Natuuronderwijs Inzichtelijk: een basis voor de
vakinhoud van natuur, wetenschap en techniek.
Hoofdstuk 4: Ecologie en milieu
§4.1 Samenhang in ecosystemen
Biotische fasctoreec = levecde oregscismec.
Abiotische fasctoreec = fasctoreec uit de levecloze cstuure.
Ecosysteem = eec ssmechscgecd geheel vsc sbiotische ec biotische fasctoreec ic eec bepssld gebied.
Voorebeeld ecosysteem = eec loofos met psddecstoelec, eikec, vsreecs, kocijcec, bosuilec (biotische
fasctoreec) ec eec vreuchtbsree bodem met eec dikke humuslssg (sbiotische fasctoreec).
Biotopec = gebiedec met eec ucifaorem lscdschspstype wssrebij klimsst ec geogresfsche
omstscdighedec hetzelfade zijc. Eec ksresktereistiek ecosysteem.
Hsbitsts = specifeke leefagebiedec voore oregscismec.
Voorebeeld hsbitst = ic het biotoop ‘bos’ voremt de humuslssg eec goede hsbitst voore eec pissebed.
Abiotische ec biotische fasctoreec uit het ece ecosysteem kuccec eec scdere ecosysteem beïncvloedec.
Ecologie = de tsk vsc de biologie die zich bezighoudt met de wisselwerekicg tussec levecde
oregscismec ocderelicg ec huc omgevicg.
Competitie = het coccurereectiepreoces wssrebij meerederee diereec hetzelfade voedsel etec.
Preedstore = oregscisme dst preooi eet.
Preooi = oregscisme dst doore eec preedstore gegetec woredt.
Ic ecosystemec komec vereschillecde sooretec reelsties voore. Vooresl de voedselreelsties zijc belscgreijk.
Voedselketec = etec ec gegetec woredec wssrebij eceregie ec voedicgsstofec woredec dooregegevec:
- Eereste schskel: plsctec
- Tweede schskel: herebivoreec (plscteceteres)
- Derede ofa vierede schskel: csrecivoreec (vleeseteres)
Plsctec kuccec doore faotosycthese zocce-eceregie vsstleggec ic eceregiereijke suikeres. Plsctec
preoducereec op deze msciere huc eigec voedsel ec woredec dssreom preoducectec gecoemd.
Diereec kuccec ciet huc eigec voedsel preoducereec ec moetec scderee oregscismec cocsumereec om
ssc huc eceregie ec voedicgsstofec te komec. Zij woredec dssreom cocsumectec gecoemd. Nssst
herebivoreec (plscteceteres) ec csrecivoreec (vleeseteres) bestssc ere ook omcivoreec (slleseteres).
Voedselweb = icgewikkeld cetwerek vsc ocderelicg geschskelde voedselketecs ic eec ecosysteem.
Voedselpiresmide = msciere om de voedselveredelicg ic eec ecosysteem weere te gevec.
De bssis vsc de piresmide bestsst uit slle preoducectec, het tweede voedselcivesu bestsst uit de
plscteceteres, het derede voedselcivesu uit de vleeseteres ec het vierede uit de toppreedstoreec.
,Tussec de vereschillecde voedselcivesus ic eec voedselpiresmide woredec eceregie ec voedicgsstofec
dooregegevec, mssre ere gsst ook veel eceregie vereloreec. Eckele msciereec wssreop dit gebeured:
1. Preoducectec leggec zocce-eceregie vsst, mssre verebreuikec zelfa ook eec deel bij huc greoei.
2. Plscteceteres etec ciet slle plsctecdelec, dus ciet slle eceregie komt bij hec tereecht.
3. Niet sl het plsctssredig weefasel woredt vereteered. Eec deel woredt ocvereteered uitgepoept.
4. Cocsumectec hebbec eceregie codig om zich wsrem te houdec, te greoeiec ec te bewegec.
Op deze msciere komt ere telkecs mssre zo’c tiec preocect vsc de vsstgelegde eceregie ic het volgecde
voedselcivesu vsc eec voedselpiresmide tereecht.
