Inleiding Bestuursrecht week 1
Bestuursrecht kan ook wel overheidsrecht genoemd worden
Bestuursrecht ziet op de verhouding tussen de overheid en burgers
Overheid = bestuursorgaan
De overheid kan eenzijdig de rechtspositie van burgers vaststellen, oftewel de
overheid oefent macht uit
o Hoe wordt die macht begrensd?
o Aan welke rechtsnormen moet de overheid zich houden?
o En welke rechtsbescherming staat tegen overheidshandelingen open?
Bestuursrecht is recht van, voor en tegen het bestuur
Algemeen bestuursrecht = Algemene wet bestuursrecht (Awb), dus algemene regels
Bijzonder bestuursrecht = reguleert een specifiek deel van onze samenleving, zoals
omgevingsrecht, vreemdelingenrecht, sociale zekerheid, gezondheidsrecht,
onderwijsrecht, mededingingsrecht
Functies van het bestuursrecht
Recht van het bestuur instrumentele functie = creëren van
instrumenten/bevoegdheden die worden toegedeeld aan het bestuur
Recht voor het bestuur normerende functie = creëren van normen waaraan het
bestuur zich moet houden, zoals het specialiteitsbeginsel (macht wordt begrensd)
Recht tegen het bestuur waarborgfunctie = zorgen voor rechtsbescherming
zodat de burger naar de. Bestuursrechter kan als de overheid zich bijvoorbeeld niet
houdt aan de normen of gelegitimeerd haar bevoegdheden gebruikt
Ontstaansgeschiedenis van de Awb
Vroeger was er eigenlijk alleen maar bijzonder bestuursrecht
Omdat dit zorgde voor veel verschillende wetten en het onduidelijk werd voor de
burger, is de Algemene wet bestuursrecht gemaakt in 1994 (gebeurde is fases)
Doelen van de Awb
Bevorderen van de eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
Systematiseren en vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving
Codificeren van jurisprudentie (er bestond veel rechtersrecht, maar dat stond
nergens opgeschreven = ongeschreven recht)
Regelen van algemene onderwerpen die niet goed passen in bijzondere regelgeving
Inde hoofdstukverdeling van de Awb is er
gekozen voor een gelaagde opbouw Begrip beroep HS 1
(piramide) eerste hoofdstukken zijn heel
Algemene bepalingen bezwaar en
breed (bijvoorbeeld over al het
beroep HS 6
overheidshandelen) en vervolgens worden Bijzondere
de onderwerpen steeds specifieker bepalingen
Zie rechts een voorbeeld van de
bezwaar
gelaagde opbouw van de Awb met HS 7
betrekking tot de rechtsbescherming
en beroep
HS 8
,De Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van groot belang voor de uniformering van het
bestuursrecht het al te gemakkelijk afwijken van de Awb in het bijzonder bestuursrecht
moet daarom worden voorkomen
Tegelijkertijd blijven er situaties waarin afwijken van de Awb noodzakelijk is
Bij de totstandkoming van de Awb zijn met het oog op deze problematiek
(uniformeren versus afwijken) vier categorieën Awb-regels onderscheiden
1. Dwingend recht = Awb is bindend, in beginsel er niet van afwijken, dat kan alleen
bij wet in formele zin (of in bijzondere wet wordt een noodzakelijke uitzondering
gemaakt op de Awb, moet in de memorie van toelichting worden gemotiveerd)
2. Regelend recht = Awb bevat de hoofdregel, maar staat afwijking uitdrukkelijk toe,
ook in lagere regelgeving (ook door lagere regelgevers) tenzij bij wettelijk
voorschrift (wetgeving in materiële zin = avv) anders is bepaald
3. Aanvullend recht = bijzondere wet bevat de hoofdregel maar wanneer daarin niets
staat, geldt de Awb bij wettelijk voorschrijft bepaald
4. Facultatief recht = bijzondere wetgever kan een bepaling uit de Awb van toepassing
verklaren (optioneel recht) indien dat bij wettelijk voorschrift is bepaald of voor
zover dat bij wettelijk voorschrift is bepaald
Kernbegrippen in het bestuursrecht (de b-begrippen)
Bestuursorgaanbegrip art. 1:1 Awb = een orgaan van een rechtspersoon die
krachtens publiekrecht is ingesteld (A-orgaan), of een ander persoon of college met
enig openbaar gezag bekleed (B-orgaan)
Belanghebbendebegrip art. 1:2 Awb = degene wiens belang rechtstreeks bij een
besluit is betrokken
Besluitbegrip art. 1:3 Awb = een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling
Openbaar lichaam = een aantal organen dat gezamenlijk een gemeenschapsband vormt
Binnen deze openbare lichamen onderscheiden we verschillende bestuursorganen,
die elk een aparte taak uitoefenen
De belangrijkste openbare lichamen zijn de territoriale openbare lichamen Staat,
provincie en gemeente
Globaal kan men zeggen dat openbare lichamen een algemeen (gekozen) bestuur
kennen, een dagelijks bestuur en een voorzitter
Naast territoriale openbare lichamen komen ook functionele openbare lichamen
voor, het gaat hier om een orde of instituut van een bepaalde beroepsgroep, dat met
regelgevende bevoegdheid is belast
Waarom is het zijn van bestuursorgaan van belang?
De Awb is alleen van toepassing op het handelen van bestuursorganen
Geen bestuursorgaan betekent dat er ook geen besluit kan worden genomen
Geen besluit betekent dat er ook geen sprake is van bestuursrechtelijke
rechtsbescherming (bezwaar en beroep)
,Waarom liever naar de bestuursrechter dan naar de civiele rechter?
