Week 5 – Het burgerschap van de Unie
ARRESTEN
o Gaat om transfergels voor voetballers van de UEFA. Wanneer een privaatrechtelijke organisate een deel van
het economische leven reguleert, is het ook gebonden aan artkel 4 VWEU.
o Door transferregels en natonaliteitsclausules was het voor Bosman nagenoeg onmogelijk om na afoop van zijn
contract naar een andere voetbalclub te gaan. Levert dit strijd op met het vrije verkeer van werknemers?
o Ja, spelers zijn na afoop van hun contract transfervrij en de natonaliteitsclausules moeten worden afgeschaf.
Wel geldt dit alleen voor spelers die werknemers zijn via het Unieverdrag en de natonaliteit heef van een lidstaat
o Voor spelers van wie het contract afgelopen was, kon niet langer een transfersom gevraagd worden en
Bosman (C-415/93) beperkingen van het aantal buitenlandse spelers werden opgeheven voor zover het spelers uit EU-landen betrof.
o Er was geen sprake van discriminate. Bosman wilde naar een Franse club, als hij naar een Belgische club wilde,
was hij tegen hetzelfde probleem aangelopen. Echter, de transferregel leidt tot een sterke beperking van het vrije
verkeer en zou het grensoverschrijdende verkeer kunnen beïnvloeden.
o De niet-toegestane regel werd niet opgesteld door de regering, maar door de internatonale voetbalorganisate
(UEFA). Wanneer een privaatrechtelijke organisate een deel van het economische leven reguleert, is zij ook
gebonden aan artkel 5 VWEU.
o De Rule of Reason is van toepassing op het vrije werknemersverkeer.
o Spaanse verblijf legaal’ in Duitsland (heef formeel geen verblijfsvergunning en vraagt ouderschapsuitkering
aan. Wordt ten onrechte geweigerd o.g.v. natonaliteit. Verbod artkel 1 VWEU.
o Martńez Sala (Spaanse) verblijf legaal in Duitsland maar heef geen formele verblijfsvergunning. Zij vraagt een
ouderschapsuitkering aan die wordt geweigerd omdat zij niet de Duitse natonaliteit heef noch een vestgings- of
verblijfsvergunning heef. s er sprake van discriminate?
o Ja, Sala valt als Unieburger binnen de personele werkingssfeer van het Unierecht en heef daarom het recht op
een gelijke behandeling t.o.v. Duitse onderdanen.
Martińez Sala (C-55/96) o Heef Martńez Sala tjdens haar verblijf in Duitsland onder dezelfde voorwaarden als Duitse onderdanen recht op
de uitkering?
o Het Hof bevestgt dat Martńez Sala vanwege haar Unieburgerschap een beroep kan doen op het verbod van
discriminate o.g.v. natonaliteit (art. 18 VWEU). Daarmee valt zij in de personele werkingssfeer van het Unierecht
en heef zij recht op een gelijke behandeling t.o.v. Duitse onderdanen.
o Hiervoor was het verbod van discriminate alleen van toepassing op zogenaamd ‘economisch acteve onderdanen
van de lidstaten’. Thans heef ook een Unieburger die mogelijk niet voldoet aan de defnite van
werknemer/zelfstandige belangrijke rechten o.g.v. de Unieverdragen die hij kan inroepen tegen de lidstaat.
, Week 5 – Het burgerschap van de Unie
o Duitse advocaat die zich vestgt in Italië. Lidstaten mogen voor een werkzaamheid voorwaarden stellen.
Hiermee kunnen fundamentele rechten worden belemmerd. Dit mag als: ( zonder discriminate wordt
toegepast, (2 er rechtvaardiging van dwingende redenen van algemeen belang is, (3 moet geschikt zijn om
doel te bereiken en ( mag niet verder gaan dan nodig is.
o Gebhard is in Duitsland als advocaat ingeschreven bij de balie van Stutgart. Hij werkte sinds 1978 bij een
advocatenkantoor in Milaan, waar hij van 1980 tot 1989 maat was. Daarna begon hij een eigen kantoor in Milaan.
Een aantal taliaanse beroepsgenoten, waaronder de "avvocat" waarmee Gebhard tot 1989 geassocieerd was,
dienden een klacht in bij de Consiglio dell'Ordine. Zij verweten Gebhard, dat hij in het hoofd van zijn briefpapier
de ttel "avvocato" voerde, dat hij rechtstreeks als "avvocato" was opgetreden voor de rretura en het Tribunale di
Milano, en dat hij zijn beroepswerkzaamheid uitoefende vanuit de "Studio legale Gebhard".
o n casu ging het om het beginsel van vrije vestging (art. 9 VWEU).
Gebhard (C-55/94) o Wanneer de toegang tot een specifeke werkzaamheid in de Lidstaat van ontvangst in het geheel niet is
gereglementeerd, hebben onderdanen van elke andere Lidstaat het recht zich in eerstbedoelde staat te vestgen
en aldaar dezelfde werkzaamheid uit te oefenen. Wanneer daarentegen in de Lid-Staat van ontvangst bepaalde
voorwaarden voor de toegang tot of de uitoefening van een specifeke werkzaamheid gelden, dient de onderdaan
van een andere Lidstaat die deze werkzaamheid wenst uit te oefenen, in beginsel aan die voorwaarden te
voldoen. Natonale maatregelen die de uitoefening van de in het Verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden
kunnen belemmeren of minder aantrekkelijk kunnen maken, moeten aan vier voorwaarden voldoen:
Moet zonder discriminate worden toegepast,
Moet rechtvaardiging vinden in dwingende redenen van algemeen belang (proportoneel: noodzakelijkheid),
Moet geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen, en (proportoneel:
geschiktheid),
Mag niet verder gaan dan nodig is voor het bereiken van dat doel.
Laval un partneri (C-341/05) o Actes van een vakbond zijn verboden omdat zij artkel 9 en 46 VWEU belemmeren en er geen rechtvaardiging
is. (horizontale werking .
o Het recht om collecteve acte te ondernemen wordt gezien als een grondrecht.
o Horizontale werking: het orgaan in staat is toegang tot de markt feitelijk te belemmeren: Scandinavische
vakbonden ondernamen acte tegen het gebruik van goedkope werknemers van elders in de Unie. Het Hof vond
dat dit het moeilijker voor de buitenlandse werknemers en bedrijven om in de Scandinavische landen te werken.
Hoewel het niet om een acte van een overheid maar van een vakbond ging, vond het Hof dat de acte verboden
moest worden behalve als ze gerechtvaardigd zou zijn.
o Het Hof oordeelde dat de actes van de organiserende vakbonden, waardoor het bedrijf geen diensten kon
verrichten in een andere lidstaat, een belemmering vormde van artkel 9/56 VWEU, tenzij er sprake is van een