Hoofdstuk 1. Psychologische benaderingen voor het begrijpen van misdaad
Het begrip van criminaliteit wordt begrepen door een samenhang van disciplines, waaronder
psychologie, sociologie, filosofie, geneeskunde, biologische wetenschappen en rechten.
Morele redeneringstheorie: Deze theorie beschrijft hoe individuen redeneren over hun gedrag
en het rechtvaardigen met betrekking tot morele kwesties. Kohlberg en Gibbs hebben fasen van
moreel redeneren voorgesteld, die variëren van onvolwassen naar volwassen redeneren. De
bekendste benadering van moreel redeneren, is de cognitief-ontwikkelingsbenadering, deze
theorie werd verder ontwikkeld door Kohlberg. De theorie werd herzien door Gibbs tot een
theorie van ‘sociomoreel redeneren’. De morele redenering theorie bestaat uit 4 fases:
1. Unilateraal en fysicalistisch: De redenering van individuen is gericht op het vermijden
van straf en de reactie van machtige gezagsdragers, zoals ouders. Dit betekent dat
individuen vooral bezorgd zijn over de mogelijke consequenties van hun daden. In deze
fase geloven mensen dat ze moreel gerechtvaardigd zijn om misdaden te plegen als ze
denken dat ze straf kunnen vermijden, zonder rekening te houden met de impact op
anderen of met bredere morele overwegingen. (onvolwassen moreel redeneren)
2. Uitwisselend en instrumenteel: Uitwisselend en instrumenteel: redeneren omvat een
basisbegrip van sociale interactie. Dit is echter typisch in termen van kosten/baten-
deals, waarbij de voordelen voor het individu het belangrijkst zijn. M.b.t. misdaad is de
dader moreel gerechtvaardigd als de voordelen voor het individu opwegen tegen de
kosten (onvolwassen moreel redeneren)
3. Wederzijds en prosociaal: In deze fase is de redenering van individuen gericht op
wederzijdse relaties en prosociale normen. Dit betekent dat mensen in deze fase een
goed begrip hebben van interpersoonlijke relaties en de normen en verwachtingen die
daarbij horen. Ze tonen empathie en zijn in staat om zich in te leven in de gevoelens en
perspectieven van anderen. Ze rechtvaardigen hun acties door te redeneren dat hun
handelingen niet schadelijk zijn voor de relaties met anderen of voor de sociale
harmonie. Dit betekent dat ze misdaden vermijden die de sociale banden zouden
verstoren of anderen zouden schaden. (volwassen moreel redeneren)
4. Systematisch en standaard: Systemisch en standaard: redeneren weerspiegelt een
begrip van complexe sociale systemen, met een beroep op maatschappelijke vereisten,
fundamentele rechten en waarden, en karakter/integriteit. Het plegen van misdaad is
moreel gerechtvaardigd als het de samenleving in stand houdt of wordt bestraft door een
sociale instelling (volwassen moreel redeneren)
,Gibbs veronderstelt drie specifieke kenmerken voor de morele ontwikkeling van misdadigers:
1. Ontwikkelingsachterstand in moreel oordeel
2. Zelfingenomen cognitieve verstoring, egocentrische bias:
- Anderen of externe factoren de schuld geven
- Vijandige attributiebias hebben. Sociale interacties worden als vijandig gezien
- Het minimaliseren van de gevolgen om schuldgevoelens en spijt te vermijden
3. Tekortkomingen in de sociale vaardigheden
Sociale informatieverwerkingsbenadering: Dit model beschrijft de cognitieve processen die
ten grondslag liggen aan agressief en delinquent gedrag. Crick en Dodge hebben een 6-
stappen model ontwikkeld voor de perceptie, interpretatie en reactie op sociale situaties:
1. Codering van sociale cues: Agressieve individuen kunnen minder aandacht besteden
aan sociale signalen en meer aandacht schenken aan agressieve signalen en signalen
aan het einde van de interactie
2. Interpretatie en mentale representatie: Individuen interpreteren de sociale cues die ze
hebben waargenomen en creëren mentale representaties van de situatie. Agressieve
individuen vertrouwen mogelijk meer op interne schema's en een vijandige attributiestijl
die agressieve inhoud hebben bij het interpreteren van sociale situaties.
3. Verduidelijking van doelen/uitkomsten: Hier overwegen individuen verschillende
doelen en uitkomsten die mogelijk zijn in de situatie. Agressieve individuen kunnen
doelen hebben die gericht zijn op dominantie en wraak, in plaats van prosociale doelen.
4. Toegang tot of constructie van reacties voor de situatie: Individuen genereren
mogelijke reacties op basis van hun doelen en interpretaties van de situatie. Agressieve
individuen kunnen een beperkt repertoire aan reacties hebben en hebben de neiging om
agressieve reacties te genereren.
