“Aardrijkskundige” bijvoeglijke naamwoorden
Vanaf klas 3H/V worden dit soort woorden steeds belangrijker. Ze zeggen iets
over een zelfstandig naamwoord.
Vb. geef een economische verklaring om te verhuizen naar gebied A.
Er zijn misschien heel veel verklaringen om te verhuizen naar A.
- Nieuwe liefde.
- Nieuwe baan.
- Je huis in het oude gebied zal worden gesloopt.
- In gebied B zijn sociale onlusten uitgebroken.
Kortom, een hele lijst met mogelijke verklaringen. Door er een bijvoeglijk
naamwoord voor te plaatsen geven we richting en beperking.
Uit het lijstje van vier mogelijke verklaringen is alleen de tweede (nieuwe baan)
een economische verklaring.
Dus door goed te lezen zorg je ervoor dat je snel ziet welk soort antwoord er
moet komen en welke niet.
Voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden:
Sociaal: mensen (zeer breed)
Economisch: geld, werk, opleiding, werkloosheid etc.
Demografisch: geboorte, sterfte, migratie
Cultureel: geloof, eten, normen& waarden, taal
Politiek: grenzen, besluiten, macht
Historisch: verleden, beslissingen, etc. (vb. WOII leidde tot een tweedeling in
Europa)
Geografisch: ruimtelijk (waarom weinig mensen in alpen? Veel reliëf)
Fysisch: alles met de natuur zoals klimaat, geologie etc. etc.
Soms gecombineerd:
Sociaal- economisch: iets met mensen en geld, bijv. inkomen, opleiding
Fysisch- geografisch: iets met natuur en ruimtelijk (want aardbevingen komen
niet overal voor…)
Politiek- geografisch: iets met grenzen, verbonden, landen etc.
Etc, etc.