Anatomie,
Weefsels (tissue) = groepen van cellen die hetzelfde uitvoeren
4 weefsels,
Epitheel (epithelial) covering
Bindweefsel (connective) support
Zenuwweefsel (nervous) control
Spierweefsel (muscle) movement
Epitheel (epithelial tissue, epithelium)
Vind je door het hele lijf, wat iets bedekt. Dus de huid, maar ook de buitenkant van een cel.
Kort gezegd de voering van het lijf, de klieren en de bedekking. Doordat epitheel alles bedekt
en beschermt moet het stoffen goed kunnen doorlaten die nodig zijn.
Beschermt (bijv, epitheel van de huid beschermt het lichaam tegen bacterien)
Absorptie ( opname van stoffen ) Binnenkant van bloedvaten wordt bekleed door
epitheel, en die zorgt ervoor dat je bloed kan vervoeren naar weefsel. Zorgt er ook
voor dat de maag bijvoorbeeld voedingsstoffen kan opnemen.
Filtratie, bijv nieren filteren.
Secretie, uitscheiding. Specialiteit van de klieren. Deze scheiden bijvoorbeeld
afvalstoffen uit via zweet.
Het epitheel van de "voering" van bijvoorbeeld de ademhalingsorganen bevatten cilia, cilia
zijn kleine haartjes die bacterien etc van de longen wegveegt. Er zijn ook organen die
absorptie en filtratie kennen zoals de nieren. Deze nemen voedingsstoffen op maar reinigen
ook.
Glandular epithelium (klierachtig epitheel) vormt divers aantal klieren in het lijf.
De vorm van het epitheel past bij de functie die het heeft. Behalve klierachtigepitheel, liggen
de andere soorten cellen van epitheel dicht op elkaar.
Apicale zijde, is waar het epitheel zich afscheid van andere organen. De vrije zijde. Iedere
eenlagig epitheel heeft contact met de apicale zijde en contact met de basaalmembraan
Anchored surface (basal), het verankerde oppervlak van het epitheel rust op basement
membrane ( kelder membraam) . Denk aan het basement membrane als lijm die het epitheel
op zijn plaats houdt.
Epithele cellen krijgen voedingsstoffen van onderliggende bindweefsel, epitheel heeft geen
bloedtoevoer (avascular)
Als epitheelcellen goed worden gevoed herstellen ze zichzelf makkelijk.
Epitheelcellen;
Simple, 1 rij cellen. Cellen staan beide in contact met het basale membraam en de
apicale zijde ( apical surface) eenlagig
Stratified, meerdere rijen cellen op elkaar. meerlagig
3 cel vormen bij Epitheel;
, Platte cel, plaveisel of flattened ( squamous )
Kubus vorm, cube-shaped of kubisch ( cuboidal )
Lange cellen, column-like of cilindrisch ( columnar )
Eenlagig epitheel, heeft een hele dunne laag. Erg geschikt voor stoffen heen en weer
transporteren. Heel dun en teer, weefsel is erg zacht en niet geschikt voor bescherming.
Meerlagig epitheel, heeft dikke laag. Goed voor bescherming zoals bijvoorbeeld de huid. Eelt
is bijvoorbeeld een laag epitheel. Hoe dikker de laag hoe minder geschikt voor stoffen heen
en weer transporten.
De naamgeving van het epitheel wordt verdeeld in twee groepen. Het simple epithelium
( eenlagig epitheel ) en het stratified epithelium ( meerlagig ). Vervolgens beschrijft de naam
de vorm van de cel van het epitheel, is de cel plat dan gebruik je squamous cells (plaveisel
cel epitheel), is de cel kubus achtig dan gebruik je cuboidal cells (kubische cel epitheel), en
wanneer de cel een langgerekte vorm heeft gebruik je columnar cells (cilindrisch epitheel).
"Eenlagig plaveiselcelepitheel" simple squamous cells
Een laag van cellen
Voorkomt dat organen beschadigen, zit een dunne laag van om organen
Binnenkant van bloedvaten
"Eenlagig kubischcelepitheel" simple cuboidal cells
Geschikt voor afvoeren van stoffen ( soort afvoerbuisje )
Zit vaak in klieren
"Eenlagig cilindrisch epitheel" simple columnar cells
Alle cellen staan in contact met het basaalmembraan en staan in contact met de 'open'
ruimte.
Extra bescherming door middel van slijm produceren
Lang gerekte cellen, geschikt om voedsel op te nemen.
Laagje slijm (mucosae), bescherming van bijv. Voedsel en lucht in de luchtpijp.
"Meerrijig cilindrisch epitheel" pseudostratified columnar epithelium
Eenlagig epitheel maar lijkt meerlagig door verschillende hoogtes van de kernen.
Cillia, cilia= de haren aan het epitheel die ervoor zorgen dat het afval naar boven wordt
getransporteerd.
Basale membraan, basement membrane, is de rand van het bindweefsel waar het epitheel
aan vastzit. Het basale membraan zorgt ook voor voedingsstoffen voor het epitheel.
"Meerlagig plaveiselcelepitheel" stratified squamous epithelium
Cellen vormen vaak een kolom.
Cellen bouwen zich van het basale membraan af naar de apicale zijde toe.
Huidschilfers, zijn cellen die ver van het basale membraan af gebouwd zijn.
Zit ook aan de binnenkant van de mond voor bescherming na bijv hard voedsel
, Dient voor bescherming.
"Meerlagig kubisch epitheel" stratified cuboidal epithelium
Bied bescherming
Erg zeldzaam
"Transport epitheel" transitional epithelium
Vaak in de blaas, blaas kan bijvoorbeeld oprekken door dit epitheel
Komt maar in een paar organen voor
Kan mee rekken
Overgangsepitheel, zorgt voor rek dat het niet kapot scheurt.
"Klierweefsel" glandular epithelium
Endocrine klier, lopen bloedvaten doorheen. Maakt hormonen aan. ductless glants?
Exocrine klier, voert stoffen af, zoals bijv zweetklier of melkklier retain their ducts?
Bindweefsel
Bindweefsel bestaat niet alleen uit cellen, maar grotendeels uit niet levend materiaal.
"Soorten bindweefsel"
Fibrous connective tissue, vezelig bindweefsel, vrij hard kraakbeen wat lijkt op bot
Loose connective tissue, los bindweefsel
Blood, bloed
Bone, botten
Cartilage, kraakbeen
Adipose, vet
"Wat doet bindweefsel?"
Bescherming
verbind weefsel met elkaar
Isoleert
Bindweefsel;
Zit bloedvoorziening in, verschilt per bindweefsel.
Pezen en banden hebben een slechte bloedvoorziening waardoor het lang duurt
voordat zij genezen
Bindweefsel met goede doorbloeding herstelt snel, slecht doorbloed geneest langzaam
Kraakbeen is avasculair
Bestaat uit cellen, en extracellulaire matrix (niet levend materiaal) bijvoorbeeld
botten
Fibrous connective tissue
Extracellulaire matrix wordt gemaakt door de kern van bindweefsel.