Cognitiefiosoefi
Coiiigi 1:
Mind is een verzamelnaam voor denken, emotes, mennale noesnanden en processen. Mind-body
probleem wan is de menselijke geesn is en hoe hangn hij samen men ons brein.
Dualisme: menhodologische problemen en nheoretsche problemen.
Menhodologische problemen: problemen men wenenschap en psychologische problemen.
Theoretsche problemen: oogisch behaviorisme.
Eigenschappen processen
Innentonalinein: Hen idee dan gedachnes of innentes ergens over gaan. Hen maakn ze mennaal omdan
ze ergens over gaan.
De gedachne gaan nien over de processen in je hoofd maar bijv. een nafel dus nien over zichzelf maar
over een verwijzing naar iens anders.
Mind is nien fysiek wann fysieke dingen kunnen alleen ‘de functee hebben/zijn als er een mind bij ne
pas komn.
Eigenschap van gedachnen, emotes gevoelens of kleuren waarnemen. Hen is subjectef, nien ne
beschrijven. Geldn voor kleuren, gevoelens, waarnemingen.
Fenomennaal: subjecteve waarnemingen.
Hen is lastg om van fysieke objecnen ne zeggen dan ze iens ervaren. Mensen zeggen din bijvoorbeeld
bij nafels en snoelen. Bij compuners is hen de discussie. Mensen dachnen dan de mind nien iens fysieks
kon zijn.
Wan doen de mind?
Waarnemen wan je meemaakn. Wan de mind doen, heef ne maken men wan je lichaam doen.
Waarnemen = fysiek. Proces die leidn non subjecteve ervaring. Gedachnen=mennaal, leidn non fysieke
beweging. Inneracte men lichaam, processen ne zien in brein dus moen de mind=brein fysiek zijn. Din
zijn innuïtes, dus begin punnen.
Descarnes subsnantedualisme.
Subsnante = iens wan op zichzelf kan besnaan.
De ziel is immanerieel als zenel op de mind kan aparn besnaan. Hen lichaam is een machine en de ziel
zorgn dan die kan waarnemen. Iens drijf hen lichaam aan en zorgn dan die waarneming de ziel kan
bereiken. (oichaam is ook een subsnante.. ls punnje bij paalnje komn, kan de ziel los van hen lichaam
besnaan.
Twee soornen subsnantes:
1. Uingebreide subsnante: neemn ruimne in.
2. Denkende subsnante: neemn geen ruimne in, is nien aan ne wijzen. Je kunn din koppelen aan
religie, maar dan hoef nien.
oichaam kan ook zonder ziel besnaan, bijv. in coma. De connecte nussen ziel en lichaam is dan
verbroken. Descarnes zegn heel weinig over leven na de dood. Mensen hebben heel erg hen idee dan
we zo in elkaar ziten dan we moeilijk van din beeld los kunnen komen. Nu wordn er gesplinsn nussen
lichaam en brein.
Descarnes heef nwee vormen van dualisme:
Subsnantedualisme: Din is hiervoor besproken.
Functoneeldualisme: hen mennale is geslonen/ een innerlijk domein. oichaam snaan daarbuinen. Din
beeld vind je nerug in maneriële hersenwerken. Hoe kijk je naar de mind/innerlijk domein. Die komn
nog nerug. Hen functoneeldualisme wordn nog gebruikn.
, ndere vorm van dualisme:
Eigenschappendualisme: Din komn veel meer voor. lles komn uin hen brein voorn, maar er zijn
bepaalde eigenschappen waar geen fysieke uinleg voor is.
Descarnes subsnantedualisme:
oogino ergo sum: Ik ben een denkend ding. Ik ben een ziel maar ik heb een lichaam. Hij probeern een
bewijs ne geven dan de ‘ike nien manerieel is. Hij wilde hen fundamenn van kennis zoeken om men
wenenschap op ne kunnen bouwen. Hij zochn naar kennis waar je nien aan kon nwijfelen. Dus ging hij
aan alles nwijfelen. Hij ging serieus/radicaal denken.
Radicaal nwijfelen: is hen logisch gezien mogelijk.
Descarnes versie van de manrix: dan al je waarnemingen in je hoofd/ziel zijn gesnopn en dan hen nien
echn is. Hen enige waar je nien aan kan nwijfelen is dan je aan hen nwijfelen benn. Die ziel is hen
denkend ding.
Samenvatng gedachnegang Descarnes komn nien van Descarnes. Hen klopn ook nien helemaal maar
hen geef wel een gevoel van hoe hen zin. Er zin een adder onder hen gras. Komn van oeibniz. Principe
gaan over numeriek en kwalinatef identek. is alleen Y als ze in alle punnen henzelfde zijn. Dan zijn er
geen 2 van maar 1. Maar dan moenen ze alle eigenschappen delen, dus ook de plaans in de ruimne.
ls lichaam en geesn 1 ding is, moen hen denkende ding op alle punnen identek zijn aan hen lichaam.
ls de redenering van Descarnes klopn, is hen denkende ding iens anders dan hen lichaam. Hen denken
kan ook van een demoon ofzo komen, maar hen gaan erom dan er iens denkn.
