Journalistieke Cultuur in eeeerlane
Hoofestuk 1: Journalistieke cultuur in eeeerlane. Een professie tussen tradite en toekomst – Jo
Bareoel en Huub Wijfes
Opbouw van een professionele staneaare, 1850-1918
De langer bestaande pers groeit dankzij de technologie van de industriële revolute uit tot
massamedium en de journalistek tot afzonderlijk beroep.
Franse benadering -> quasi-literair en pluriformiteit
Angelsaksische benadering -> kritsche benadering ook centraal, maar smaak van het publiek in hoge
mate richtnggevend.
De journalistek zelf was in beide opvatngen het meest gebaat bij een beroepsmatg handelen
vanuit transparante routnes en conventes bij het garen, selecteren, presenteren en duiden van
nieuws.
Politiek-maatschappelijke sturin,, 1918-1960
Sterk maatschappelijke oriëntate en afankelijkheid waarin de journalistek vooral het spreekbuis is
van politek-maatschappelijke emancipatebewegingen gekoppeld aan de verzuiling, en waaraan een
sterk sociale verantwoordelijke houding is verbonden.
De autonoom-kritische perioee, 1960-1989
Collecteve emancipatebewegingen maken plaats voor individuele ontplooiing (ontzuiling.. ooliteke
en maatschappelijke ontzuiling -> televisie evident. Tevens aanwijsbaar dat de aansturing vanuit de
politek niet geheel verdween. rr groeide wel een algemene consensus dat in de journalisteke kring
dat de professie een kritsche en onafankelijke macht in politek en samenleving moest zijn die in
het publieke belang opereerde op basis van strikt beroepsgeoriënteerde conventes en normen.
Journalist als onafankelijke intermediair (‘waakhond’.. Symbool: Watergate-afaire. -> Antagonisme
tussen politek en journalistek.
Markt- en publiek,erichtheie, 1989-nu
Nieuwe netwerken en technologische convergente laat de aanbiedersmarkt omslaan in een
vragersmarkt, en de journalist moet zich een plek verwerven op basis van nieuwe
bemiddelingspraktjken en verdienmodellen.
Val van de Muur -> individualisering van de cultuur.
Leidde enerzijds tot een explosie van de populaire journalistek en anderzijds tot een tegenbeweging
als de ‘civiele journalisitek’, die ingaat tegen de atomisering van de samenleving en het nieuwe
‘bowling alone’.
Tot ver in de jaren negentg groeiden de redactes door automatsering werd de journalistek een
gewone kantoorbaan. De komst van de commerciële televisie leidde tot een wereldwijde opererende
24-uurs nieuwsindustrie
Netwerkjournalistek -> Vierde vorm van journalistek:
1. Interactviteit: Accent ligt op zelfediening door de gebruiker.
2. Multmedialiteit: Alle media en plaforms, en lineair en non-lineair mediagebruik
combineren.
, 3. Hypertextualiteit: Door linken en layeren verdwijnt het onderscheid tussen gedrukte en
audiovisuele media. De lezer kan zelf naar believen voor breedte of diepte in de
informatevoorziening kiezen.
4. (A.Synchroniteit: De gebruiker kan naar believen live of uitgesteld ontvangen. Factoren als
tjd, periodiciteit en actualiteit krijgen een andere betekenis.
Industriële journalistek op retour -> zzp’er
In de afgelopen vijfien jaar is een fors deel van de werkgelegenheid verloren gegaan. ren belangrijke
verklarende factor hiervoor is dat de journalistek haar primaat op de nieuwsvoorziening heef
verloren. Internatonale spelers zoals Google en Facebook namen veel van deze functes over, daarbij
geholpen door hun onbeperkte instrumentarium tot tracking en tracing van gebruikers en hun
navenant toenemende aantrekkelijkheid voor adverteerders -> ‘glazen burger’.
,Hoofestuk 2: Beroep: Journalist. Beeldvorming, professionalisering en ethiek – Frank van Vree en
Rachiea Azou,h
Beelevormin,
Ficteve voorstellingen door met name ilms.
Historisch onderzoek:
Jaren vijfig: betrekkelijk laag aanzien
Jaren tachtg: niet veel hogere waardering, tussenposite. Daartegenover stond de journalistek op
een lijst van gewenste beroepen. Journalisten hadden dus een gunstg beeld van zichzelf.
