Samenvattingen Ogen doen onderzoek
Hoofdstuk 1 Het onderzoeksproces
1.1 Een voorbeeld
Een samenhang tussen twee kenmerken (X en Y) wil nog niet zeggen dat het ene kenmerk het ander
beïnvloedt. Voordat men daartoe kan concluderen, moet nog aan twee andere voorwaarden voldaan
zijn:
1. Men moet er zeker van zijn dat kenmerk X in tijd aan kenmerk Y voorafgaat.
2. Men moet er zeker van zijn dat Y ook werkelijk mede door X beïnvloed wordt.
Experimenteel onderzoek:
Men is veel beter in staat het onderzoek zo op te zetten, dat alternatieve verklaringen niet
plausibel zijn.
De groepen worden zo samengesteld die men wil vergelijken.
Er is gemakkelijker te voldoen aan de eis dat kenmerk X in tijd aan kenmerk Y vooraf moet
gaan.
Kenmerk X manipuleert men en daarna nagaan wat er met kenmerk Y gebeurd.
De resultaten zijn op minder mensen van toepassing.
Makkelijker om een veronderstelde oorzaak vast te stellen.
Correlationeel onderzoek:
De groepen die men wil vergelijken kun je niet zelf samenstellen.
In correlationeel onderzoek kan men niet zo gemakkelijk voldoen aan de eis dat kenmerk X in
tijd aan kenmerk Y vooraf moet gaan.
Kenmerk X en kenmerk Y worden niet gemanipuleerd. Beide kenmerken worden op een vast
tijdstip samengesteld.
De onderzoeker is meer geïnteresseerd in de invloed van verscheidene factoren op een
bepaald verschijnsel.
De resultaten zijn op veel meer mensen van toepassing.
Statistisch significant: een verschil in een kleine groep geldt waarschijnlijk ook voor de grotere groep
waaruit de kleine groep voor het onderzoek geselecteerd is.
1.2 Fasen in het onderzoeksproces
Conceptueel model: de onderzoeker ontwikkelt een aantal ideeën over het te onderzoeken probleem.
Hypothese: aantal verwachtingen over hoe bepaalde verschijnselen met elkaar samenhangen.
Probleem > theoretisch kader > conceptueel model > onderzoeksontwerp > vertaling van theoretische
termen uit conceptueel model > verwerken en analyseren resultaten > resultaten > rapporteren
,Hoofdstuk 2 Probleem, theorie en conceptueel model
2.1 Probleem
Elk onderzoek begint met een probleem en het doel van elk onderzoek is inzicht krijgen in het
probleem.
Maatschappelijke relevantie: Door onderzoek naar het probleem te verrichten hoopt men in de
toekomst iets aan de oplossing ervan te kunnen doen.
2.2 Theorie
Komen tot een goede theoretische encadering:
1. Kaart aanmaken bij elk boek of artikel dat men leest: vermelden van naam of namen van de
auteur(s), de titel van het boek, jaar en plaats van uitgave en uitgever, welke onderwerpen er
worden behandeld en welke informatie of mening de auteurs daarover weergeven.
2. Per begrip of onderwerp wordt een kaart aangelegd. Met behulp van het eerste kaartsysteem
kan men vervolgens nagaan in welke boeken of artikelen en waar precies men iets kan
terugvinden over het betreffende onderwerp.
Conceptueel model: Doel van bovenstaande werkzaamheden is het probleem in een theoretisch kader
te plaatsen.
2.3 Het conceptueel model
2.3.1 Het onderzoekselement
Onderzoekselement: Diegenen op wie de kenmerken van het probleem betrekking hebben.
Individuen
Paren (bijv. echtgenoten)
Groepen (bijv. bovenbouw en onderbouw)
Collectiviteiten: groeperingen waarvan de leden solidair zijn ten opzichte van elkaar op grond
van gemeenschappelijke waarden.
Operationele definitie van het onderzoekselement: Er wordt precies vastgelegd welke
onderzoekselementen voor het onderzoek in aanmerking komen.
2.3.2 Variabelen
Variabele: Een kernmerk dat onderzoekselementen al of niet, of in verschillende mate kunnen
bezitten.
Theoretische variabele: De onderzoeker moet duidelijk maken wat hij onder een variabele verstaat.