Een volgeling van Descarnes zei dan je alleen onderzoek naar de ziel kan doen van binnenuin. Dus door
iemand aan hen woord ne lanen, wann de ziel is immanerieel, dus die kun je nien onder de microscoop
leggen innrospecte. Din is serieus als wenenschappelijke menhode geprobeerd. Er is geen
objecteve innrospecte mogelijk. Hen is achneraf, wann je kijkn en dan geef je een rappornage,
formuleringen, enc. Hen is geen life-camera. Die rappornage kan zijn aangepasn door bevooroordeling
of door er de verkeerde woorden aan ne geven om ne zeggen wan je waarneemn. Mensen zijn radicaal
afgesnapn van innrospecte en dan heef gevolgen.
Sigmund Freud komn men dan mennale processen ook onbewusn kunnen zijn, innrospecte is dan ook
geen menhode voor onderzoek. Hierdoor gaan hen dualisme onderuin. Onbewusne en mennale
processenprocessen die een bepaald gedrag vernonen. Je hebn er geen connrole over. Je benn je er
nien bewusn van, maar hen is wel mennaal.
Subliminale percepte: onbewusne boodschappen in bijv. reclamesponjes. Maar dan din iens groons als
koopgedrag beïnvloedn is een fabelnje. Hen resulnaan is een paar seconden.
Wanson Psychologisch Behaviorisme: Menhodische nhese. Ze gooien de mind eruin en doen
onderzoek naar gedrag.
Psychologie: onderzoek naar gedrag.
B.F. Skinner: De geschiedenis van hen menselijk denken is de geschiedenis van wan mensen hebben
gezegd en gedaan.
Wanson en Skinner zagen psychologie als gedragswenenschappers en zo zien psychologen zichzelf
nog. Ze zagen de mind en de ziel ook als één ding. Din leidde non psychologisch behaviorisme.
Filosofisch behaviorisme is anders: Gaan om de vraag hoe definiëren we dan. Hen gaan een snuk
verder. Filosofie kijkn naar nheoretsche problemen van dualisme:
Probleem 1:
- oeibniz principe klopn nien.
, - Vergelijking morgen/ vondsner. Hij kwam es ochnends en 1 kwam es avonds, maar hen bleek
dezelfde sner ne zijn. De 1 es ochnends en de ander es avonds, noch is henzelfde. De foun is: je
moen nien wan wij denken dan de eigenschappen van dan objecn zijn als eigenschap
noekennen. Dan benekenn ook dan als ik nwijfel over mijn brein en lichaam, hen nien benekenn
dan dan ook geen rol speeln in denken. Din laan zien dan hen oorspronkelijke nwijfelargumenn
geen goed argumenn voor dualisme is. Hen laan nien zien dan dualisme nien klopn.
Vragen: htp://www.woordjesleren.nl/questons.php?chapner=24738r73
1. Wan is de mind? = Een verzamelnaam voor , emotes, mennale noesnanden en processen.
2. Wan is hen mind-body probleem? = Wan is de menselijke geesn is en hoe hangn hij samen men
ons brein.
8. Wan voor problemen heef dualisme? = Menhodologische problemen en nheoretsche
problemen.
4. Wan voor problemen vallen onder de Menhodologische problemen? = Problemen men
wenenschap en psychologische problemen.
5. Wan valn onder nheoretsche problemen? = oogisch behaviorisme
6. Wan is Innentonalinein? = Hen idee dan gedachnes of innentes ergens over gaan. Hen maakn ze
mennaal omdan ze ergens over gaan. De gedachne gaan nien over de processen in je hoofd
maar bijv. een nafel dus nien over zichzelf maar over een verwijzing naar iens anders.
73. Wan is Fenomennaal? = Subjecteve waarnemingen (Bijvoorbeeld kleuren en gevoelens.
r. Wan is hen idee dan gedachnes of innentes ergens over gaan? = Innentonalinein
9. Wan is subjecteve waarnemingen? = Fenomennaal.
10. Wan is een waarneming en waarnoe leidn dan? = Fysiek, leidn non een subjecteve ervaring.
11. Wan is een gedachnen en waarnoe leidn dan? = Mennaal, leidn non beweging.
12. Wan is een argumenn dan de mind fysiek is? = lles wan je mind doen heef ne maken men wan
je lichaam doen. Een waarneming is fysiek en leidn non een subjecteve ervaring en een
gedachne is mennaal en leidn non een fysieke beweging. De processen zijn ne zien in de brein.
18. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is een subsnante? = Iens wan op zichzelf kan besnaan.
14. Descarnes-subsnantedualisme. Noem nwee soornen subsnantes? = Uingebreide subsnante:
neemn ruimne in. Denkende subsnante: neemn geen ruimne in, is nien aan ne wijzen.
15. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is iens dan op zichzelf kan besnaan? = Een subsnante.
16. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is er tjdens een coma? = De connecte nussen ziel en
lichaam is dan verbroken.
