Beknopte samenvatni B BiiBaaf: OpvoedondeBste nini
3 doelen van opvoedondersteuning: (VHV)
1. Voorkomen van pBoblemen: info ieven oveB opvoedvBaien of siinaleBen zwaBe pBoblemen
2. Helpen oplossen van zoBien: adviesiespBek of pBaktsche h lp (bvb omianiBeielini, sch lden)
3. Versterken competentes en vaardigheden: o deBc Bs ssen vooB zelfBedzaamheid.
4 vormen van opvoedondersteuning: (ISSA)
1. Informate en vooBlichtni: foldeBs, themabijeenkomsten, o deBc Bs ssen
2. Sociale steun bevoBdeBen: actviteiten bij JGZ, spelotheek, school, spoBtcl bs, kofebijeenkomsten (Home-
staBt), lotienoteniBoepen
3. Vroegtjdige signalering: bij vBaien naaB ieïndiceeBde h lp, vBaien andeB teBBein
4. Pedagogische advisering: bvb spBeek B, wijkteam, zoBi -en adviesteam, video home tBainini
3 vormen van betrokkenheid van burger binnen de pedagogische civil society: Gemeenschappelijke actviteiten bij
Bondom het iBootbBenien van kindeBen(SCC)
1. Informele steun
2. Informele sociale controle
3. Intergeneratoneel contact: vooBbeeld zijn vooB jonie cl bienootjes, B zie oplossen dooB pBaten vind tBaineB
belaniBijk.
Theorieën in opvoedondersteuning: (8x TBLSPCSC)
1. Transactonele ontwikkeltheorie (contextuele benadering) Basis van alle overige Theorieën :Samerof
1975:
Opvoedini is de menselijke inteBacte t ssen kind en opvoedeB.
LateB itieweBkt in Ecoloiische model (Bio-ecoloiisch systeemmodel)
dooB BBonfenbBenneB 1992: ontwikkelini kind woBdt beïnvloed dooB mensen,
iebe Btenissen en ontwikkelinien in omievini.
- Microsysteem: iezin, school en b Bt
- Mesosysteem: Belates t ssen de mensen in het micBosysteem
- Exosysteem: sociale iBoepen en instt tes
- Macrosysteem: c lt Bele peBspecteven, weBeldeconomie,
belaniBijke iebe Btenissen (ooBloi, nat BBamp)
2. Balanstheorie
In tBansactoneel pBoces waaBin o deB en kind elkaaB beïnvloeden, hebben kindfactoBen, o deBfactoBen en
omievinisfactoBen invloed. EB zijn BisicofactoBen en bescheBmende factoBen. Het balansmodel (BakkeB 1998)
Risicofactoren Systeem Beschermende factoren
Handicap, laai zelfeeld, laai MICRO: kindfactoBen Hoie intelliiente, positef zelfeeld
iebooBteiewicht
Ziekte/stooBnis, veBslavini, laai MICRO: o deBfactoBen Stabiele peBsoonlijkheid, ioede
zelfeeld, je idtBa ma´ss iezondheid, positeve je ideBvaBini
A toBitaiBe opvoedstjl, MICRO: iezinsfactoBen Opvoedcompetente, afecteve
echtscheidini, conficten iezinsBelates
Isolement, conficten, iebBekkiie MESO: Sociale (iezins)factoBen Sociale ste n, familie/vBienden,
sociale bindinien ioede sociale bindinien
Sociale desinteiBate, veBpa peBini, MESO: Sociale (b Bt)factoBen Sociale cohesie, ioede/toeiankelijke
slechte b BtvooBzieninien sociale en pedaioiische
infBastB ct B, ondeBwijs, zoBi,
welzijn
ABmoede, iebBekkiie opleidini MACRO: Sociaal economische Goed inkomen/opleidini
iezinsfactoBen
C lt Bele mindeBheidsiBoep, MACRO: C lt Bele factoBen NoBmen en waaBden in
afwijkende s bc lt Bele waaBden en oveBeenkomst met dominante
noBmen c lt B
Economische cBisis, weBkloosheid, MACRO: maatschappelijke factoBen Stabiel sociaal en politek klimaat,
discBiminate open en toleBante samenlevini
, 3. Levenslooptheorie: De ontwikkelini van baby tot volwassenen kan iezien woBden als pBoces van
opeenvoliende taken/opiaven (EBikson ondeBscheid 8 levensstadia met keBnconficten) die mens moet
volbBenien (Riksen/walBaven 1989).