Empirische variabele: Wanneer in het onderzoeksontwerp is vastgesteld hoe deze variabele in
werkelijkheid gemeten wordt.
Hypothesen: Verwachtingen over hoe de geselecteerde kenmerken met elkaar zullen samenhangen.
Afhankelijke variabele: Variabelen waarvan men wil verklaren waarom die een bepaalde waarde heeft
bij bepaalde onderzoekselementen.
Onafhankelijke variabele: Variabelen waarvan men in het conceptueel model verwacht dat ze een
verklaring geven voor de verschillende waarden van de afhankelijke variabele.
Interveniërende variabelen: Wanneer een variabele zowel afhankelijk als onafhankelijk is.
VB: Belangstelling ouders > studiemotivatie (= interveniërende variabele) > voortijdig schoolverlaten
Moderator-variabelen: Wanneer een variabele een meer genuanceerde verklaring zal geven voor de
samenhang tussen een afhankelijke en een onafhankelijke variabele.
VB: Motivatie > prestatie
|
Intelligentie
Controle-variabelen: Worden betrokken in een onderzoek om een garantie te hebben dat de groepen
die de onderzoeker wil vergelijken, in elk geval niet verschillen in de controle-variabele. Worden
gebruikt om groepen gelijk te maken.
, VB: geslacht, leeftijd en mate van gedragsstoornissen per groep gelijk.
Testvariabelen: Worden betrokken in correlationeel onderzoek om te kunnen vaststellen, of een
samenhang tussen twee andere variabelen als een causale samenhang beschouwd mag worden.
Samenhang kan mogelijk ook door een derde variabele veroorzaakt worden.
2.3.3 Hypothesen
Hypothese: Een uitspraak van de onderzoeker over hoe twee of meer variabelen met elkaar
samenhangen (verwachte relatie tussen variabelen). Er zijn verschillende soorten:
Positief lineaire hypothese: Men verwacht dat bij het stijgen van de waarde van het ene
kenmerk ook de waarde van het andere kenmerk hoger wordt.
Negatief lineaire hypothese: Wanneer het toenemen van het ene verschijnsel samengaat met
het afnemen van het andere verschijnsel.
Curvelineaire hypothese: Wanneer er niet zo’n rechtlijnig verband verondersteld wordt tussen
twee variabelen.
Causale hypothese: Een onafhankelijke variabele beïnvloedt een afhankelijke variabele.
Niet causale hypothese: Men kan niet spreken van een afhankelijke en onafhankelijke
variabele.
2.4 Toetsend, explorerend en beschrijvend onderzoek
Explorerend onderzoek: Als de onderzoeker in zijn conceptueel model nog niet in staat is expliciet
hypothesen te formuleren over hoe bepaalde variabelen zullen samenhangen of elkaar zullen
beïnvloeden.
Toetsend onderzoek: Er wordt een beperkt aantal (soms één) gewoonlijk aan de theorie ontleende,
onderling samenhangende hypothesen aan empirisch materiaal getoetst.
Beschrijvend/descriptief onderzoek: De onderzoeker is in feite niet geïnteresseerd in de wijze waarop
twee of meer variabelen met elkaar samenhangen of elkaar beïnvloeden.
2.5 Het concretiseren van het conceptueel model
Het conceptueel model bestaat uit drie onderdelen:
Het onderzoekselement wordt gedefinieerd;
De variabelen worden opgenomen die volgens de onderzoeker relevant zijn voor het
probleem;
Er wordt aangegeven op welke wijze de variabelen met elkaar samenhangen of elkaar
beïnvloeden (formulering hypothese).
Antwoorden die de onderzoeker in zijn onderzoeksontwerp moet geven op de volgende vragen:
Welke onderzoekselementen komen in feite voor het onderzoek in aanmerking?
Op welke wijze worden de variabelen uit het conceptueel model geoperationaliseerd (hoe
moet de onderzoeker in werkelijkheid vaststellen in welke mate de onderzoekselementen
deze kenmerken bezitten)?
Op welke wijze worden er gegevens over de onderzoekselementen verzameld?
Zijn de verzamelde gegevens geldig en betrouwbaar?
Op welke wijze moeten de gegevens, als ze eenmaal verzameld zijn, verwerkt worden?
Op welke wijze moeten de gegevens geanalyseerd worden?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JuliaM1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.