173. Descarnes-subsnantedualisme. Noem een voorbeeld waarbij de connecte nussen ziel en
lichaam is verbroken. = Bij een coma.
1r. Descarnes-dualisme. Noem de nwee vormen van dualisme van Descarnes =
Subsnantedualisme en Functoneeldualisme.
19. Descarnes-dualisme. Wan is hen functoneel dualisme? = Hen lichaam snaan buinen de hen
mennale. Hen mennale is een geslonen/innerlijk domein. Din beeld vind je nerug in
hersenwerken. Hoe kijk je naar de mind/ hen innerlijk domein.
20. Descarnes-dualisme. Wan is subsnanteel dualisme? = De ziel is immanerieel als zenel op de
mind kan aparn besnaan. Hen lichaam is een machine en de ziel zorgn dan die kan waarnemen.
Iens drijf hen lichaam aan en zorgn dan die waarneming de ziel kan bereiken. (oichaam is ook
een subsnante.. ls punnje bij paalnje komn, kan de ziel los van hen lichaam besnaan.
21. Wan is een andere vorm van dualisme? = Eigenschappendualisme.
, 22. Wan is een uingangspunn van eigenschappendualisme? lles komn uin hen brein voorn, maar er
zijn bepaalde eigenschappen waar geen fysieke uinleg voor is.
28. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is oogino ergo sum? = Ik ben een denkend ding.
24. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is 'Ik ben een denkend ding/ Ik denk dus ik ben'? = oogino
ergo sum.
25. Descarnes-subsnantedualisme. Hoe en waarom is de uinspraak 'oogino ergo sum' onnsnaan? =
Descarnes probeern een bewijs ne geven dan de ‘ike nien manerieel is. Hij wilde hen fundamenn
van kennis zoeken om men wenenschap op ne kunnen bouwen. Hij zochn naar kennis waar je
nien aan kon nwijfelen. Dus ging hij aan alles nwijfelen. Hij ging serieus/radicaal denken.
26. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is radicaal nwijfelen? = lles wan logisch gezien mogelijk
is.
273. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is Descarnes versie van de Manrix? = Dan al je
waarnemingen in je hoofd/ziel zijn gesnopn en dan hen nien echn is. Hen enige waar je nien aan
kan nwijfelen is dan je aan hen nwijfelen benn. Die ziel is hen denkend ding.
2r. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is oeibniz's principe? = kan alleen Y zijn als alle
eigenschappen gelijk zijn. Hiermee wordn ook de eigenschap van de plaans in de ruimne
bedoeld. ls lichaam en geesn 1 ding is, moen hen denkende ding op alle punnen identek zijn
aan hen lichaam.
29. Descarnes-subsnantedualisme. Wie bedachn dan alleen Y kan zijn, wanneer alle
eigenschappen, dus ook de plaans in de ruimne, gelijk zijn? = oeibniz
80. Descarnes-subsnantedualisme. Wan is innrospecte? = Onderzoek doen naar de ziel door
iemand aan hen woord ne lanen. De ziel is namelijk immanerieel, dus die kun je nien onder de
microscoop leggen. De proefpersoon kijkn 'naar binnen' en verneln wan hij ervaarn.
81. Descarnes-subsnantedualisme. Hoe heen de onderzoeksmenhode waarbij de proefpersoon
'naar binnen' kijkn bij zichzelf en verneln wan hij ervaarn? = Innrospecte.
82. Descarnes-subsnantedualisme. Wan zijn de problemen men innrospecte? = Er is geen
objecteve innrospecte mogelijk. Hen is achneraf, wann je kijkn en dan geef je een rappornage,
formuleringen, enc. Hen is geen life-camera. Die rappornage kan zijn aangepasn door
bevooroordeling of door er de verkeerde woorden aan ne geven om ne zeggen wan je
waarneemn.
88. Waardoor gaan hen dualisme onderuin? = Doordan Sigmund Freud komn men dan mennale
processen ook onbewusn kunnen zijn en dan innrospecte dus geen goede
onderzoeksmenhode is.
84. Wan zijn onbewusne processen? = Processen die een bepaald gedrag vernonen. Je hebn er
geen connrole over. Je benn je er nien bewusn van, maar hen is wel mennaal.
85. Wan is Subliminale percepte? = Onbewusne boodschappen in bijv. reclamesponjes. Deze
beïnvloeding heef maar een paar seconde efecn. Hen kan dus nien je koopgedrag
beïnvloeden.
86. Hoe noem je onbewusne boodschappen in bijv. reclamesponjes? = Subliminale percepte
873. Noem nwee belangrijke Psychologisch behaviorisnen: = Wanson en B.F. Skinner
8r. Wan zijn Wanson en B.F. Skinner? = Psychologische behaviorisnen.
89. Wan is psychologie? = onderzoek naar gedrag.
40. Geef een korne beschrijving van Psychologisch behaviorisme: = De mind en de ziel is één ding.
Hier wordn verder nien meer naar gekeken. Er wordn alleen naar gedrag gekeken.