2005: groot vertrouwen in de media
De impliciete waarden en normen in die beeldvorming:
- rerlijk en onpartjdig
- Baseren op grondig, feitelijk onderzoek
- Autonoom
- Maar met oog voor de publieke zaak
Klassieke journalistek
Filosofische en politiek-theoretische beschouwin,en over ee rol van ee meeia in ee eemocratie
De idee dat een democratsche samenleving niet kan bestaan zonder onafankelijke, goed
geïnformeerde media, gaat terug tot de tjd van de Verlichtng en het ontstaan van de vroegmoderne
civil society. Sinds de achtende eeuw zijn vrijheid van spreken en vrijheid van drukpers
onlosmakelijk verbonden met het ideaal van humaniteit en vooruitgang: alleen een vrij en publiek
debat zou immers de waarheid aan het licht brengen en daarmee de burgers het juiste pad naar de
toekomst kunnen wijzen. Habermas -> ‘de liberale idee van de publieke sfeer’.
De verklaring van Bordeaux kwam in een tjd dat de Koude Oorlog op zijn hoogtepunt was – maar
ook bijna ten jaar na de ondergang van het nazisme en fascisme, regimes die de klassieke
journalistek, als splijtzwam in de natonale ‘volksgemeenschap’ met wortel en tak hadden willen
uitroeien. Het was precies die ervaring, verbonden met de barbarij waarin deze regimes de wereld
hadden gestort, die de waardering voor de klassieke, democratsche journalistek hadden versterkt.
‘Geeiensti,e journalistiek’
Journalistek: ‘herdershond van de verzuiling’. Dat de journalistek zich ten tjde van de verzuiling en
bloc gewillig onderwierp aan religieuze en politeke belangen is, kortgezegd, een te simpele
voorstelling van zaken. Wat bij oppervlakkige beschouwing kan worden gezien als gedienstgheid en
volgzaamheid – vooral onder parlementaire en politeke redacteuren en verslaggevers – jegens
partjen, vakbonden en kerken, was in veel gevallen juist een vorm van bewust commitment.
Vroe,e professionaliserin,
Hoe klein de redactonele staf in veel gevallen ook bleef, veranderingen in de dagelijkse journalisteke
praktjk waren niet tegen te houden. Redactes werden in de jaren tussen de wereldoorlogen niet
alleen geconfronteerd met nieuwe technieken. Bij grote kranten voltrokken zich bovendien zowel in
bedrijfsmatg als in journalistek opzicht processen van schaalvergrotng, diferentate en organisate,
die een verdergaande professionalisering bevorderden. oarallel hieraan voltrok zich een aantal
ontwikkelingen die eveneens karakteristek zijn voor het fenomeen professionalisering: de
, versterking van de vakorganisates en de aanhoudende discussies over de noodzaak van een
vakopleiding.
Jaren vijfi,
Stroomversnelling:
- Groeiende aandacht voor de behoefe van de gebruiker, i.p.v. de ideologische belangen.
- Commerciële belangen belangrijker -> de behoefe aan grotere drukpersen en de groei van
bedrijven – die steeds vaker gingen samenwerken – vroegen om meer investeringen en
daarmee een grotere zakelijkheid.
- Snelle uitbreiding (en verjonging. van de redactes (ook vrouwen. -> verdere specialisate in
de vorm van deelredactes (rubrieken..
Organisatonal professionalisaton: een vorm van professionalisering die primair wordt
gevoed door veranderingen in het mediabedrijf - ter onderscheiding van ‘occupatonal
professionalisaton’, die vooral betrekking heef op de waarden en normen en het
zelfeeld van de journalistek.
Bloeitije van ee klassieke journalistiek
Midden jaren zestg: culturele revolute -> journalistek van trouwe herdershonden naar kritsche,
geëngageerde waakhonden van de democrate.
De bloei van de zelfewuste en kritsche journalistek, vanaf de jaren zestg, was evenwel niet
uitsluitend het gevolg van de ontzuiling en de professionalisering in de voorgaande decennia. De
groeiende welvaart en modernisering van de samenleving hadden, zoals gezegd, ook een nieuw
medialandschap gecreëerd, waarin televisie, kranten, weekbladen en radio met elkaar
concurreerden om de gunst van het publiek, waarvan de jongeren en hogeropgeleiden een steeds
groter deel uitmaakten. Daarnaast zorgde de economische groei voor meer advertentes en navenant
toenemende inkomsten. De omstandigheden waren, kortom, gunstg voor een verdere ontplooiing
van een kwaliteitsjournalistek waarin de klassieke professionele waarden de toon zeten.
Omsla,
De redactes zagen hun autonomie onder druk van de steeds commerciëler opererende uitgevers
krimpen, terwijl hun professionele waarden in het gedrang kwamen.
Uitea,in,en
‘Civic’ of ‘public journalism’, een vorm van journalistek die zich oriënteert op betrokken burgers die
bereid zijn een rol in de democratsche samenleving te spelen, en die zich sterk maakt voor media die
een open, interacteve relate met hun doelgroep onderhouden.
Het internet zete niet alleen het klassieke verdienmodel van de journalistek onder druk, maar ook
de rol die zij zichzelf, als gatekeeper en makelaar in het publieke debat, had toegekend.