5. Keuze van de reactie: Agressieve individuen beoordelen agressieve reacties positiever
dan prosociale reacties en hebben positievere uitkomst verwachtingen en percepties
van zelfeffectiviteit voor agressie. Agressie wordt dus gezien als effectiever om hun
doelen te bereiken
6. Prestaties van de gekozen reactie: Het Response Evaluation and Decision Model
(RED) veronderstelt criteria die worden gebruikt voor het evalueren van reacties. Als de
gekozen reactie succesvol is, wordt deze positief beoordeeld en de agressie versterkt.
,Gezinsstructuur en opvoedingsstijl spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van
gewelddadige delicten, de associatie wordt wel gemedieerd door probleemoplossend vermogen
en copingsvermogen. Verder wordt een verband verondersteld tussen lage empathie en
gewelddadige delicten. Emotionele arousal is van invloed op cognitieve processen, waarbij
woede een belangrijke rol speelt. Novaco stelt dat boze gedachten worden uitgelokt door
situaties, dit verhoogt de emotionele arousal en verhoogt het risico op geweld.
EEG onderzoeken hebben aangetoond dat er een verhoogd risico is van hersenafwijkingen bij
gewelddadige delinquenten, vooral schade aan de frontale en temporale kwabben. Ook laesies
in de frontale kwab worden geassocieerd met persoonlijkheidsveranderingen. Blair suggereert
dat er mogelijk verbanden zijn tussen de structuren in de temporale kwab (amygdala) en
geweld. Het is ook mogelijk dat de relatie bidirectioneel is, dat het een gevolg kan zijn i.p.v.
een oorzaak
Huiselijk geweld of intiem partner geweld (IPV), mogelijke verklaringen:
- Feministische theorieën: veronderstelt dat de samenleving patriarchaal is, waar
mannen het leven van vrouwen beheersen. Mannen proberen de ondergeschiktheid van
vrouwen in stand te houden d.m.v. fysiek geweld
- Sociale leertheorie: Huiselijk geweld is gedrag dat wordt geleerd door soortgelijk
gedrag te observeren en te modelleren.
- Psychopathologie: Huiselijk geweld wordt veroorzaakt door psychopathologie in
daders
6 theorieen over seksueel misbruik
1. Het Four Predictions-model van Finkelhor (kindermisbruik):
- Er moet een motivatie zijn voor SM, bv seksuele opwinding bij een kind,
emotionele overeenstemming met een kind.
- Interne inhibities tegen misdrijven moeten worden overwonnen. Door bv. andere
opvattingen te krijgen over kindermisbruik of disinhibitie door het gebruik van
alcohol en drugs
- Externe factoren moeten worden overwonnen, zoals het vertrouwen winnen of
het kind alleen laten
- De weerstand van het kind moet overwonnen worden door bv kracht
2. Quadripariete model van Hall en Hirschmann (kindermisbruik):
, - Er moet seksuele opwinding zijn bij kinderen
- Aanwezigheid van attitudes en overtuigingen die kindermisbruik rechtvaardigen
- Er is sprake van slechte zelfregulering
- Het individu ervaart persoonlijkheidsproblemen
→ veronderstelt dat de kwetsbaarheid voor het plegen van seksueel misbruik bij
kinderen wordt veroorzaakt door persoonlijkheidsproblemen. Situationele factoren
bepalen wanneer deze kwetsbaarheid wordt geactiveerd.
3. Pathways Model van Ward en Siegert (kindermisbruik): veronderstelt 4 afzonderlijke,
maar op elkaar inwerkende psychologische mechanismen:
- Intimiteit/sociale tekorten
- Vervormde seksuele scripts
- Cognitieve vervormingen
- Emotionele ontregeling
→ Alle 4 zijn betrokken, maar steeds een component domineert de weg naar het
delict. Daders met meerdere disfunctionele mechanismen vormen een vijfde pad;
pure pedofielen.
4. Interactiemodel van Malamuth, Heavey en Linz (verkrachting): seksuele agressie is het
resultaat van de interactie van 2 paden:
- Het vijandige masculiniteit pad: benadrukt de rol van agressieve intieme
relaties en seksuele verovering in het concept van mannelijkheid, samen met het
waarderen van macht, het nemen van risico's, dominantie en
concurrentievermogen
- Het seksuele promiscuiteitspad: richt zich op de rol van seksueel gedrag bij
het behouden van zelfrespect en de status van leeftijdsgenoten, en de
aantrekkingskracht van onpersoonlijke seks
5. De geïntegreerde theorie van Marshall en Barbaree (1990) biedt een omvattende
verklaring voor verschillende vormen van seksueel misbruik. De theorie houdt rekening
met diverse factoren op biologisch, ontwikkelings-, sociaal-cultureel en situationeel
niveau die leiden tot psychologische kwetsbaarheden die kunnen resulteren in seksueel
grensoverschrijdend gedrag.
- Negatieve ervaringen tijdens de kindertijd kunnen problemen veroorzaken bij het
vormen van sociale, emotionele en seksuele banden met anderen.