Samenleving, opvoeding en onderwijs
tentamen
Week 1 leerdoelen
Wat houdt een sociologisch perspectief op opvoeding en onderwijs in en dit met voorbeelden
illustreren:
- Een sociologisch perspectief op opvoeding en onderwijs richt zich op het begrijpen van
sociale structuren, interacties en patronen die van invloed zijn op educatieve processen.
Het plaatst individuele ervaringen binnen de bredere maatschappelijke context.
- Sociologen onderzoeken hoe sociale factoren zoals cultuur, klasse, gender en etniciteit de
opvoeding en het onderwijs beïnvloeden. Bijvoorbeeld, een sociologisch perspectief kan
kijken naar hoe sociaal-economische status de kansen op educatief succes beïnvloedt. Het
bestudeert ook hoe onderwijsinstellingen bijdragen aan sociale reproductie of sociale
mobiliteit.
- Voorbeeld: Stel dat we kijken naar de rol van gender in het onderwijs. Een sociologisch
perspectief zou niet alleen individuele gevallen van genderongelijkheid onderzoeken,
maar ook de bredere structuren analyseren die de genderkloof in het onderwijs
veroorzaken. Bijvoorbeeld, hoe genderstereotypen invloed hebben op de vakkenkeuze van
leerlingen en de manier waarop docenten hun verwachtingen uiten ten aanzien van
jongens en meisjes.
Wat is de toegevoegde waarde van een sociologisch perspectief voor pedagogische
wetenschappen en kunnen hier argumenten voor geven:
- De toegevoegde waarde van een sociologisch perspectief voor pedagogische
wetenschappen ligt in het vermogen om verder te kijken dan individuele gevallen en de
bredere maatschappelijke context te begrijpen waarin opvoeding en onderwijs
plaatsvinden.
- Sociologie helpt pedagogen om de invloed van maatschappelijke structuren op
onderwijsprocessen te begrijpen. Het biedt een kader om sociale ongelijkheden te
analyseren en de impact van beleid op educatieve uitkomsten te evalueren. Door
sociologische concepten te integreren, kunnen pedagogen beter inspelen op de diversiteit
van leerlingen en effectievere en meer inclusieve onderwijspraktijken bevorderen.
- Argumenten
o Analyse van Maatschappelijke Ongelijkheden: Een sociologisch perspectief helpt
pedagogen sociale ongelijkheden in het onderwijs te identificeren en aan te
pakken. Door te begrijpen hoe factoren zoals klasse, etniciteit en gender
educatieve kansen beïnvloeden, kunnen pedagogen strategieën ontwikkelen om
gelijkheid te bevorderen.
o Beïnvloeding van Onderwijsbeleid: Sociologische inzichten zijn cruciaal bij het
evalueren van onderwijsbeleid. Pedagogen kunnen argumenten aandragen over
hoe beleid bepaalde groepen bevoordeelt of benadeelt, en hoe dit beleid kan
worden aangepast voor meer inclusiviteit.
o Diversiteit in de Klas: Sociologie helpt pedagogen om de diverse achtergronden
van leerlingen te begrijpen. Door rekening te houden met culturele, sociale en
economische factoren, kunnen pedagogen onderwijspraktijken aanpassen om
beter aan te sluiten bij de behoeften van verschillende leerlingen.
