Samenvatting voor de MC-toets van eind blok 2 Vermogen en Recht, jaar 1 Hbo Rechten. Leerstof boeken: inleiding in het Nederlandse recht en Zwaartepunten van het Vermogensrecht. Eindcijfer 7,8.
WEEK 1 INLEIDING & TOTSTANDKOMING VAN DE OVEREENKOMST
TOTSTANDKOMING VAN EEN OVEREENKOMST
Stap 1 -> Art. 3:33 BW een rechtshandeling vereist een rechtsgevolg gerichte wil die door een verklaring heeft
geopenbaard.
Stap 2 -> Art. 6:217 BW een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan:
wilsovereenstemming.
BERGRIP VERMOGENSRECHT
"Vermogen” alle op geldwaarbare rechten en plichten.
Vermogensrecht is een objectief recht en omschrijft subjectieve rechten en plichten die onderdeel van een
vermogen kunnen zijn.
• Rechtssubjecten = dragers van deze rechten en plichten.
• Objectief recht = geheel aan rechtsregels en normen die gelden voor iedereen.
• Subjectief recht – concrete recht van een persoon.
Subjectieve vermogensrechten
1. Absolute rechten
a. Volledige rechten
i. Eigendomsrecht = meest omvattende recht, geldt ten opzichte van iedereen.
ii. Auteursrecht = voortbrengselen van de menselijke geest.
b. Beperkte rechten
i. Goederen -> zaken en rechten (vruchtgebruik, pandrecht, hypotheekrecht)
ii. Zakelijke rechten (opstal, erfdienstbaarheid, appartementsrecht, erfpacht)
1. Genotsrechten = vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, appartementsrecht,
erfpacht, opstal.
2. Zekerheidsrechten = hypotheekrecht, pandrecht.
2. Relatieve rechten/persoonlijke rechten = bevoegdheid ten opzichte van een of meerdere personen.
Vorderingsrecht = aanspraak van ene deelnemer aan rechtsverkeer op andere.
Inhoud = prestatie -> doen, geven, nalaten.
Begrip = verbintenis -> gehele rechtsbetrekking
GOEDERENRECHT/VEBRINTENISSENRECHT
Goederenrecht -> regelt verhouding tussen burgers en goederen.
Verbintenissenrecht -> regelt verhouding tussen burgers en/of ondernemingen onderling.
VEBRINTENISSENRECHT
Verbintenis = vermogensrechtelijke relatie tussen twee personen waarbij de één (schuldeiser) recht heeft op
een prestatie en de ander (schuldenaar) verplicht is tot het verrichten van die prestatie.
• Rechtssubjecten
o Schuldeiser -> vorderingsrecht
o Schuldenaar -> schuld
• Rechtsobject -> prestatie
,BRONNEN VAN VERBINTENISSEN
1. Rechtshandeling
a. Eenzijdig
b. Meerzijdig = overeenkomst Art. 6:213 BW
2. De wet art. 6:1 BW
Schadevergoedingsverbintenissen
a. Onrechtmatige daad Art. 6:162 BW
b. Rechtmatige daad -> Zaakwaarneming Art. 6:200 BW
c. Wanprestatie Art. 6:74 BW
GOEDERENRECHT
1. Goederen art. 3:1 BW
2. Zaken Art. 3:2 BW
a. Roerende zaken Art. 3:3 lid 2 BW
b. Onroerende zaken Art. 3:3 lid 1 BW
3. Vermogensrechten Art. 3:6 BW
4. Registergoederen Art. 3:10 BW
• Absoluut recht = rechten op goederen die rechthebbende tegenover iedereen kan inroepen =
derdenwerking.
Voorbeeld:
• Absoluut recht in tegenstelling tot subjectief recht voorbeeld:
ABSOLUTE RECHTEN IN DE WET (GOEDERENRECHT)
Beperkte rechten op goederen boek 3
1. Vruchtgebruik art. 3:201 BW
2. Pandrecht art. 3:227 BW
3. Hypotheekrecht art.3:227 BW
BESCHIKKINGSBEVOEGDHEID
= Recht om goed te vervreemden of te bezwaren.
• Vervreemden = recht om het goed uit je vermogen te brengen door middel van overdracht.
• Bezwaren = recht om het goed met beperkt recht te bezwaren.
, RECHTSFEITEN
= feiten waaraan het recht een gevolg verbindt.
1. Blote rechtsfeiten -> zonder menselijk gedrag veroorzaakt = geboorte, overlijden.
2. Menselijke handelingen
a. Rechtshandeling = handeling met beoogd rechtsgevolg.
i. Eenzijdig = rechtsgevolg door 1 persoon tot stand gebracht.
ii. Meerzijdig = wil van twee personen vereist.
b. Feitelijke handeling met rechtsgevolg = handeling zonder beoogd rechtsgevolg.
i. Onrechtmatige daad art. 6:162 BW = verbintenis schadevergoeding
ii. Rechtmatige daad
1. Zaakwaarneming art. 6:198 BW
2. Onverschuldigde betaling art. 6:203 BW
3. Ongerechtvaardigde verrijking art. 6:212 BW
iii. Wanprestatie = tekortkoming in de nakoming art. 6:74 BW
GOEDERENRECHT IN VERHOUDING TOT VERBINTENISSENRECHT
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RachelHvA. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.