Toetsmatrijs kennistoets GGZ/VGZ
Aantal
Doelen (beoordelingsaspect)
vragen
Verpleegkunde
Je kunt de oorzaken, verschijnselen, behandeling en prognose van schizofrenie en andere psychotische 2
stoornissen herkennen en beschrijven
Je kunt de belangrijkste verpleegkundige interventies die worden toegepast bij psychotische 2
stoornissen herkennen en beschrijven
Je kunt met betrekking tot stemmingsstoornissen van de volgende begrippen oorzaken, verschijnselen, 2
behandeling en prognose uitleggen en van elkaar onderscheiden:
depressieve episode
manische episode
hypomane episode
gemengde episode
unipolaire stoornis
depressieve stoornis
dysthyme stoornis
bipolaire stoornis
Je kunt de belangrijkste verpleegkundige interventies die worden toegepast bij stemmingsstoornissen 2
herkennen/beschrijven
Je kunt van de volgende angststoornissen de oorzaken, verschijnselen, behandeling en prognose 2
herkennen en er uitleg over geven:
paniekstoornis en agorafobie
sociale fobie
enkelvoudige fobie
gegeneraliseerde angststoornis
OCS
PTSS
Je kunt de belangrijkste verpleegkundige interventies die worden toegepast bij angst- en 2
dwangstoornissen herkennen en beschrijven
Je kunt: 3
de kenmerken van de borderline, de antisociale en narcistische persoonlijkheidsstoornis
benoemen
de verschillen tussen deze persoonlijkheidsstoornissen uiteenzetten
van de borderline- en van de antisociale persoonlijkheidsstoornis herkennen en er voorlichting
over geven:
o oorzaken
o kenmerkende aspecten in beleving en gedrag
o gevolgen van de stoornis voor de cliënt en zijn omgeving
o mogelijkheden wat betreft behandeling en begeleiding en prognose
Je kunt de meest voorkomende verpleegkundige interventies die worden toegepast bij de borderline en 2
antisociale persoonlijkheidsstoornis herkennen en beschrijven
Je kunt: 3
de kenmerken van middelenafhankelijkheid en de wetenschappelijke inzichten hieromtrent
uiteenzetten
de kenmerken van gebruik van alcohol en andere psychoactieve stoffen herkennen en uitleggen
kenmerken van gewenning, onthouding, afhankelijkheid, intoxicatie en misbruik betreffende het
gebruik van middelen benoemen
de relatie tussen het gebruik van middelen en psychopathologische problemen aangeven
de gevolgen op lange termijn van overmatig gebruik van alcohol en andere middelen herkennen
en uitleggen
de behandelings- en begeleidingsmogelijkheden in de verslavingszorg benoemen
de algemene kenmerken, soorten en behandeling van drangstoornissen herkennen en uitleggen
kenmerken van suïcidaal gedrag herkennen en er adequaat op reageren
Je kunt de kenmerken van het Downsyndroom, het fragiele X-syndroom en Prader Willi-syndroom 2
beschrijven
De beperkingen m.b.t. de disharmonische ontwikkeling bij een lichte verstandelijke beperking
beschrijven
Je kunt de relatiegerichte benaderingswijzen bij een lichte verstandelijke beperking en autisme 2
uiteenzetten
Psychologie
Je kunt het leren op basis van conditioneren en model-leren uitleggen 2
Je kunt uitleggen wat intelligentie is en hoe het gemeten wordt 1
Je kunt de psychologische aspecten van verslaving uitleggen 1
, Toetsmatrijs kennistoets GGZ/VGZ
Aantal
Doelen (beoordelingsaspect)
vragen
Recht
Je kunt benoemen/beschrijven/uitleggen wat er in de BOPZ beschreven staat als het gaat om: 2
het gevaarcriterium
wat het verschil is tussen dwang en drang
het toepassen van dwang (dwangopname, dwangmedicatie, afzondering en separatie)
middelen en maatregelen en wanneer welke maatregel mag worden ingezet
Je kunt curatele, bewindvoering en mentorschap uitleggen 2
Je kunt benoemen/beschrijven/uitleggen: Wet langdurige zorg 2
Biomedische kennis
Je kunt benoemen en uitleggen: 2
Wat een psychische stoornis is
De begrippen cognitief, affectief en conatief
Hoe psychiatrisch onderzoek plaatsvindt
Wat de DSM is en hoe deze wordt gebruikt
Je kunt van de belangrijkste groepen psychofarmaca uitleg geven over: 2
de verschillende soorten
de indicaties
de werking
de bijwerkingen
de interacties
de gevaren
Je kunt uitleg geven over: 2
ontwikkelingsstoornissen (zoals verstandelijke beperkingen en autisme)
psychische stoornissen waarbij lichamelijke klachten op de voorgrond staan (somatoforme
stoornissen)
eetstoornissen (zoals anorexia nervosa).
Verpleegkunde
Psychotische stoornissen
Je kunt de oorzaken, verschijnselen, behandeling en prognose van schizofrenie en andere
psychotische stoornissen herkennen en beschrijven
Mensen met een stoornis uit het schizofreniespectrum kunnen een combinatie van symptomen
hebben, bv. psychotische verschijnselen (hallucinaties/waangedachten) en ernstige sociale
(gedrags-) problemen (bv. teruggetrokken, oninvoelbaar gedrag). Psychotisch gedrag kan zich
op verschillende manieren uiten en door verschillende factoren ontstaan. Bij mensen in de
directe omgeving van de patiënt kan dit veel verwarring veroorzaken. Psychotische patiënten
zijn vaak niet in staat om adequaat te reageren op verschillende situaties, waardoor de patiënt
verzeild kan raken in een isolement vol angst, onrust en onbegrip.
Schizofrenie = chronische, veelal invaliderende stoornis die in elk facet van het leven van de
patiënt kan ingrijpen. Meerdere psychotische episodes komen voor. Acute psychotische episodes
laten een breuk met de realiteit zien, die gekenmerkt wordt door symptomen als wanen,
hallucinaties, onlogisch denken, onsamenhangende spraak en oninvoelbaar gedrag.
Sommige patiënten hebben lange periodes van remissie (= gedurende een jaar of langer treden
geen verontrustende symptomen op en ze kunnen in bepaalde hoedanigheden actief zijn). Bij
sommige patiënten blijven verontrustende symptomen zelfs een aantal jaren uit, ook zonder
medicatie te gebruiken. Het wekt vaak angst, onbegrip en veroordeling op bij de sociale
omgeving van de patiënt, die dat goed beseft en daar veel last van heeft.
Ontstaan, verloop en prognose:
Schizofrenie ontstaat meestal rond het 20ste levensjaar, een tijd waarin de hersenen volledig
uitrijpen. De stoornis kan plotseling ontstaan, binnen enkele weken/maanden, maar in de
meeste gevallen is er sprake van een langzamer, meer geleidelijke afname van het functioneren.
Sommige patiënten zijn goed aangepast en vertonen weinig tekenen van gestoord gedrag.