Een uitgebreide samenvatting van het boek 'Verbintenissenrecht begrepen' met duidelijke uitleg en voorbeelden. - Periode B: - Cijfer: zelf heb ik een 8,2 gehaald.
1.1 Inleiding
Verbintenis: Een juridische relate tussen twee (of meer) partjenn waarbij de ene partj verplicht
is tot teen op geld waardeerbare prestate waarop de andere partj recht heef.
Iets wat je volgens het recht verplicht bent om te doen of te laten.
Prestate: Deze verplichtng tot een doen of laten.
We spreken alleen van een verbintenis als het gaat om een verplichtng tot prestates die ‘geld waard
zijn’. Het moet op geld waardeerbaar zijn.
Voorwaarden verbintenis:
1. Minimaal 2 personen betrokken
2. De ene partj heef recht op iets
3. De andere partj is ergens toe verplicht
Als je een verbintenis niet nakomtn ben je aansprakelijk voor de gevolgen.
Verbintenissen ontstaat uit:
1. De wet
2. De overeenkomst
1.2 Verbintenissen uit overeenkomst
- Je sluit zelf een koopovereenkomstn als je een drankjen nieuwe cd of wat dan ook koopt.
- Als je een bijbaantje neemtn sluit je een arbeidsovereenkomst.
Uit deze overeenkomsten vloeien rechten en verplichtngen verbintenissen.
Een overeenkomst is eigenlijk een afspraak tussen 2 partjen. Deze overeenkomst komt tot stand
door een aanbod en een aanvaarding.
Hieruit moet blijken dat de wil van beide partjen overeenkomt. Wilsovereenstemming
Bij de meeste overeenkomsten ontstaan 2 verbintenissen (bank moet jou geld lenenn jij moet het
terugbetalen).
- Wanneer een verbintenis wordt nagekomenn houdt zij op te bestaan. Dit noemt men tenietgaan
van een verbintenis.
Prestate: object van de verbintenis
Rechtssubjecten: dragers van rechten en plichten
Schuldeiser (crediteur): partj die recht heef op een prestate
Schuldenaar (debiteur): partj die de prestate moet verrichten.
Wanprestate: een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Als een verbintenis niet
goed wordt nagekomen.
Een verbintenis kan ook een verplichtng inhouden om iets te laten. Je mag dan juist iets niet doen.
Bij het concurrentebedingn mag je bijvoorbeeld niet nadat je ontslag hebt genomen bij een
concurrerend bedrijf gaan werken.
,1.3 Verbintenissen uit de wet- onrechtmatge daad
Een verbintenis uit de wet is meestal een onrechtmatge daad. Je doet iets (expres of per ongeluk)
en daardoor moet je nu iets doen voor de andere partj.
Bijvoorbeeld: Je maakt een vaas kapot bij je oman nu moet je deze wetelijk gezien terugbetalen.
Anders dan bij een overeenkomst ontstaat er bij een onrechtmatge daadn normaal gesprokenn
slechts 1 verbintenis.
Voor aansprakelijkheid uit een onrechtmatge daad kun je een WA-verzekering afsluiten; een
verzekering tegen wetelijke aansprakelijkheid. Een WA- verzekering biedt geen dekking als je iets
expres hebt gedaan.
1.4 Andere verbintenissen uit de wet- rechtmatge daad
Voorbeelden van rechtmatge daad:
1. Onverschuldigde betaling
2. Ongerechtvaardigde verrijking
3. Zaakwaarneming
Onverschuldigde betaling: als iemand per ongeluk 2 miljoen euro op je bankrekening stortn ben
je dit verplicht terug te betalen.
Ongerechtvaardigde verrijking: omdat jij die 2 miljoen op je bankrekening had staann heb je
daarover rente gekregen. Ook dit moet je dan terugbetalen.
Zaakwaarneming: doet iemand anders iets voor joun maar moet jij hem wel terugbetalen. Stel je
bent op vakante en de buurman merkt dat het raam kapot is door een tak. Hij laat het raam
maken omdat er anders makkelijk ingebroken kan worden. Dit moet jij dan wel aan de buurman
terugbetalen.
