THEORIE GESPREKSTECHNIEKEN EN OUDERGESPREKKEN
SOORTEN GESPREKKEN
Naast een onderscheid tussen formeel en informeel contact, of niet-geplande en geplande
gesprekken, maken we onderscheid onder de formele/geplande gesprekken. We kennen vijf
gesprekssoorten voor oudercontact: kennismakingsgesprek, voortgangsgesprek, probleemoplossend
gesprek, adviserend gesprek, slechtnieuwsgesprek (Bolks, 2015, p. 83).
Ik loop alle soorten gesprekken een voor een door waarbij ik aangeef met welk doel het gesprek wordt
gehouden en welke belangrijke zaken aandacht vereisen.
Soort Initiatiefnemer Doel Belangrijk
Kennismakingsgespre De school Een eerste Dit gesprek is bepalend voor de
k contact leggen samenwerking en relatie tussen
tussen ouder-leerkracht. Tijdens dit
leerkracht en gesprek wordt relevante informatie
ouder van het uitgewisseld. Bij iedere ouder
kind. worden dezelfde punten besproken.
Voortgangsgesprek De leerkracht of Uitwisselen de De leerkracht licht tijdens dit
school stand van zaken gesprek rapportgegevens toe en de
naar aanleiding ouders kunnen vragen stellen en
van een rapport informatie geven over zaken die zij
of van belang vinden voor de
handelingsplan. ontwikkeling van hun kind.
Bij een voortgangsgesprek kan
blijken dat ouders anders tegen hun
kind aankijken dan de leerkracht.
Het is belangrijk dat een leerkracht
zich positief opstelt tijdens dit
gesprek.
Probleemoplossend De leerkracht of Samen een Tijdens dit gesprek is het belangrijk
gesprek school oplossing dat het probleem duidelijk is.
zoeken voor een Samen zoeken ouder en leraar
probleem m.b.t. naar een oplossing. Het gevaar bij
het functioneren dit soort gesprekken is dat de ouder
op school. zelf al met een oplossing komt
zonder de ouders erbij te betrekken
en te laten meedenken. Het samen
zoeken naar oplossingen moet op
een open manier gebeuren. Ook
moet de leraar professionele
afstand bewaren. Ook mogen we
niet privéterrein van de ouder
overtreden.
Adviserend gesprek De ouder of Ouders komen De leraar geeft advies over de
leerkracht met vragen en ontwikkeling van het kind. Tijdens
willen advies het adviserend gesprek komt de
van de leraar met een advies. Het gevaar
leerkracht. is dat de leraar opdringerig of
betweterig kan overkomen. Bij het
zoeken van een antwoord moet de
ouder ook betrokken worden
(Bolks, 2015, p. 87).
Slechtnieuwsgesprek De leerkracht Slecht nieuws Het nieuws moet gelijk worden
moet worden gebracht: “don’t sugarcoat it”. Kan
gebracht. weerstand opleveren.
Voorbeeld: het Belangrijke stappen:
1
, kind moet 1. het gesprek inleiden;
blijven zitten. 2. het nieuws vertellen;
3. helpen bij verwerken;
4. zoeken naar oplossingen;
5. afspraken maken.
Het slechtnieuwsgesprek is veruit het moeilijkste gesprek om te voeren. Hierdoor is er een groot
gevaar dat er vermijdingsreacties kunnen optreden bij de leerkracht. Die kunnen er als volgt uitzien:
- Het nieuws wordt niet meteen gebracht. Het wordt nog uitgesteld. Het gevaar hierbij is dat het
dan nog moeilijker wordt om het nieuws te brengen.
- De leerkracht probeert ouders in de val te lokken. Hij stelt vragen waarop de antwoorden wel
moeten leiden naar een negatieve conclusie.
- De leerkracht kan weglopen voor het nieuws en zichzelf rechtsvaardigen.
- Hij kan ook het slechte nieuws mooier maken dan het is. Dat kan leiden tot een verkeerd eind
(Bolks, 2015, p. 88).
In het boek Gesprekscommunicatie van Adri van den Brand (2010) worden drie andere
gesprekssoorten getypeerd: het ontwikkelgesprek, afstemmingsgesprek en het lastige gesprek. Er zijn
echter wel veel vergelijkingen te vinden tussen de soorten gesprekken hierboven genoemd.
HET ONTWIKKELGESPREK
Het ontwikkelgesprek lijkt het meeste op het kennismakingsgesprek, voortgangsgesprek of het
bekende tienminutengesprek. Een ontwikkelingsgesprek kent volgens Van den Brand drie
basisbehoeften vanuit de ouders: de behoefte aan veilige erkenning, invloed en genegenheid (Van
den Brand, 2010, p. 276).
Ouders, maar zeker ook de leerkracht, willen door de ander erkend worden en gerespecteerd.
Iedereen wil er graag bij horen en zich gehoord voelen. Zowel de ouders als de leerkracht willen
invloed hebben op het beeld dat van het kind geschetst worden. Ook willen de ouders genegenheid
voelen en ervaren dat behoeftes worden geëerd (Van den Brand, 2010, p. 276).
Daarbij is de ouder-leerkracht relatie een bijzondere relatie, er is namelijk toch veel hiërarchie te
vinden in de relatie. Zo staan de ouders in de emotionele hiërarchie duidelijk bovenaan, terwijl bij de
deskundige hiërarchie de leerkrachten bovenaan zijn (Van den Brand, 2010, p. 277). In alle drie de
hiërarchien is er sprake van een complementaire relatie. Als leerkracht is het goed dat je jezelf in een
oudergesprek blijft realiseren vanuit welke hiërarchie gesproken wordt. Blijf zo neutraal mogelijk. Zo
accepteer je iemand voor wie hij is, wat iemand denkt en voelt (Van den Brand, 2010, p. 277).
Het ontwikkelgesprek bestaat uit vijf fasen (Van den Brand, 2010, p. 278):
afstemmen;
o ouders ontvangen aan de deur;
o ouders welkom heten / uitnodigen aan de gesprekstafel;
o social talk (kort);
delen;
o voorstel: ‘ik stel voor dat ik eerst wat vertel hoe X het doet. Daarna kunnen we wat
werkjes bekijken en is er ruimte voor vragen. Goed?’
o inventariseer vragen
o check jouw beeld met het beeld dat de ouders hebben. ‘Hoe praat X over school?’;
o benoem kwaliteiten van de kinderen;
zorgen;
o benoem groeikansen
o andere aandachtspunten
2