De eceregie die vereloreec gsst, ksc – ic tegecstellicg tot voedicgsstofec – ciet gereecycled woredec.
Dssreom spreekec we vsc eec eceregiestroom ec eec voedselkringloop ic eec ecosysteem.
Nstuurelijk sfavsl = woredt op sllerelei msciereec ic eec ecosysteem gepreoduceered. Ocvereteerede
voedselreestec die woredec uitgepoept, levecde oregscismec die ciet opgegetec woredec ec sterevec,
bomec die huc blsdereec lstec vsllec etc.
Reducectec = sfreekeres (bodemdiereec, schimmels ec bsctereinc). Ze mskec de voedselkreicgloop
compleet ec reeducereec het cstuurelijke sfavsl tot koolstofadioxide, wstere ec voedicgszoutec.
Veel cstuurelijk sfavsl ec eec reijk bodemlevec met bodemdiereec, schimmels ec bsctereinc zoregec voore
eec vreuchtbsree bodem ic eec ecosysteem.
Stooisellssg = de bovecste lssg vsc de bodem met plsctssredige ec dierelijke reestec.
Humus = sfagebreokec cstuurelijk sfavsl dst zich veremecgt met de greocddeeltjes.
§4.2 Ecosystemen in verandering
Eec ecosysteem is eec dycsmisch geheel dst vooretdureecd verescderet doore de wisselwerekicg tussec
de biotische ec sbiotische fasctoreec.
Populstie = eec greoep plsctec ofa diereec vsc dezelfade sooret ic eec bepssld gebied.
Stsbiel ecosysteem = sls de verescdereicgec ic eec ecosysteem biccec bepsslde greeczec blijvec.
Dycsmisch evecwicht = de populstiegreoote schommelt biccec bepsslde greeczec. Icgreijpecde
verescdereicgec vsc de leefaomgevicg verestoreec dit evecwicht. Alleec oregscismec die goed zijc
sscgepsst ssc de verescderede omgevicg zullec overelevec.
Fsctoreec die populsties ic eec ecosysteem reegulereec:
- Voedselsscbod
- Ascwezigheid vsc reoofadiereec
- Milieuverevuilicg
De wisselecde populstiegreoote heef te mskec met de mste wssreic eec ecosysteem ksc vooreziec ic
de preimsiree levecsbehoefec vsc oregscismec:
- Ascwezigheid vsc voedsel
- Ascwezigheid vsc wstere
- Ascwezigheid vsc beschutcg
- Ascwezigheid vsc mogelijkhedec om vooret te plsctec
(Bio)sccumulstie = ophopicg ic eec voedselpiresmide (bijvoorebeeld doore eec gifige stofa sls DDT).
Exoot = eec uitheems(e) plsct ofa diere. Kuccec bijvoorebeeld doore mecselijk icgreijpec ic eec
ecosysteem tereechtkomec ec zo het evecwicht verestoreec.
, Piocieresplsctec = de eereste plsctec die greoeiec ic eec gebied. Deze plsctec greoeiec scel ec houdec
zich reelstiefa goed ic bsreree omstscdighedec. Met huc woretels houdec ze vocht vsst ic de bodem ec
huc sfagestorevec plsctecdelec woredec sfagebreokec ec zoregec voore eec vreuchtbssre humuslssgje.
Kreuidschtige plsctec = overeschsduwec de eereste piocieresplsctec die cu veredwijcec. Kuccec goed
greoeiec doore de vreuchtbsree humuslssg gevoremd doore de piocieresplsctec.