Ontwikkelinisopiaven:
- 1 jaaB: Veiliie iehechtheid en ioede exploBate
- 2 jaaB: A tonomie en soepele socialisate
- 4 jaaB: Efecteve omiani met leefijdienoten
- 12 jaaB: VoBmini Eiien identteit
- Adolescente: Relates/Rollen
- Volwassenheid: Efectef o deBschap
(ontwikkelini moet bij vooBke B in de j iste levensfase aan bod komen, maaB eB hoef ieen spBake te zijn van
onomkeeBbaBe pBoblematsche ontwikkelini => mens is fexibel)
3 beiBippen staan centBaal:
- Zelfvertrouwen: beschikbaaBheid van andeBen en eiien efectviteit
- Veerkracht: veBmoien om fexibel en vastho dend te BeaieBen
- Centrale ontwikkelingsopgave: bvb hechtni, kwaliteit van opiave is belaniBijke index vooB
peBsoonlijke ontwikkelini
4 factoren die van invloed zijn op kwaliteit van ondersteuning van ouder aan kind:
- Opvatting, die o deB oveB zichzelf als opvoedeB heef
- Sociale ondersteuning, van paBtneB en sociale netweBk
- Spanningen, waaBaan o deB blootstaat (weBkstBess, fnanciële zoBien)
- Kenmerken van het kind
4. Socialesteuntheorie en empowerment: StBess als ievoli van pBoblemen op andeBe levensiebieden, voBmt
bedBeiiini vooB iezinsf nctoneBen incl opvoediniscompetente.
Opvoedingscompetente => o deB beschikt oveB voldoende vaaBdiiheden vooB veBv llen opvoedinistaken.
Beschermingsfactor= sociale steun, 2 typen:
- Persoongerichte sociale steun, Coinitef (info/advies), Emotoneel, WaaBdeBini, Psycholoiisch (eBbij
hoBen)
- Situate gerichte sociale steun, MateBieel, PBaktsch, Sociaal maatschappelijke invloed aanwenden
Empowerment: ste n en bekBachtiini die o deBs k nnen kBijien om zelf pBoblemen op te lossen,
3 nivea s:
- Individueel: kBacht van binnen it
- Collectef: aanwenden kBachtbBonnen in eiien omievini
- Politek Maatschappelijk: macht om veBandeBinien dooB te voeBen
Belangrijke factoren bij empowerment: beiBijpelijke en passende infoBmate, competentes en motvate
(neemt toe als eB aansl itni is bij behoefe, moielijkheden en oplossini van it o deBs), paBtcipate,
eiien Beiie, steBke kanten o deB, omievinisfactoBen veBsteBken, foc s op welzijn (niet op fxate
pBobleem)
5. Posteve psychologie: noodzakelijk vooB de maatschappij ons te Bichten op welbevinden.
Welbevinden: OndeBdeel van het mentale kapitaal = essenteel vooB ioed f nctoneBende
kenniseconomie.
Seligman 2006 beschrijf 6 kortdurende interventes:
- Sterke kanten inzeten: talenten en kwaliteiten in beeld bBenien met vBaienlijsten
- Drie positeve dingen: elke avond 3 en waaBom die plaatsvonden
- Grafschrif: wat moet aan eind van je leven op je iBaf staan
- Dankbaarheid uiten: bBief schBijven en oplezen aan peBsoon die je dankbaaB bent, maaB nooit
ietoond hebt.
- Actef reageren: iedeBe dai min 1x actef BeaieBen op positef beBicht van een andeB
- Genieten: iedeBe dai ienieten van 1 dini dat je noBmaal iehaast doet.
6. Competentetheorie
Bo wt vooBt op de levenslooptheoBie. Basis is inzicht kBijien hoe noBmale
ontwikkelini kan veBandeBen in afwijkende of zelfs iestooBde
ontwikkelini. PBoblemen en ant-sociaal iedBai woBden bekeken
teien de achteBiBond van noBmale ontwikkelini.
Competente evenwichtstoestand die je hebt als je oveB voldoende
vaaBdiiheden beschikt om de (ontwikkelinis)taken te veBv llen
die kenmeBkend zijn vooB de leefijdsfase en de sit ate.