
13, In het boek noemt men ‘cumulatieve cultuur’ en ‘shared intentionality’ als
kenmerkend voor mensen. Mee eens? Zie je nog andere verschillen tussen mens en dier?
Cumulatieve cultuur houdt in dat we niet alleen dingen van elkaar overnemen, maar ook
verbetering aanbrengen in wat we van elkaar leren. Shared intentionality betekent dat om
gezamenlijk een doel te bereiken, de mens bereid is om de beloning te delen. Hierdoor
wordt samenwerken makkelijker en aangenamer.
Ik ben het wel eens met de cumulatieve cultuur, maar ik denk niet dat ieder mens bereid is
de beloning te delen en dus samen te werken, zoals bij shared intentionality.
14, Welke kritiekpunten op de evolutionaire psychologie worden in het boek genoemd?
- Kritiek op de massive-modularity-hypothese. Die zou een star beeld van de
menselijke psyche weergeven, alsof ons gedrag hoofdzakelijk wordt bepaald door
aangeboren instincten. (blz. 86).
, - Het is haast onmogelijk om een evolutionair psychologische hypothese te toetsen.
(blz. 86-87). Het is soms lastig om voor een evolutionaire verklaring bewijs te
vinden.
- De evolutionaire psychologie zou (volgens Steven en Hillary Rose) een politieke
agenda hebben. Het zou seksistisch zijn, omdat er onderzoek gedaan wordt naar
sekseverschillen. (blz. 87).
- De evolutionaire psychologie zou te veel nadruk leggen op een eenzijdige invloed
van genen op ons gedrag. (blz. 88). De relatie tussen genen en gedrag is erg complex.
15, Wat is je eigen mening over de evolutionaire psychologie?
Ik denk niet zozeer dat de evolutionaire psychologie niet juist of fout is, maar ik verwacht
eerder dat het werkt volgens de biologische psychologie.
16, Een paragraaf in dit hoofdstuk heet ‘Het brein als zakmes: uitgangspunten van de
evolutionaire psychologie’. Wat wordt bedoeld met ‘het brein als zakmes’?
De menselijke geest en het brein bevatten psychologische adaptaties, wat voor
aanpassingen staat. Dit betekent dat het brein, net als een zakmes, bruikbaar is voor
meerdere situaties.
Leervragen Hersenwerk hoofdstuk 1 en lespresentatie week 2.
Neurale correlaten
1. Wat bedoelt men met ‘neurale correlaten’ en waarom is het zo moeilijk om deze te
vinden?
Neurale correlaten zijn onderling aan elkaar gerelateerde hersencellen en zenuwen. Het is
lastig om deze correlaten te vinden in de hersenen omdat alle delen van het brein met
elkaar in contact staan. Als je een stimulus uitvoert op gebied 1 en een reactie vindt bij
gebieden 1 3 en 5, dan kan het ook zijn dan 3 en 5 niet reageren vanwege de stimulus maar
omdat 1 met hen communiceert.
2. Wat is makkelijker te vinden denk je: het neurale correlaat van het bewegen van je
armspieren of het neurale correlaat van het geheugen?
Het neurale correlaat van bewegen van de armspieren, omdat daar een zichtbare actie
plaatsvindt na de stimulus. Hierbij kan dus duidelijk aangegeven worden dat de stimulus op
een bepaald deel in de hersenen een beweging van een bepaald lichaamsdeel tot gevolg
heeft.
3. Idem voor het neuraal correlaat van de regulatie van de hartslag of het neurale correlaat
van het ervaren van muziek?
Het vinden van het neuraal correlaat van de regulatie van de hartslag is denk ik lastiger te
vinden omdat het hart ook met het hele lichaam in contact staat. En het ervaren van muziek
gaat via de temporaalkwab dus daar is duidelijker een zone voor aan te wijzen die zou
moeten werken bij een neuraal correlaat voor het ervaren van muziek.
Het zenuwstelsel
1. Van welk onderdeel van het zenuwstelsel maken de hersenen deel uit?
Het brein en de ruggengraat vormen samen het centrale zenuwstelsel.
2. Geef commentaar op de volgende stelling: ‘De hersenen staan in verbinding met je hele
lichaam’.
De hersenen staan in verbinding met het hele lichaam omdat alle informatie die nodig is
om het lichaam te besturen via de hersenen gaat.
3. Wat is het verschil tussen het sympathische en parasympathische zenuwstelsel?
Het sympatische zenuwstelsel gaat over actie en het parasympatische over rust. Deze
laatste zorgt ervoor dat het lichaam kan bijkomen na een activiteit. Beide stelsels zijn altijd