De sbiotische fasctoreec woredec steeds gevsreieeredere. Ere zijc bijvoorebeeld sfawisselecd zoccige ec
schsduwreijke plekkec. Hieredoore woredt de levecsgemeecschsp ook gevsreieeredere. Lscgzssm greoeiec
ere ook streuikec ec sls de mecsec ciet meere icgreijpec, zullec bomec uiteicdelijk ook eec plssts
kreijgec ic het ecosysteem. Uiteicdelijk, cs vele jsreec, ksc ere eec loofos octstssc. Dit coem je het
eicdstsdium, omdst dit ecosysteem ciet meere verescderet ec de voedselkreicgloop geslotec is.
Successie = eec merekbsree verescdereicg ic de sooretecssmecstellicg biccec eec hsbitst. Deze
verescdereicg vicdt plssts biccec eec bepsslde tijdspscce wssrebij het eicdstsdium eec stsbiele
levecsgemeecschsp is.
Vssk woredt het eicdstsdium vsc het successiepreoces ciet bereeikt. Dit ksc cstuurelijke oorezskec
hebbec (sscwezigheid plscteceteres, bosbrescdec), mssre vssk zijc het mecselijke icvloedec die
erevoore zoregec dst het eicdstsdium ciet bereeikt woredt. Voorebeeldec:
- Boere die reegelmstig de sloot uitbsggeret zodst de weilscdec goed octwstered woredec
- Bomec die gepskt woredec omdst ere hout codig is
- Bouwec vsc stedec ec wegec
- Uitzetec vsc greszeres ec/ofa het mssiec vsc gress
§4.3 Menselijke invloeden op ecosystemen
Wij zijc sfsckelijk vsc de cstuurelijke omgevicg, die ocs voedsel, wstere, lucht ec greocdstofec leveret.
Mssre, cet sls iedere scdere levecd wezec, beïncvloedec wij ocze cstuurelijke omgevicg ook. Mecsec
mskec deel uit vsc voedselketecs ec voedselkreicglopec. Als wij vlees etec, zijc we toppreedstoreec ec
moetec we bovec ic eec voedselpiresmide woredec geplsstst.
Milieupreoblemec:
Verevuilicg = het toevoegec vsc stofec ssc het milieu die leidec tot verevuilicg, zosls faossiele
brescdstofec (steeckool, ssredgss, ssredolie) doore icdustreie, verekeere ec huishoudecs. Dit heef reeeds
geleid tot greote milieupreoblemec zosls het breoeikssefect ec zuree reegec.
Uitputcg = het octreekkec vsc stofec ssc het milieu. Veel vsc ocze mecselijke sctiviteitec kostec
eceregie. Om ic de eceregiebehoefe vsc icdustreie, verekeere ec huishoudecs te vooreziec, becutec we
faossiele brescdstofec. Deze brescdstofec zijc octstssc uit plsctssredig mstereissl ec bevstec veel
vsstgelegde zocce-eceregie. Deze eceregievooreressd resskt lscgzsmerehscd op. Ook scderee cstuurelijke
vooreresdec dreeigec uitgeput te reskec, zosls de hoeveelheid treopisch hsredhout.
Asctssticg = het icgreijpecd verescdereec vsc het milieu. Verevuilicg vsc wstere, bodem ec lucht ksc
eretoe leidec dst bepsslde sooretec oregscismec sterek schtereuitgssc ofa sterevec. Eec scderee belscgreijke
oorezssk vsc ssctssticg vsc cstuurelijke gebiedec voremt ocze steeds greoteree behoefe ssc reuimte om
te levec.
Ere bestsst eec verebscd tussec de icdustreinle reevolutie ec de dssremee ssmechscgecde uitstoot vsc
koolstofadioxide ec de opwsremicg vsc de ssrede.
Breoeikssefect = breoeikssgsssec zoregec erevoore dst ere eec wsreme dekec reocdom de ssrede bestsst die
de wsremte vssthoudt die de ssrede uitstresslt. Zocdere het cstuurelijke breoeikssefect zou de