,Hoorcollege 1
Het vak SOO
Centraal staat de relatie tussen
- Onderwijs en opvoeding (praktijken en ideeën)
- Maatschappelijke ontwikkelingen, sociale structuren en machtsverhoudingen
Opvoeding en onderwijs vinden in de samenleving plaats en zijn daarmee verwerven
- Hoe ouders hun kinderen opvoeden en wat de aard van de relatie tussen ouders en
kinderen is, hangt af van hun sociale omgeving en van de maatschappij als gehele
- Opvoedingspraktijken en ideeën over (de doelen van) opvoeding hangen samen met in
(delen van) de samenleving dominante opvattingen, met maatschappelijke structuren,
economische, politieke en culturele ontwikkelingen
De relatie tussen de samenleving (aan de ene kant) en ideeën over praktijken van opvoeding
en onderwijs staat centraal
COVID-19 als één van de voorbeelden van hoe ontwikkelingen in de samenleving invloed
uitoefenen op opvoeding en onderwijs
- Het gaat in SOO niet alleen om speciale gebeurtenissen. Relatie tussen de samenleving en
opvoeding en onderwijs gaat veel dieper
- In SOO vullen we het pedagogisch en psychologisch perspectief aan met een sociologisch
perspectief op opvoeding en onderwijs
Illustratie sociologisch perspectief
Maatschappelijke discussie over toename van het aantal jongen met psychische problemen,
waaronder:
ADHD, een term voor gedragsproblematiek met betrekking tot concentratie, hyperactiviteit en
impulsiviteit
Diagnose wordt gesteld aan de hand van criteria genoemd in de DSM-5
Zorgen over toename aantal diagnoses en toenemend medicijngebruik
- 2003-2013: verviervoudiging van aantal kinderen dat medicatie gebruikt voor ADHD
Verklaring: biomedisch, psychologisch, orthopedagogisch, sociologisch perspectief
Biomedisch perspectief
Nadruk op gedragssymptomen van ADHD als een weerspiegeling van een neurologische
ontwikkelingsstoornis en biologische overerving
ADHD als aanwijsbaar hersendefect
- Totale hersenvolume zou kleiner zijn en verbindingen tussen bepaalde delen zouden
anders zijn
- ADHD als erfelijk
ADHD als ziekte met persistent karakter
Medicatie als behandelingsmethode die voorkeur geniet
Orthopedagogisch perspectief
Nadruk op aard en achtergronden van problemen bij opvoeden
- Spanningen binnen gezin -> gedragsproblemen
ADHD wordt als meer dynamisch gezien
Longitudinaal onderzoek: 70% van de gediagnosticeerde voldoet na 8 jaar niet meer aan de
criteria van een ADHD-diagnose
Gedragstherapie als behandelingsmethode die de voorkeur geniet
Sociologisch perspectief
Kritisch op individualisering gedragsproblemen
- “Er is iets mis met een individu” (kind/ouder)
- “Probleem ligt niet in de samenleving, kan wel gevolgen hebben voor samenleving”
, Gedragsproblemen zijn niet gelijkmatig verdeeld over de bevolking
- In geval van armoede, hogere prevalentie van ADHD en meer comorbiditeit
- Probleem kan dus wel degelijk ook in de samenleving liggen
o Toename kan met maatschappelijke veranderingen te maken hebben
Nadruk op belang van maatschappelijke en sociale context voor manier waarop ADHD wordt
begrepen, ervaren en mee om wordt gegaan
Toename als gevolg van sociale en maatschappelijke veranderingen, zoals
- Veranderende eisen aan kinderen
- Veranderingen in het zorg- en onderwijsstelsel
- Versmalling bandbreedte van wat als “normaal” gedrag wordt beschouwd
Veranderende eisen aan kinderen
Onderwijs: meer nadruk op algemene vorming, theorie en abstracte kennis. Belang van
praktijkonderwijs afgenomen
Overheid investeert in een kenniseconomie, waarin hoog aantal hoog-opleidingen wordt
nagestreefd
- Verlenging van leerplicht van 16 naar 18 (2007)
- Toegenomen druk om te presteren
Veeleisende omgeving kan beperkingen opleggen
- Criterium van disfunctioneren: slecht opletten als belemmering
Veranderingen in zorgstelsel
Systeem van prestatiebekostiging in zorg: financiële prikkel om diagnose te stellen en zorg te
leveren
- Ook wanneer problematiek niet volledig aan DSM classificatie voldoet …
Leerlinggebonden financiering (extra geld voor begeleiding leerlingen): prikkel voor scholen
om op een diagnose aan te sturen
Sociale normen “normaal” versus “abnormaal”
Gedragskenmerken van ADHD zijn normaal verdeeld over de bevolking
Geen objectieve afkapgrens van wat als “normaal” gedrag wordt beschouwd
Sociale normen van invloed, gevormd door sociale groep
- Verschuiving criteria > verschuiving van omvang groep
Bandbreedte lijkt te zijn versmald: afwijken van gemiddelde steeds minder getolereerd
Medicalisering van het probleem
Ontwikkeling niet verslavend middel (Ritalin) > bereidheid om ADHD op te nemen in DSM
Druk van lobbygroepen van ouders (ADHD als medisch in plaats van sociaal probleem): soms
gefinancierd door farmaceutische bedrijven
Conrad (2006): behandeling ging vooraf aan de diagnose
Veranderende publieke attitudes psychiatrie
Lagere drempel om hulp te zoeken: beter weten van de weg > eerder/vaker hulp zoeken
Meer positieve attitude ten opzichte van gebruik medicatie voor psychische aandoeningen
Veranderde verhouding arts – patiënt
Discours in media
Discours in de media legt nadruk op risico’s van onbehandelde ADHD
- Verhoogd risico op depressie bij volwassenen
- Verhoogd risico op verslaving en criminaliteit
- Verhoogd risico op schooluitval
Clarke (2011): discours is vaak anti-psychiatrisch en pro-medicalisering
Wat leert dit voorbeeld ons?
