§A1 Informatie verwerven en selecteren uit bronnen
Een bron is:
- Objectief: wanneer het is gebaseerd op (wetenschappelijke) feiten
- Subjectief: wanneer het is gebaseerd op meningen, gevoelens of vooroordelen
Wanneer is een bron betrouwbaar?
Als er maximale zekerheid bestaat dat de informatie in de bron correct is.
Betrouwbaarheid is te bepalen door:
- Gedegenheid: Hoe grondig en kwalitatief is de bron?
- Kwaliteitscontrole: Is de informatie door onafhankelijke partijen beoordeeld?
- Controleerbaarheid: Is het mogelijk om de gegevens te dubbelchecken?
- Bevestiging: Is de informatie ook door andere bronnen bevestigd?
Wanneer is een bron representatief?
Als de informatie in de bron is gebaseerd op een zo volledig mogelijke weerspiegeling van
het betreffende fenomeen of de groep waar het om gaat. (verschillende perspectieven en
standpunten)
§A2 Informatie verwerken en conclusies trekken
Conclusies moeten goed beredeneerd worden.
Conclusies worden vaak getrokken met behulp van hoofd- en/of kernconcepten en statistiek
in grafieken.
§A3 Hoofd- en kernconcepten en de sociaal wetenschappelijke paradigma’s
Hoofd- en kernconcepten moet je kunnen toepassen en actief gebruiken.
Dus niet enkel de definitie opschrijven maar ook de omschrijving van het concept toepassen
in de gegeven context.
Structuur Actoren
als een maatschappelijk verschijnsel wordt als een maatschappelijk verschijnsel wordt
verklaard alsof de inrichting van de samenleving verklaard alsof het gedrag van actoren de
het gedrag van actoren bepaalt: structuur bepaalt inrichting van de samenleving bepaalt: individueel
individueel gedrag. gedrag bepaalt structuur.
Consensus Conflict
Als een maatschappelijk verschijnsel wordt Als een maatschappelijk verschijnsel wordt
verklaard vanuit conflicten rondom belangen verklaard vanuit de consensus (overeenkomst)
over wat mensen normaal vinden
, Paradigma’s in het kort:
- Rationele-actor-paradigma (actor en conflict)
Actoren streven zoveel mogelijk hun eigenbelang na. Bij het maken van keuzes gaan ze
voor de meeste voordelen en minste nadelen voor henzelf. Oftewel: kosten- en
batenanalyse. Geldt ook voor organisaties en staten.
- Sociaal-constructivisme-paradigma (actor en consensus)
Gedrag van mensen wordt bepaald door hoe zij (gezamenlijk) de werkelijkheid zien, wat
ze denken dat waar is. Al het menselijk handelen en menselijke interactie is gebaseerd op
interpretatie. De sociale werkelijkheid wordt gebouwd door onze eigen definities en
meningen. Sociale ongelijkheid komt dan ook door het beeld dat we over bepaalde groepen
hebben.
- Functionalisme-paradigma (structuur en consensus)
De samenleving als geheel is een systeem, waarbinnen alles met elkaar samenhangt. Een
verstoring betekent geen stabiliteit meer en dat moet dan weer gevonden worden.
Gemeenschappelijke morele overtuigingen en sociale instituties zijn sociale stabilisatoren.
Alle actoren hebben een passende taak om de samenleving draaiende te houden. De ene
taak is minder belangrijk dan de andere , daardoor is daarvoor minder beloning en is er
sociale ongelijkheid. Deze ongelijkheid heeft dus een functie. Het verschil in beloning wordt
meestal ook gewoon als eerlijk gezien.
- Conflict-paradigma (structuur en conflict)
Conflictsociologen gaan uit van machtsverschillen in de samenleving: de machtigen zullen
hun eigen belangen beschermen en vergaren bezit. Ongelijkheid in de samenleving is er
altijd en conflicten hierover leiden tot veranderingen. De conflicten gaan over dat de ene
groep meer macht heeft dan de andere en dat wordt gezien als ongelijk. Dit kan leiden tot
bijvoorbeeld criminaliteit: een conflict waarbij een arme groep op illegale wijze probeert te
verkrijgen wat een rijke machtige groep voor zichzelf heeft geclaimd.
§A4 Onderzoeksvaardigheden, betrouwbaarheid, validiteit, representativiteit en
generaliseerbaarheid
Betrouwbaarheid: De mate waarin een onderzoek vrij is van willekeurige meetfouten en bij
herhaling dezelfde resultaten oplevert.
Validiteit: Een onderzoeker meet wat hij wil meten.
Representativiteit: Een aselecte steekproef is een dwarsdoorsnede van de totale
onderzoekspopulatie waarbij iedereen evenveel kans heeft om in de steekproef terecht te
komen.
Generaliseerbaarheid: In hoeverre de eigenschappen (gevonden data) uit de steekproef ook
gelden voor de hele populatie?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aimelykil. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.