1.5 Verbintenissenrecht; onderdeel van het privaatrecht
Het verbintenissenrecht is onderdeel van het privaatrecht. Het privaatrechtn burgerlijkrecht of
civielrechtn is het recht dat de betrekking tussen burgers onderling regeltn ook de verhouding van
burgers en hun vermogen. Publiekrecht regelt tussen overheid en burger.
1.6 Privaatrecht: vermogensrecht en personenrecht
Het privaatrecht kan worden onderverdeeld in
1. Het vermogensrechten
2. Het personenrecht.
Het personenrecht regelt wie er in het privaatrecht drager kunnen zijn van rechten en plichten. Het
kan worden onderverdeeld in het personen- en familierecht en het rechtspersonenrecht. Het
personen- en familierecht bevat de regels die gelden voor natuurlijke personen. Het
rechtspersonenrecht bevat de regels voor rechtspersonen.
In het vermogensrecht staan alle regels omtrent het vermogen centraal.
Vermogen: alles dat een natuurlijk persoon of rechtspersoon bezit en op geld waardeerbaar is.
Het vermogensrecht valt uiteen in
1. Het goederenrecht
2. Het verbintenissenrecht.
Goederenrecht: bepaalt waaruit een vermogen kan bestaan.
, Verbintenissenrecht: geef vervolgens aan hoe je je vermogen kunt verhandelen en bepaald wat
er gebeurt als iemand schade toebrengt aan je vermogen.
1.7 Overheid en privaatrecht
De handhaving van het publiekrecht gebeurt door de overheid. Het initatef ligt bij de burgers en
rechtspersonen zelf. De rechtssubjecten van het privaatrecht dienen dus zelf acte te ondernemen
om de regels te handhaven. Hiervoor hebben ze wel bevoegdheden en de overheid stelt faciliteiten
beschikbaar zoals een civiele rechter.
1.8 Privaatrecht; wetgeving
Het verbintenissenrecht is voor het grootste deel geregeld in het burgerlijk wetboek.
1.9 Opbouw en structuur van het Burgerlijk Wetboek
Boek 1: Personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonen
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
Boek 4: Erfrecht
Boek 5: Zakelijke rechten
Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
Boek 7A: Bijzonder overeenkomsten; vervolg
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: Internatonaal privaatrecht
1.10 Gelaagde opbouw van het BW
Des te gedetailleerder de regels wordenn des te verder kom je dus in het BW. We spreken daarom
van een gelaagde opbouw van algemeen naar bijzonder.
1.12 Beginselen en uitganspunten van het privaatrecht
1. Contractsvrijheid: de partjen in het verbintenissenrecht zijn vrij om overeen te komen wat
zij willenn zolang dit niet verboden is.
2. Pacta sunt servanda: overeenkomsten moeten worden nagekomen.
3. Vormvrijheid: zolang de wet niet ander bepaaldn geldt er geen speciale vorm waarin
handelingen verricht moeten worden. Uit bewijstechnisch oogpunt is het wel praktsch om
zaken zo veel mogelijk schrifelijk op te stellenn maar de wet eist het niet.
4. Dwingend recht: betekent dat er niet van mag worden afgeweken. Andere bepalingen
hebben een aanvullend karaktern hier mag van worden afgeweken.
5. De redelijkheid en billijkheid: partjen zijn verplicht zich redelijk en billijk naar elkaar te
gedragen. De redelijkheid verwijst naar het verstand en de billijkheid naar ons rechtsgevoel.
6. Bijzonder gaat voor algemeen: de bijzondere regel gaat voor de algemene regel.
1.13 Procederen in het privaatrecht: materieel en formeel recht
Materieel betekent inhoudelijk. Het materiële privaatrecht bepaaltn wie in welke situate waarop
recht heef. Het formele recht bestaat uit procedures. In het verbintenissenrecht bepaalt het
materiële recht dus onder andere welke verbintenissen er uit een overeenkomst ontstaann wat de
gevolgen van het plegen van een onrechtmatge daad zijn enzovoort. Het formele recht regelt onder
andere hoe je iemand voor de civiele rechter kunt dagen en hoe de rechter tot een uitspraak komt.
Een hoofdregel bij het procesrecht is: wie steltn bewijst. Als jij iets eist moet je dit ook kunnen
bewijzen. De rechter kan de bewijslast ook omkerenn dan moet de andere partjen bewijzen dat iets
niet gebeurd is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daniquevandentweel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.