Bestuursrechtspraak is laagdrempelig
o Geen verplichting om advocaat in te schakelen
o Lage griffierechten
o Relatief informele procedure
Er is procedurele rechtvaardigheid
o Lage eisen aan beroepschrift
o Actieve rol van bestuursrechter, ongelijkheidscompensatie door verticale relatie
Waarom is er een onderscheid tussen A-organen en B-organen bij de bestuursorganen?
A-organen zijn voor al hun handelingen (ook privaatrechtelijke en feitelijke
handelingen) gebonden aan de Awb
B-organen zijn alleen aan de Awb gebonden voor zover zij publiekrechtelijke
bevoegdheden uitoefenen
Criteria waaraan moet worden voldaan om een A-orgaan te zijn = (1) een orgaan van een (2)
rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
Publiekrechtelijke rechtspersonen worden genoemd in art. 2:1 BW/bijzondere wetten
o De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen
waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten
rechtspersoonlijkheid
o Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten
slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde
volgt
Organen = onderdelen van de rechtspersoon die eigen taken uitvoeren (hebben zelf
geen rechtspersoonlijkheid)
o Bijvoorbeeld organen van de Staat zijn de ministers en staatssecretarissen
Onderscheid tussen de rechtspersoon en de organen
Rechtspersoon is het privaatrechtelijk aanspreekpunt
o Sluit overeenkomsten en verricht andere privaatrechtelijke rechtshandelingen
o Is aansprakelijk uit onrechtmatige daad, niet de organen of individuele
gezagdragers mar de rechtspersoon wordt gedagvaard
Bestuursorgaan is het publiekrechtelijk aanspreekpunt neemt besluiten
Criteria waaraan moet worden voldaan om een B-orgaan te zijn = (1) een ander persoon of
college (2) met enig openbaar gezag bekleed
Een ander persoon of college = natuurlijke personen of privaatrechtelijke (art. 2:3
BW) rechtspersonen
Met enig openbaar gezag bekleed = zij zijn (voor een deel van hun activiteiten)
bevoegd eenzijdig rechten of plichten voor een ander in het leven te roepen of
bindend vast te stellen (wet geeft deze bevoegdheid)
Uitzonderingen op het bestuursorgaanbegrip art. 1:1 Awb lid 2 (tenzij art. 1:1 lid 3 Awb)
Zij vallen eigenlijk o der de definitie van A-orgaan, maar de wetgever wilde de Awb
niet op hun handelen van toepassing verklaren door hun staatsrechtelijke positie
, Manieren om openbaar gezag te verkrijgen
1. Wettelijk openbaar gezag op basis van een wettelijk voorschrift
2. Buitenwettelijk openbaar gezag (staat op gespannen voet met legaliteitsbeginsel, dus
het is een uitzonderingssituatie) overheid zet haar taken op afstand in een
privaatrechtelijke rechtspersoon, er is dan een soort semi-overheid
Gaat hier om privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen doen
Als de overheid een handlanger inzet mag geen ander rechtsregime gelden dan
wanneer de overheid die taak zelf uitvoert
o Dus bijvoorbeeld een door de overheid opgerichte stichting die overheidsgeld
moet verdelen is ook gebonden aan de bepalingen van de Awb
Uitspraak Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol (buitenwettelijk openbaar
gezag) stichting is opgericht door provincie Noord-Holland en NV Luchthaven Schiphol en
het bestuur wijst een aanvraag om een uitkering af bij een persoon die hierop aanvraag deed
Het bestuur van de stichting kan in schrijnende gevallen een uitkering in natura
verstrekken voor het ervaren van hinder door vliegverkeer
Er zijn twee cumulatieve criteria van de Raad van State om te kwalificeren als een
bestuursorgaan
1. Inhoudelijke vereiste = de criteria voor geldverstrekking moeten in beslissende maten
door één of meer A-organen worden bepaald
2. Financieel vereiste = de financiering van de stichting moet in overwegende mate (2/3 e
of meer) afkomstig zijn van één of meer A-organen
Oordeel Raad van State uitspraak Schiphol
Stichting is een privaatrechtelijke rechtspersoon (art. 2:3 BW), maar kan alsnog een
bestuursorgaan zijn, onder de bovenstaande cumulatieve criteria
Worden criteria geldverstrekking bepaald door één of meer A-organen? Nee, want
het bestuur van de stichting heeft zelf in het bestemmingsreglement criteria over het
verstrekken van een uitkering vastgesteld, dus is niet door een A-orgaan gedaan
Wordt de stichting in overwegende mate gefinancierd door A-organen? Nee, zowel
Noord-Holland als Schiphol financieren, gaat niet om 2/3e of meer door organen van
de provincie (Schiphol is een privaatrechtelijk rechtspersoon)
Dus het bestuur van de stichting is geen B-orgaan
Bestuursorgaanbegrip is met deze uitspraak verruimd, naast wettelijk openbaar gezag is er
ook buitenwettelijk openbaar gezag
Awb kan worden gekwalificeerd als de aanbouwwet = de Awb komt niet als geheel tot stand,
maar in delen die tranches worden genoemd (en in tussentijdse aanvullingen e.d.)
Geeft de ruimte om aan de hand van de rechtsontwikkeling steeds nieuwe
onderwerpen in de wet te regelen
Handhavingsrecht (art. 5:1 Awb e.v.)
Ook bestuursorganen hebben de bevoegdheid om handhavend op te kunnen treden
Zo kan er voldaan worden aan effectief herstel van overtredingen want als een
bestuursorgaan direct een boete kan opleggen is dat veel effectiever dan dat er eerst
een heel strafproces aan vooraf gaat
o Omdat dit kan plaatsvinden is het ook belangrijk dat je hier rechtsbescherming
tegen hebt bestuursrechter (niet de strafrechter)