Opvoeding en onderwijs worden beïnvloed door
, - In (delen van) de samenleving dominante opvattingen. In dit geval wat geldt als
“normaal” en “abnormaal” gedrag
- Economische ontwikkelingen: behoefte voor geschoolde arbeiders
- Politieke ontwikkelingen: veranderingen in zorgstelsel
Een sociologisch perspectief maakt voor pedagogen alternatieve verklaringen en
benaderingswijzen inzichtelijk en mogelijk
Sociologisch perspectief
Opvoeding en onderwijs
De rol die opvoeding en onderwijs in een samenleving spelen
Het feit dat opvoedingspraktijken sociale praktijken zijn, die ingebed zijn in een bredere
maatschappelijke context
- Sociologen ontkennen niet dat ouders kinderen opvoeden, maar zij leggen de nadruk op
rol van de samenleving daarin
Spijt-moeders
Aanleiding: vrouwen die geen kinderen willen, krijgen met regelmaat te horen dat ze daar spijt
van zullen krijgen
Sociologe Orna Donath: onderzoek naar vrouwen die spijt hebben gekregen van moederschap
Studie: interviews met 23 vrouwen die moederschap berouwen
Ondanks de liefde voor hun kinderen, zouden ze het moederschap het liefst ongedaan willen
maken
- Velen beschrijven vorm van verlies van zelf, vrijheid, controle en tijd
Kernboodschap
- Er zijn moeders met spijt
- Spijt als alarmbel: worden vrouwen richting moederschap geduwd? Zijn vrouwen volledig
vrij om te kiezen?
Doel
- Bewustwording
- “Spijt” als één van de vele emoties die vrouwen kunnen voelen over moederschap
Maatschappelijke invloeden op keuze van vrouw:
- Moederschap als natuurlijk pad voor de vrouw
- Vrouwen die geen kinderen willen worden met regelmaat weggezet als egoïstisch,
individualistisch, labiel of gestoord
- Collectieve opvattingen over hoe moeders zich behoren te voelen en gedragen
Sociologisch perspectief
Een sociologisch perspectief is per definitie niet individualiserend (ook als het wel over
individuen gaat). Individuele keuzes worden beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen
en structuren én door hoe individu betekenis geeft aan sociale omgeving
Het individu wordt altijd gevoed met maatschappelijke ingrediënten (Wielemans)
- De samenleving en haar dominante denkwijzen, interesses, (on)waarden, (on)zin vestigt
zich in individuele hoofden en harten
Bij Bronfenbrenner (en in pedagogiek) is het zich ontwikkelende kind het uitgangspunt
In de sociologie verschijnen individuen altijd als elementen in wijdere sociale figuraties
De relatie tussen individu en sociale omgeving is niet extern, maar intern
- Het individu als preciale eenheid bestaat niet
o Hier gaat Bronfenbrenner (en de pedagogiek) wel vanuit
Wielemans: mens als “knooppunt van relaties”
Individu internaliseert de maatschappij
- Beïnvloedt ons denken, waarderen en interpreteren
De samenleving en haar dominante denkwijzen, interesses, (on)waarden, (on)zin vestigt zich
in individuele hoofden en harten